90
N°. 153. Leiden, 19 Juli 1927.
In verband met de bebouwing van een gedeelte van het
perceel grond, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie M. No.
4393, heeft de eigenaar van dat perceel tot ons College het
verzoek gericht, om medewerking te willen verleenen tot den
aanleg van een straat met plein op het hem eveneens toe-
behoorend perceel No. 4392, zulks in aansluiting aan de
Wasstraat en in het verlengde van de Cobetstraat.
Tegen dezen straataanleg bestaat bij ons College geen
bezwaar, doch, met het oog op de desbetreffende verorde
ning, dieDt de eigendom van den voor straat bestemden grond
kosteloos aan de gemeente te worden overgedragen.
De eigenaar heeft zich hiertoe bereid verklaard en heeft
inmiddels ook reeds de geraamde kosten van den straataan
leg ad 22500.ter nadere verrekening in de gemeentekas
gestort.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over
weging te besluiten den grond gelegen ten Noordoosten van
de Wasstraat, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie M. No.
4392, ter grootte van 2795 M2, op de overgelegde teekening
gearceerd, zonder eenige kosten voor de gemeente in eigen
dom en onderhoud bij de gemeente over te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 154. Leiden, 19 Juli 1927.
Bij raadsbesluit van 18 Mei 1916 (Ingek. Stukken No. 112),
gewijzigd bij raadsbesluit van 31 Mei 1917 (Ingek. Stukken
No. 114) werd aan de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-
Maatschappij voor den tijd van 10 jaren een terreinstrookje
van het gesticht „Endegeest" en van den Hoogevoortschen
Weg, ter gezamenlijke grootte van 45 M2 in gebruik
gegeven, met het recht dit terrein als in- en uitstapplaats
in te richten en daarop een wachthuisje te bouwen. De
jaarlijks daarvoor te betalen vergoeding werd bepaald op
30.—. t
In den loop van 1926 is de toestand ter plaatse geheel
gewijzigd, zulks in verband met de uitvoering van de ver-
breedingswerken van den straatweg Leidenüegstgeest tot
de Deutzstraat. Een strook langs dezen weg werd overeen
komstig raadsbesluit van 10 November 1924 (Ingek. Stukken
No. 274) kosteloos voor deze verbreeding aan de gemeente
üegstgeest overgedragen.
Tengevolge van deze overdracht is het bij de Tramweg-
Maatschappij in gebruik zijnde terrein voor het grootste
gedeelte aan üegstgeest overgegaan en staat, zooals uit de
stukken blijkt, het ter plaatse gestichte tramhuisje thans
nog slechts ten deele 3 M2) op aan Leiden toebehoo
renden grond.
Met het oog op een en ander verzocht de Noord-Zuid-
Hollandsche Tramweg-Maatschappij de akte tot ingebruik-
geving van den grond in overeenstemming te brengen met
den veranderden toestand.
Tegen inwilliging van dit verzoek, hetgeen kan geschieden
in den vorm van een nieuwe in gebruikgeving, heeft noch
de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest,
Yoorgeest en Bhijngeest", noch ons College bezwaar.
De vergunning kan andermaal voor den tijd van 10 jaren
worden verleend, ingaande den 10en Juni 1927, op welken
datum het bedoeld gedeelte straat aan üegstgeest werd
afgestaan, terwijl in verband met de kleinere oppervlakte
van het aan Leiden verbleven gedeelte grond, de jaarlijk-
sche vergoeding met ingang van dien datum kan worden
bepaald op 5.per jaar.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
van Beheer over de gestichten „Endegeest" c. a., geven wij
Uwe Vergadering derhalve in overweging, de terreinstrook,
op de kaart in bruine kleur aangegeven, ter oppervlakte
van 3 M2, kad. bekend, gemeente üegstgeest, Sectie E,
No. 2468 ged., behoudens rechten van derden, voor den tijd
van 10 jaren, gerekend te zijn ingegaan den 1 (Rn Juni 1927,
tegen een jaarlijksche vergoeding van 5.in gebruik te
geven aan de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Maat
schappij met het recht, op dit terrein een wachthuisje te
hebben en verder onder de m. m. gewijzigde, in de Lees
kamer, ter visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 155. Leiden, 19 Juli 1927.
Bij raadsbesluit van 15 September 1879 (Ingek. Stukken
No. 192) werd aan de toenmalige firma Crans en Co., con-
cessionarisse voor den aanleg en de exploitatie van paarden
spoorwegen in deze gemeente, voor den duur der concessie
(50 jaren) in erfpacht uitgegeven het terrein aan den Hoogen
Rijndijk, waarop thans de remise van de Noord-Zuid-
Hollandsche Tramweg-Maatschappij staat.
