88 onderwerpelijke aanvrage om subsidie af te wijzen, en dat te minder, nu er overigens wel aanleiding bestaat, op den zelfden voet als over 1923 eene bijdrage te verleenen. Uit het mede ter visie gelegd overzicht van het aantal leerlingen der gemeentelijke H.B.S. toch blijkt, dat, indien alle leer lingen der Christelijke H.B.S. in 1924 hadden moeten worden ingedeeld bij die van de gemeentelijke H.B.S., er stellig twee parallelklassen meer hadden moeten worden gevormd. Het is derhalve duidelijk, dat de gemeente, althans over 1924, tengevolge van het bestaan dier Christelijke school een niet onbelangrijk voordeel heeft gehad. Ter vergelijking met de vorige subsidie-aanvrage vermel den wij nog de volgende gegevens: 1923: 1924: Nadeelig saldo2231.98 7089.36 per leerling 26.26 65.59 van Leiden gevraagd 1281.37 3596.52 Het groote nadeelige saldo over 1924 is hoofdzakelijk het gevolg van het in gebruik nemen van het nieuwe gebouw aan de Kagerstraat op 1 Mei 1924, waardoor de exploitatie kosten zeer zijn gestegen. Uit bijlage I, behoorende bij het adres, blijkt, dat de inkomsten en uitgaven van de vereeniging in de exploitatie rekening der school zijn opgenomen, zoodat het voordeelig saldo der vereenigingsrekening ad 550.94 in het boven genoemd nadeelig saldo reeds is verwerkt. Berekend op dezelfde basis als over 1923 zou het subsidie over 1924 derhalve bedragen 60 °/0 van ƒ3596.52 2157.91. Aangezien over 1923 een bijdrage van 465.91 werd toe gekend, zou het subsidie over 1924 ƒ1692.— meer bedragen dan over 1923. Hoewel wij, ook na hernieuwde overweging van een en ander, van meening zijn, dat er voor de buitengemeenten alle aanleiding bestond in meerdere mate dan thans bij te dragen tot dekking van de nadeelige saldo's der Christelijke H. B. S. en door ons College pogingen worden gedaan om te komen tot eene wettelijke regeling, waarbij de buiten gemeenten worden verplicht in de nadeelige saldo's der bijzondere scholen bij te dragen, zijn wij toch van gevoelen, dat onze gemeente althans voor 1924, eene bijdrage moet verleenen. Op grond van een en ander geven wij U mitsdien in overweging, om te besluiten, ten behoeve van de Christelijke H. B. S. over het jaar 1924 een subsidie te verleenen, gelijk aan 60°/0 van het tekort der exploitatierekening, berekend naar verhouding van het aantal Leidsche leerlingen tot het totaal aantal leerlingen der school, en in verband daarmede over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgelegden begrootingsstaat, model E, groot 2158.Op den post voor „Onvoorziene Uitgaven," waarvan dit bedrag moet worden afgeschreven, is nog ƒ45575.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Eaad der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren, Evenals het vorige jaar komt de vereeniging voor Chr. M. Ond. te Leiden tot U met het verzoek haar een subsidie te verleenen over het jaar 1924. Uit het uittreksel van haar exploitatie-rekening (Bijlage I) blijkt, dat het te kort over X924 het jaar, dat de Ver. het nieuwe gebouw in de Kagerstraat in gebruik nam 7089.36 bedraagt, terwijl dat jaar 65 leerlingen (Bijlage II) uit de Gemeente Leiden onze school bezochten. Het aantal jaarleerlingen bedroeg 108V12, zoodat de kosten der school per leerling 65.59 bedroegen. Het bestuur der C. H. B. S. verzoekt U beleefd een bijdrage te willen toekennen van 3596.52 of 5410/i2 X 65.59. ÏTamens het bestuur der C. H. B. S. E. H. Broekstra, Voorzitter. Lourens Bosch, Secretaris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 2