7.
85
Volgens de nieuwe wet met 100 opcenten:
ƒ250
55
5.50
(50)
5.50
8.25) 11
(3.3) 4.4
300
105
10.50^
I
10.50
(16.80) 21
(5.6) 7
400
205
20.50 J
y (60)
20.50
(32.80) 41
(8.2) 10.2
500
305
30.50^
i
30.50
(48.80) 61
(9.7) 12.2
600
405
40 50
j (70)
40.50
(68.85) 81
(11.4) 13.5
700
505
50.50
50.50
(85.85) 101
(12.3) 14.4
800
605
60.50"!
60.50
(108.90) 121
(13.6) 15.1
900
705
70.50
L (80)
70.50
(126.90) 141
(14.1) 15.6
1000
805
80.50 J
80.50
(144.90) 161
(14.5) 16.1
1100
905
90.50
J (90)
90.50
(171.95) 181
(15.6) 16.5
1200
1005
100.50
100.50
(190.95) 201
(16) 16.7
1300
1105
110.50
(100)
110.50
(221) 221
(17) 17
Uit dit staatje ziet men dus, dat de progressie bij de oude
regeling loopt van 7.8 tot 18.1 bij de nieuwe regeling
van 4.4 tot 17 zoodat de progressie niet verzwakt,
doch integendeel nog iets versterkt is.
Teneinde aan te toonen, welken invloed de nieuwe wet
in haar geheel met een evenredige heffing van 100 opcenten
tegenover de oude regeling heeft, laten wij nog volgen eenige
voorbeelden van verschillende aanslagen van belastingplich
tigen met 3 kinderen.
Hierbij valt op te merken, dat, naar mate het aantal
kinderen grooter is, de belasting meer verlaagd wordt. Bij
gezinnen met minder of geen kinderen is de belastingver
laging in de hoogere huurwaarden daarentegen meer beperkt
of wordt eenige meerdere belasting geheven.
Bestaande toestand.
Voorbeeld 1.
Huurwaarde 250.
Mobilair 200.
le en 2e grondslag, hoofdsom 14.50
aftrek art. 7 3x14% 6.09
50 opcenten
8.41
4.21
Nieuwe toestand.
3x14% 2.94
4.06
100 opcenten 4.06
12.62
8.12
belastingverlaging 4.50.
Voorbeeld 2.
Huurwaarde 400.
Mobilair 500.
le en 2e grondslag, hoofdsom 34.
„10.20
aftrek art. 7 3x10%
60 opcenten
26.50
11.13
23.80
14-28
38.08
I
3X14%
15.37
100 opcenten 15.37
ƒ30.74
belastingverlaging 7.34.
Voorbeeld 3.
Huurwaarde 750.
Mobilair 1000.
leen2egrondslag, hoofdsom 76.50
13.77
aftrek art. 7 3 x 6%
70 opcenten
62.73
43.91
106.64
69.—
3x10% „20.70
f 48.30
100 opcenten 48.30
96.60
belastingverlaging ƒ10 04.
Voorbeeld 4.
Huurwaarde 1000.
Mobilair 2000.
le en 2e grondslag, hoofdsom 116.50
aftrek art. 7 3x2% 6.99
109.51
80 opcenten87.61
197.12
109.—
3x8%. 26.16
82.84
100 opcenten 82.84
165.68
belastingverlaging 31.44
Voorbeeld 5.
Huurwaarde 1500.
Mobilair 3000.
leen 2egrondslag,hoofdsom 177.
aftrek art. 7 nihil
3x2
177.—
100 opcenten177.
354.
169.50
JLCUJ
f 159.33
100 opcenten 159.33
318.66
belastingverlaging 35.34
De kinderaftrek eindigt met een huurwaarde van 1600.
Bij huurwaarden hooger dan 1600.heeft derhalve slechts
invloed de wijziging van art. 13, zoodat de aanslagen boven
1600.huurwaarde steeds 15.in hoofdsom en opcenten
lager worden, namelijk:
195.ƒ120.75.èi 10 7.50, hierbij 100
opcenten is 15.
Voorbeeld 6.
Huurwaarde 2500.
Mobilair 5000.
le grondslag hoofdsom.
2e
100 opcenten.