Deze concessie met erfpacht is in den loop der tijden
meermalen van rechthebbende verwisseld.
Nadat in 1885 (Ingek. Stukken No. 30) nader was bepaald,
dat de concessie en daarmede het erfpachtsrecht, op 31
December 1927 zou eindigen, ging in 1909 zoowel het erf
pachtsrecht als de concessie over op de Noord-Zuid-Hol
landsche Tramweg-Maatschappij, zulks in verband met de
aan die Maatschappij bij raadsbesluit van 23 December
1909 (Ingek. Stukken No. 318) voor den tijd van 40 jaren
verleende concessie tot het exploiteeren van een electrische
tram binnen de gemeente (stadslijn).
Met het oog op het afloopen van het erfpachtsrecht op
31 December a. s., verzocht de Noord-Zuid-Hollandsche
Tramweg-Maatschappij verlenging daarvan tot 14 September
1971, zijnde de datum, waarop de aan de Maatschappij
verleende iüij&sconcessie voor tramlijnen te Leiden en
omgeving eindigt.
Tegen continuatie van de erfpacht bestaat noch bij de
Commissie van Fabricage, noch bij ons College bezwaar.
Wij achten het echter juister, dat de erfpacht tegelijk met
de concessie voor de stadslijn, dus uiterlijk 1 Januari 1950,
ophoudt.
Ten einde een verkeersverbetering ter plaatse mogelijk te
maken, wenscht ons College voorts in de nieuwe erfpachts
uitgifte niet te begrijpen een strook langs het Utrechtsche
Jaagpad, op de overgelegde situatie in blauwe arceering
aangegeven, terwijl, met het oog op de toekomstige rooilijn
van het Utrechtsche Jaagpad, de gemeente zich bovendien
het recht dient voor te behouden ten allen tijde te beschikken
over den grond met roode arceering aangeduid. Ten slotte
behoort te worden uitgezonderd het stukje grond, waarop
thans het brandspuithuisje staat.
De tot nog toe door de Maatschappij betaalde canon ad
3| cent per M2., welke van 1879 dateert, komt ons voorde
tegenwoordige tijdsomstandigheden te gering voor. Een ver
goeding van 0.50 per M3. en per jaar achten wij meer in
overeenstemming met de huidige waarde van het terrein.
Het in erfpacht uit te geven terrein heeft een oppervlakte
van 1223 M2. Het schijnt ons daarom alleszins billijk toe
den canon in ronde som te bepalen op 600.
De Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Maatschappij kan
zich met dezen prijs, evenals met de voorwaarden van uit
gifte in erfpacht vereenigen.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
van Fabricage geven wij Uwe Vergadering derhalve in
overweging te besluiten aan de Noord-Zuid-Hollandsche
Tramweg-Maatschappij te Haarlem in erfpacht uit te geven
tegen een jaarlijkschen canon van 600. het perceel
kadastraal bekend gemeente Leiden Sectie M. No. 3135 ged.,
gelegen aan den Hoogen Rijndijk en het Utrechtsche Jaagpad,
groot 1223 M2, met uitzondering van het gedeelte op de
situatieteekening in blauwe arceering aangegeven en van
den grond waarop het brandspuithuisje staat, zulks ingaande
1 Januari 1928 en eindigende 31 December 1949 of zooveel
vroeger als de concessie tot het hebben en exploiteeren van
een electrische tramverbinding binnen de gemeente, verleend
aan de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Maatschappij bij
raadsbesluit van 23 December 1909, zal eindigen en verder
onder de in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 156. Leiden, 19 Juli 1927.
De afdeeling Leiden van den Nederlandschen R.K. Volks
bond verzocht ons College te willen bevorderen, dat aan
haar wordt verkocht het aan de gemeente toebehoorende
stukje bouwterrein ter grootte van +262.50 M2., gelegen
aan de Oostzijde der Munnikenstraat en grenzende aan
de achtertuinen der bestaande bebouwing in de Waardstraat.
Tegen dezen verkoop bestaat geen enkel bezwaar, mits de
op het terrein te stichten woningen behoorlijk aansluiten
bij de aangrenzende bebouwing.
Adressante kan zich met den ge vraagden prijs van ƒ7.50
per M2. vereenigen, evenals met de aan den verkoop te
verbinden voorwaarden.
Overeenkomstig het advies van de Commissie van Beheer