GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
151
IKCIEEOIIEII STUKKEN.
N°. 213. Leiden, 2 September 1927.
Bij adres van 9 December 1926 heeft het Bestuur van de
afdeeling Leiden van den Centralen Bond van Transport
arbeiders zich tot Uwe Vergadering gewend met het verzoek
de verordening op de Winkelsluiting te wijzigen in dier voege,
dat hetzij de bezorging van melk op Zondag, 26 December
1926, en Zondag, 2 Januari 1927, zou worden toegelaten,
hetzij in het algemeen van het verbod van bezorging op
Zondag in bijzondere gevallen ontheffing zou kunnen worden
verleend. Uwe Vergadering vond geen vrijheid het eerste
gedeelte van het verzoek in te willigen; voor wat het tweede
gedeelte betreft werd het verzoek den 20sten December 1926
om bericht en raad in handen van Burgemeester en Wet
houders gesteld, die ons verzochten de behandeling van het
verzoek over te nemen. Wij deelen Uwe Vergadering thans
dienaangaande het navolgende mede.
Bij uw besluit van 6 April 1925 (Ingek. Stukken No. 86)
werd de verordening op de Winkelsluiting (zie Gem. Blad
1925 No. 10) o. m. gewijzigd in dien zin, dat ten aanzien
van melk en melkproducten zoowel een verkoop-, als een
bezorgingsverbod werd ingevoerd voor den Zondag. Hoewel
in verscheidene andere bepalingen der verordening behalve
met den Zondag ook met eenige algemeen erkende Christelijke
feestdagen rekening werd gehouden, geschiedde dit niet ten
aanzien van de bepalingen betreffende melk, teneinde, naar
de toenmalige Voorzitter Uwer vergadering blijkens het raads-
verslag van 20 December 1926, blz. 234, le kolomj 3de alinea,
mededeelde, een verbod voor twee achtereenvolgende dagen
te vermijden. Inderdaad zou, indien het verbod ook voor
den len Kerstdag en den Nieuwjaarsdag had gegolden, in
1926, toen len Kerstdag, en in 1927, toen Nieuwjaardag
beide op een Zaterdag vielen, twee maal kort na elkaar het
verbod van kracht zijn geweest op twee achtereenvolgende
dagen, hetgeen uit hygiënisch oogpunt bezwaar oplevert.
Intusschen achten wij toch ook de tegenwoordige regeling
niet bevredigend. Immers, in de eerste plaats moet worden
opgemerkt, dat een verbod voor twee achtereenvolgende
dagen niet onder alle omstandigheden bezwaar meebrengt,
doch alleen in geval van groote hitte, van epidemieën e. d.,
zoodat wanneer laatstbedoelde gevallen zich.niet voordoen,
voor een verbod ook voor b.v. den Hemelvaartsdag, zoomede
den lsten Kerstdag en den Nieuwjaarsdag, voor welke dagen
o. i. a fortiori de ratio van het verbod op Zondag geldt,
veel te zeggen valt. In de tweede plaats kan aan den anderen
kant zelfs een verbod voor één dag onder bepaalde omstan
digheden onraadzaam zijn, zoodat het gewenscht schijnt in
de verordening een bevoegdheid voor Burgemeester en
Wethouders tot het verleenen van dispensatie op te nemen,
het ontbreken van welke bevoegdheid ons bij nadere over
weging voorkomt een technische fout der tegenwoordige
verordening te zijn. Het spreekt vanzelf, dat van deze
bevoegdheid alleen in bijzondere gevallen gebruik moet
worden gemaakt. Of zij, indien zij bestaan had, gebruikt
had behooren te worden in de beide gevallen, waarvoor
adressante de toekenning der bevoegdheid in December j.l.
in het bijzonder verzocht, meenen wij voorts hier geheel
buiten beschouwing te moeten laten. Yoor ons geldt slechts
de vraag, of het ontbreken der dispensatiebevoegdheid in
sommige gevallen ernstig, en in 't bijzonder hygiënisch
bezwaar kan meebrengen. Deze vraag bevestigend beant
woordende, stellen wij U voor, de bedoelde dispensatie
bevoegdheid alsnog te verleenen. Anderzijds bestaat o. i.
alsdan ook geen bezwaar meer, om het verbod tot den
Hemelsvaartsdag, zoomede tot den lsten Kerstdag en den
Nieuwjaarsdag, voor zoover deze dagen niet op Zondag
vallen, uit te strekken.