238.—
73.50
311.50
„311.50
623.— 608.—
I
belastingverlaging 15.
230.50
73.50
304.—
100 opcenten 304.
I
Uit een en ander valt te concludeeren, dat 5600 per
sonen (de laagst aangeslagenengeheel van belasting worden
vrijgesteld, terwijl bij een heffing van 100 opcenten op de
hoofdsom der Personeele Belasting:
le. De progressie in de heffing niet alleen bewaard blijft,
maar zelfs versterkt wordt;
2e. Verschillende aanslagen aanmerkelijk verminderd wor
den, niet het minst die der groote gezinnen;
3e. De gemeente geen verlies lijdt.
Ofschoon op deze wijze een, zoowel voor de aangeslagenen
als voor de gemeente, gunstige opeen tonregeling wordt ver
kregen, mag niet onvermeld worden gelaten, dat wij toch
nog overwogen hebben, of wellicht een regeling met eenige
progressie mogelijk zou zijn. Ons College is echter tot de
overtuiging gekomen, dat een dergelijke regeling geenszins
aanbeveling verdient.
Art. 247 der Gemeentewet, zooals het thans is gewijzigd,
stelt, gelijk reeds werd medegedeeld, bij progressieve regeling
alseisch, dat het getal opcenten geleidelijk stijgt, bij toeneming
van de belastbare huurwaarde, terwijl het maximum moet
zijn bereikt uiterlijk bij de aanslagen naar een belastbare
huurwaarde van het 10 voud van de som, bedoeld in art. 12
der Wet op de Personeele Belasting (voor Leiden 10 x
200.— 2000.—).
Dit wil dus zeggen, dat de progressie zich moet bewegen
tusschen huurwaarden van 200.en 2000.Neemt
men nu in aanmerking, dat gemiddeld 100 opcenten benoodigd
zullen zijn, dan zal dit aantal onveranderd moeten blijven voor
die perceelen, welke het grootste aandeel in de opbrengst
der opcenten leveren. Te Leiden zijn dit de perceelen met
een middelmatige huurwaarde 500.—tot ƒ1000.—), zoodat
een progressieve regeling, waarbij het hoogste aantal opcenten
eerst geheven mag worden bij huurwaarden van 2000.en
hooger, weinig ruimte laat voor een eenigszins belangrijke
vermindering van het getal opcenten naar beneden. Dit
klemt te meer, waar in deze gemeente het aantal perceelen
met een huurwaarde van bijvoorbeeld 1200.tot 2000,
gering is en het aantal perceelen met een huurwaarde van
2000.en hooger slechts een zeer klein percentage uit
maakt van het totaal aantal.
Onder deze omstandigheden dient dan ook de vraag te
worden gesteld, of de belastingverlaging voor de perceelen
met lagere huurwaarden, welke zelfs bij heffing van 100
opcenten nogal van beteekenis is, nog meer dient te worden
uitgebreid, zoomede, of die verlaging van zoo groote nood
zakelijkheid is, dat over het bezwaar moet worden heenge
stapt, dat ook de perceelen met middelmatige huurwaarde
waarvoor geenszins behoefte aan nog meer belastingverlaging
bestaat, daarvan automatisch, en in belangrijker mate nog dan
de perceelen met lagere huurwaarde, profiteeren.
Wij nemen tot voorbeeld een progressieve regeling, ingericht
als volgt:
voor huurwaarden van 200.1000.— 90 opcenten.
1000.—
2000.— 100
2000.en hooger 110
Bij een dergelijke regeling wordt, aan de hand van de
voorbeelden die wij hiervoren reeds gaven, de belastingver
laging vergroot:
bij het voorbeeld 1
2
3
met 0.40
1.53
4.83
terwijl bij voorbeeld 6 de belastingverlaging van 15.
veranderd wordt in een belastingverhooging van 15.40.
Deze resultaten betreffen alleen den invloed van de progres
sieve regeling per aanslag, doch wij moeten er op wijzen,
Huur
Belast
Hoofdsom
Opcenten
van
waarde.
baar.
belasting.
100.
Totaal.
huurw.
De tusschen geplaatste cijfers zjjn die bij de bestaande opcentenheffing.
11
11
11
11
11
11
11
11
11
11
11
11
11