DINSDAG 6 SEPTEMBER 1927. 189 Bosman verkreeg 4 stemmen, de heeren T. Groeneveld en Mr. D. A. van Eek ieder 3 stemmen, en de heeren Mr. A. J. Romijn, M. G. Verweij, Th. M. W. Bergers, D. M. Kuiven- hoven en K. Sijtsma ieder 1 stem, terwijl 2 biljetten van onwaarde waren. De heer de Reede verklaart de benoeming aan te nemen. VIII. Benoeming van drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den Voor zitter, (vacatures: de f-l.H. K. Sijtsma, Mr. D. A. van Eek en Th. B. J. Wilmer). De heer Wilmer verklaart liever niet in deze Commissie te worden herbenoemd. Worden benoemd de heer K. Sijtsma met algemeene (33) stemmen de heer Mr. D. A. van Eek met 31 stemmen; de heer Mr. A. J. Romijn verkreeg 1 stem, terwijl 1 biljet van onwaarde was; de heer P. Heemskerk met 32 stemmen; de heer Th. J. B. Wilmer verkreeg 1 stem. De heeren Sijtsma, van Eek en Heemskerk verklaren de benoeming aan te nemen. Tot Voorzitter wordt vervolgens benoemd de heer K. Sijtsma, met 32 stemmen, terwijl 1 biljet van onwaarde was. De heer Sijtsma verklaart de benoeming aan te nemen. IX. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de Strafverordeningen, (vacatures: de H.H. Mr. D. A. van Eek en P. P. Deumer). Worden benoemd de heer Mr. D. A. van Eek met 31 stemmen; de heer Mr. A. J. Romijn verkreeg 1 stem, terwijl 1 biljet van onwaarde was; de heer Mr. A. J. Romijn met 31 stemmen2 biljetten waren van onwaarde. De heeren van Eek en Romijn verklaren de benoeming aan te nemen. X. Benoeming van vier leden van de Commissie voor het onderwijs. Voor de eerste plaats worden uitgebracht 33 stemmen, waarvan op de heeren: Dr. J. G. van Es 16 stemmen, K. Sijtsma 10 stemmen, M. G. Verweij en Ir. A. G. Bosman ieder 2 stemmen, en op de heeren Mr. A. J. Romijn, F. Ei kerbout en J. B. Meijnen ieder 1 stem. Aangezien niemand de volstrekte meerderheid van stemmen op zich heeft vereenigd, moet een tweede vrije stemming plaats hebben. De heer Verweij meent, dat bij deze benoeming door het stembureau niet de juiste methode is gevolgd. Het is verkeerd geweest, dat men plaats voor plaats heeft behandeld. De uit gesproken bedoeling bij deze stemming is geweest, dat er een bepaald aantal personen candidaat zijn gesteld, ongeacht de plaats, welke zij op de lijst hebben ingenomen. Spreker hoorde den Voorzitter zooeven zeggen, dat het dan mogelijk was, dat een candidaat 64 of 65 stemmen kreeg, maar dat is uitge sloten. Als men bijeentelt de aantallen stemmen, die de verschillende candidaten bij de verschillende plaatsen op zich hebben vereenigd, dan krijgt men het totaal aantal stemmen, dat ieder der candidaten heeft verkregen. De Voorzitter zegt, dat de Raad zich vergist heeft. De bedoeling is geweest, dat achter elkander de vier plaatsen in de Commissie zouden worden bezet. De stemmen, zooals die waren uitgebracht, beteekenden: op het eerste briefje wil ik den heer A, op het tweede brielje den heer E en op het derde briefje den heer C. Voor de tweede, derde en vierde plaats is iemand gekozen, maar voor de eerste plaats moet een nieuwe vrije stemming plaats hebben. De heer Verweij meent, dat de heer van Es wel degelijk gekozen is, omdat men de stemmen, welke hij voor de tweede, derde en vierde plaats heeft gekregen, bij de 16 stemmen, welke voor de eerste plaats op hem zijn uitgebracht, moet optellen. De uitslag