MAANDAG .9 MEI 1927. 65 betreffende in den Raad behandelde finaneiëele voorstellén. Wel is herhaaldelijk bij opmerkingen hierover beloofd, dat het niet weer zou gebeuren, doch dit neemt niet weg, dat hier alles bij het oude blijft. De heer Wilbrink zegt, dat wij een volgende maal moeten weigeren het achteraf gevraagde crediet toe te staan, maar dit zal men toch niet doen. Waar dit over groote sommen gaat, was het veel wijzer geweest om het een jaar op de nieuwe manier te probeeren; wanneer het dan te lastig is, kan men beter tot de oude manier terug- keeren, dan om te zeggen probeer het een jaar op de oude manier, want wij weten de moeilijkheden niet. Het gaat hier over de manier, waarop het geld van de gemeente en van de burgerij wordt besteed; de Raad moet trachten dit zooveel mogelijk ten bate van de geheele burgerij te besteden, zoo goed mogelijk en zoo overzichtig mogelijk. Daaraan ontbreekt op dit oogenblik nog zeer veel. De heer Sanders zegt, dat door de aanneming van het amendement van den heer Eerdmans een groote leemte zou ontstaan. De verordening zou, spreker wil niet zeggen een misbaksel, maar dan toch gelijk een ingevallen pudding worden. Bovendien zouden Burgemeester en Wethouders moeilijk kunnen voldoen aan hetgeen volgt op de 8 voorgestelde artikelen, n.l. de Commissie vroegtijdig in de gelegenheid stellen om kennis te nemen van de finaneiëele aangelegen heden, die den Raad ter behandeling worden voorgelegd. De heer Eerdmans heeft er op gewezen, dat de Commissie van Financiën door de aanneming van zijn amendement de geheele financiën van de gemeente zou kunnen omvatten, ja, dat zij zelfs de overschrijdingen van de begrootingsposten zal kunnen voorkomen. Spreker ziet niet in, hoe een Commissie van Financiën, met het amendement van den heer Eerdmans, zal kunnen voorkomen overschrijdingen van de begrooting, zooals die regelmatig voorkomen en ook moeten voorkomen. Ten gevolge van dit voorstel van Burgemeester en Wet houders zal de geheele organisatie van de Commissiën van den Raad aldus zijn, dat alle finaneiëele aangelegenheden hetzij door de eene Commissie hetzij door de andere Commissie onder de oogen gezien Worden en dat alleen die punten, de financiën der gemeente rakende, welke niet door een of andere Commissie worden bekeken, geheel en al bij de Commissie van Financiën zullen blijven. Spreker meent, dat de Raad thans een loyale proef moet nemen met hetgeen Burgemeester en Wethouders hebben voorgesteld en dat het amendement moet verworpen worden. De heer Wilbrink meent ook, dat een Commissie van Financiën niet in staat zal zijn om overschrijdingen van begrootingsposten te voorkomen. Het eenige remedie daar tegen zou zijn, dat „op een gegeven oogenblik de Raad derge lijke overschrijding van een begrootingspost afstemt. De Commissie van Financiën kan in zulke zaken niet voorzien, want zij zal niet kunnen beoordeelen, of een be grooting van eenig werk in orde is en ook zal gewoonlijk een begrooting wel zoo in elkaar zitten, dat ér technisch geen aanmerking op te maken is. Ook een technicus zal moeten toegeven, dat het werk, zooals het omschreven is, voor het geraamd bedrag gemaakt zal kunnen worden, maar het zijn de vele veranderingen, welke onderwijl in een plan aangebracht worden, zooals in het plan voor het nieuwe politiebureau, welke leiden tot overschrijding der raming. Dat zal men met een Commissie van Financiën niet kunnen voorkomen. De heer van Tol heeft den vorigen keer gestemd voor het amendement, maar nu hem uit de mededeelingen van den Wethouder en sommige leden der Commissie van Financiën gebleken is, dat .door aanneming van het amendement het karakter der verordening geheel gewijzigd zou worden, zal hij thans tegen stemmen. Het amendement van den heer Eerdmans c. s. op artikel II, strekkende om in artikel 5 sub 8° te schrappen de woorden: »welke aan haar oordeel worden onderworpen', in herstem ming gebracht, wordt met 16 tegen 15 stemmen verworpen. Tegen stemmen,: de heeren Splinter, van Rosmalen, Schone- veld, Huurman, van der Reijden, Coster, Wilbrink, van Tol, Heemskerk, Spendel, Wilmer, Eikerbout, Bergers, Meijnen, Reimeringer en Sanders. Vóór stemmen: de heeren Eerdmans, Rooistra, van Stralen, van Hamel, Dubbeldeman, Knuttel, Baart, Groeneveld, van Eek, Sijtsma, mevrouw van Itallievan Embden, de heer Verweij, mevrouw Dietrichde Rooij, de heeren Ebbink en Sehüller. (De heer Deumer had de vergadering tijdelijk verlaten). b. Artikel II van de wijzigingsverordening wordt vervol gens zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarnade geheele verordening eveneens zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. XIX. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Katoen- Maatschappij voorheen de Heijder en Co., om vergunning tot het maken van een luchtbrug van hare fabriek aan de Heerengracht naar die in de Looiersstraat. (Zie Ing. St. No. 95). Hierbij komen tevens aan de orde het desbetreffend ver zoek van E. Rietbergen e. a. en het door den heer Schüller ingediend voorstel luidende «Ondergeteekende stelt voor punt 19 van de agenda af te voeren". Het voorstel van den heer Schüller wordt voldoende onder steund en maakt mitsdien een onderwerp van beraadsla ging uit. De heer Schüller. De reden, dat spreker zijn voorstel tot af voering van dit punt der agenda heeft ingediend, is gelegen in het feit, dat hij van meening is, dat deze aanvrage door Burgemeester en Wethouders, door den Directeur van Ge meentewerken en de Commissie van Fabricage z. i. niet met de noodige zorg is behandeld. De voor- en nadeelen ervan zijn niet voldoende overwogen. Spreker wenscht er tegen op te komen, dat men alleen rekening heeft gehouden met de belangen van adressanten en niet met die van de omwo nenden. Spreker gevoelt zich echter zeer gegriefd door de in het voorstel voorkomende zinsnede tevens in aanmerking nemende het gedeelte van de stad, alwaar de brug zal worden geplaatst, bezwaarlijk kan worden geweigerd Spreker komt voort uit en is grootgebracht in een arbei dersgezin en beweegt zich nog altijd onder de arbeiders; iedere arbeider zal de grievende beleediging, die in deze woorden ligt, gevoelen. Deze arbeiders, die daar wonen, Rebben ook gevoel voor schoonheid en hebben er ook recht op om door de Overheid beschermd te worden, wanneer dat noodig is. Spreker kan niet begrijpen, hoe de in deze Com missie gekozen afgevaardigde van de Christelijke arbeiders het opnemen van deze zinsnede in dit stuk heeft geduld. Er wordt hier gezegd, dat het tegen de verkiezingen.loopt. Dat weet spreker ook wel, gezien de interpellatie over den 1 Mei-optocht. Volgens het voorstel zal de luchtbrug over de Oranjegracht 5 M. hoog zijn en daarna door de Oosterkerksteeg op een hoogte van 6 M. loopen. Wie ter plaatse den toestand heeft opgenomen, zooals spreker gedaan heeft, zal moeten toestemmen, dat het onbe grijpelijk is, dat Burgemeester en Wethouders met dergelijk voorstel zijn kunnen komen, te meer nu er een deskundige Wethouder van Fabricage is. De zeer haastige behandeling van dit verzoek zal er toe geleid hebben, dat men er niet toe gekomen is om zich af te vragen: is er geen andere oplossing te vinden, waardoor beide partijen bevredigd zouden kunnen worden? Spreker meent, dat nog twee andere oplossingen mogelijk zouden zijn. Vooreerst en dit lijkt hem practisch en doel treffend voor beide partijen zou aan de firma toestem ming verleend kunnen worden om een vaste brug over de Oranjegracht te leggen en om rails te leggen in den open baren weg. Zoodoende zou een behoorlijke verbinding tus- schen beide deelen der fabriek verkregen kunnen worden. Een tweede oplossing zou zijn, dat de brug boven de huizen gelegd werd. Zooals het voorstel nu luidt, zal de brug licht en lucht aan de omwonenden benemen, althans gedeeltelijk, en de waarde van de huizen zal daardoor zeker verminderen. Spreker zou dus gaarne zien, dat nog eens met de betref fende firma overleg werd gepleegd om tot een betere oplos sing te geraken, en met het oog daarop heeft hij een voor stel ingediend om dit agendanummer voorloopig van de agenda af te voeren. De heer Heemskerk verklaart niets te gevoelen voor het voorstel van het College. Spreker heeft zoodanige bedenkingen tegen het aanbrengen van een verbindingsbrug tusschen de beide deelen van deze fabriek, zooals in dit voorstel bedoeld, dat hij zijn stem daaraan niet zal kunnen geven, tenzij alsnog argumenten aangevoerd worden, welke spreker van zienswijze zouden doen veranderen. Intusschen is spreker gaarne bereid om als het kan de industrie in alle opzichten tegemoet te komen door mogelijk te maken een verbinding van beide deelen der fabrie'k, maar, zooals het hier voorgesteld wordt, kan het zijne instemming niet wegdragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 5