Onder mededeeling, dat een minderheid in onze Com
missie, zich met het verleenen van de bevoegdheid tot
dispensatie van het verbod op Zondag geheel kan ver
eenigen, doch het verbod niet tot de drie genoemde feest
dagen wenscht te zien uitgebreid, stellen wij U voor, vast
te stellen de volgende:
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 10 Juli 1913
(Oem. Blad No. 21) op de Winkelsluiting, laatstelijk
gewijzigd bij verordening van 6 April 1925
(Gem. Blad No. 10).
Artikel I.
Artikel le van bovengenoemde verordening wordt gelezen
als volgt:
„Het is verboden een winkel, waar melk, of melkproducten
worden verkocht, des Zondags, op Hemelvaartsdag, zoo
mede op den eersten Kerstdag en Nieuwjaarsdag, voor
zoover deze dagen niet op Zondag vallen, voor het publiek
geopend te hebben op andere uren, dan van des voor
middags 7f tot 10 uur en van des namiddags 6 tot 8 uur.
De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing
voor zoover verkocht wordt uitsluitend voor gebruik ter
plaatse van verkoop.
Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere ge
vallen van het in het eerste lid vermelde verbod algemeene
of bijzondere ontheffing verleenen".
Artikel II.
Artikel 7a wordt gelezen als volgt:
„Het is verboden des Zondags, op Hemelvaartsdag, zoo
mede op den eersten Kerstdag en Nieuwjaarsdag, voor
zoover deze dagen niet op Zondag vallen, melk of melk
producten aan de woningen of inrichtingen der verbruikers
te bezorgen.
De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing
voor zoover het betreft bezorging aan ziekenhuizen, gestichten
en bakkerijen.
Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere ge
vallen van het in het eerste lid vermelde verbod algemeene
of bijzondere ontheffing verleenen".
De Commissie voor de Strafverordeningen,
Voorzitter.
van Deventer, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 9 December 1926.
Aan den Baad der gemeente Leiden.
Geven met verschuldige eerbied te kennen, ondergeteekenden
F. G. van Duuren en H. Beij, respectievelijk Voorzitter en
Secretaris van de afdeeling Leiden van den Centralen Bond
van Transportarbeiders;
dat in het artikel van de Alg. Politie-Verordening be
treffende het verbod om Zondags aan particulieren melk te
doen bezorgen, niet is opengelaten de mogelijkheid, dat in
zeer bijzondere gevallen, ontheffing van dit verbod kan
worden verleend.
dat dit tot gevolg zal hebben dat op den a. s. Eersten
Kerstdag en Nieuwjaarsdag als gewoon de melk en melk
producten bezorgd zullen moeten worden, wat in verband
met het karakter van deze feestdagen niet mogelijk zal zijn,
terwijl daarnaast gevreesd moet worden, dat op die feestdagen
geen voldoende hoeveelheid melk aanwezig zal zijn om het
publiek in voldoende mate van dit product tot 's-Maandags-
morgens d. a. v. te voorzien;
Bedenen waarom zij Uwen Baad dringend verzoeken te be
sluiten dat de bezorging van melk op Zondag 26 December
en Zondag 2 Januari zal worden toegelaten, of een wijziging
in het betreffende artikel van de Alg. Politie-Verordening
wordt opgenomen, waardoor Uwen Baad in bijzondere ge
vallen ontheffing van het bepaalde in de verordening kan
verleenen.
Ondergeteekenden, veroorlooven zich nog Uw aandacht
te vestigen op een soortgelijke beslissing door den Gemeen
teraad van 's-Gravenhage den tweeden December 1.1. in haar
vergadering genomen.
't Welk doende,
Met verschuldigde gevoelens,
F. G. van Duuren, Voorzitter.
H. beij, Secretaris.
N°. 214. Leiden, 5 September 1927.
Beeds geruimen tijd heeft ons College de wenschelijkheid
overwogen, om de z. g. „Vrije-Artsenkeuze" toe te staan
aan hen, aan wie van gemeentewege kostelooze genees- en
heelkundige hulp wordt verstrekt.
De verschillende bezwaren, die aan het verleenen van de
vrije keuze zijn verbonden, hebben ons echter tot nu toe
weerhouden, om een daartoe strekkend voorstel bij Uwe
Vergadering in te dienen.
Zooals U bekend zal zijn, is de tegenwoordige genees-
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,