van de tweede vrije stemming ter vervulling van de eerste plaats is, dat wordt benoemd de heer Dr.J. G. van Es met 20 stemmen; de heer K. Sijtsma verkreeg 12 stemmen en de heer Mr. A. J. Romijn 1 stem. Voorts worden benoemd de heer Th. J. B. Wilmer met 26 stemmen; de heer J. B. Meijnen verkreeg 2 stemmen en de heeren K. Sijtsma, Ir. A. G. Bosman en Jac. Wilbrink ieder 1 stem, terwijl 2 biljetten van onwaarde waren de heer J. B. Meijnen met 28 stemmen; de heer Th. J. B. Wilmer verkreeg 5 stemmen; de heer M. G. Verweij met 31 stemmen; de heer Ir. A.G. Bosman verkreeg 1 stem, terwijl 1 biljet van onwaarde was. De heeren van Es, Wilmer, Meijnen en Verweij verklaren de benoeming aan te nemen. XI. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, (vacatures: de H.H. F. Elkerbont, Mr. D. A. van Eek, B. J. Huurman en H. W. Spendel). Woiden benoemd: de heer F. Eikerbout met 32 stemmen; de heer B. J. Huur man Dzn. verkreeg 1 stem; de heer Mr. D. E. van Eek met algemeene (33) stemmen; de heer Jac. Wilbrink met 31 stemmen; de heer J. A. van der Reijden en Th. J. B. Wilmer verkregen ieder 1 stem. De heeren Eikerbout, van Eek en Wilbrink verklaren de benoeming aan te nemen. Voor de vacature H. W. Spendel worden uitgebracht 33 stemmen, waarvan op de heeren H. W. Spendel 16, 11. J. Baart 11, Ir. A. G. Bosman 5 stemmen en Mr. A. J. Romijn 1 stem. Aangezien niemand de volstrekte meerderheid van stemmen heeft verkregen, moet een tweede vrije stemming plaats hebben. De uitslag van deze stemming is, dat wordt benoemd: De heer H. W. Spendel met 17 stemmen; de heer H. J. Baart verkreeg 41 stemmen, de heer Ir. A. G. Bosman 4 stemmen en de heer Mr. A. J. Romijn 1 stem. De heer Spendel verklaart de benoeming aan te nemen. XII. Benoeming van vier leden van de Commissie van Beheer over de gestichten »Endegeest", sVoorgeest" en »Rhijn- geest", (vacatures: de H.H. B. J. Huurman, M. Dubbeldeman, Th. B. J. Wilmer en Mevr. H. W. B. van Itallie—van Embden). (Zie Ing. St. No. 206). Worden benoemd: De heer B. J. Huurman Dzn. met 3! stemmen; de heer Dr. J. G. van Es verkreeg 1 stem, terwijl 1 biljet van onwaarde was; de heer F. Kooistra verkreeg 31 stemmen; de heer Ir. A. G. Bosman verkreeg 1 stem, terwijl 1 biljet van onwaarde was; de heer Th. B. J. Wilmer met 30 stemmen de heer Mr. A. F. L. M. Tepe verkreeg 1 stem, terwijl 2 biljetten van onwaarde waren; de heer J. B. Meijnen met 20 stemmende heer K. Sijtsma verkreeg 11 stemmen en de heeren Ir. A. G. Bosman en Jac. Wilbrink ieder 1 stem. De heeren Huurman, Kooistra, Wilmer en Meijnen verkla ren de benoeming aan te nemen. XIII. Benoeming van twee leden van de Commissie van Beheer over het Grondbedrijf, (vacatures: de H.H. H. W. Spendel en A. J. Schoneveld). Worden benoemd: De heer H. W. Spendel met 20 stemmende heer F. Kooistra verkreeg 11 stemmen, terwijl 2 biljetten van onwaarde waren de heer D. Parmentier met 21 stemmen de heer F. Kooistra verkreeg 8 stemmen en de heeren B. J. Huurman Dzn. en Ir. A. G. Bosman ieder 1 stem, terwijl 2 biljetten van onwaarde waren. De heeren Spendel en Parmentier verklaren de benoeming aan te nemen. De Voorzitter deelt mede, dat in punt 25 van de agenda een drukfout is ingeslopen. De voorletters van Mr. Coebergh zijn niet »H. M. A.", doch »H. A. M."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 3