MAANDAG 11
APRIL 1927.
59
Dat gaat natuurlijk niet. De Directeur beriep zich er op,
dat bij »Vooruit" de financiën zoo slecht geregeld waren, dat
het zou leiden tot een débacle en daarbij heeft de Wethouder
zich aangeslotenmaar heden heeft de Wethouder een geheel
ander geluid doen hooren; die verwacht, dat de financiëele
toestand van beide vereenigingen zoo gunstig zal blijken te
zijn, dat voor subsidiëering geen aanleiding meer zal bestaan.
Zoodoende komt men af van het geven van subsidie aan
«Vooruit" en hoe langer het maar duurt, hoe langer de
«Onderlinge" het subsidie behoudt. In een vergadering van
de Commissie heeft de Directeur gezegd, dat hij het subsidie
aan de «Onderlinge" niet meer zou uitbetalen, omdat hij het
niet meer kon berekenen door het ingevoerde «Tarief
van bijdragen wegens ziekenhuisverpleging". Spreker heelt
toen er op gewezen, dat er eenmaal een Raadsbesluit op
dit stuk was en dat hij dus het subsidie zou moeten uitbe
talen. Eenige maanden later bleek dan ook, dat het subsidie
nog steeds werd uitbetaald, omdat het bestuur van «de
Onderlinge" zich op het Raadsbesluit beriep.
Op 26 October 1925 heeft de Directeur voorgesteld om het
subsidie aan de «Onderlinge" in te trekken en dan zou
vanzelf «Vooruit" het ook niet krijgen. Dat de «Onderlinge"
het reeds zoo lang gehad had, deed blijkbaar niet ter zake,
en dat die vereeniging het nog krijgt, doet ook niet ter
zake. Intusschen is het boekjaar 1925 afgesloten en het zal
zeer moeilijk gaan om over dat jaar nog een uitkeering aan
«Vooruit" toe te kennen. Thans nadert het tijdstip, dat ook
het boekjaar 1926 wordt afgesloten en dan zal ook over dit
jaar geen uitkeering meer gedaan worden.
Daarom zegt spreker: tijd gewonnen is veel gewonnen.
Wat die tegenwerking beteekent, weet spreker niet. De zaak
is zoo. De «Onderlinge" is een z.g. neutrale vereeniging,
maar waarvan toch de dagelijksche leiding bestaat uit Christe
lijke personen, wat voor spreker geen bezwaar is om die
vereeniging te steunen. «Vooruit" staat onder leiding van
sociaal-democraten, maar dat is het eenige verschil, want de
werkzaamheden van beide vereenigingen liggen op neutraal
terreinde patiënten van «Vooruit" worden zoowel in het
Katholieke Elisabethsgèsticht, in het Christelijke Diaconessen-
huis als in het Academisch Ziekenhuis verpleegd; zij worden
daarin vrijgelaten en geenszins gedwongen. «Vooruit" bespaart
voor de gemeente even goed per verpleegde een paar gulden
per dag als de «Onderlinge". Spreker begrijpt dus niet,
waarom die tegenwerking bestaat en weet niet, of dat nu
anti-socialisme is.
Als bezwaar is genoemd, het moeilijke «Tarief van bijdragen
wegens ziekenhuisverpleging" dat eenigen tijd op proef heeft
gewerkt en later door den Raad is vastgesteld. Maar voor de
«Onderlinge" gold dat bezwaar toch niet! Ondanks dat moeilijke
tarief ging het subsidie aan de «Onderlinge" geregeld door;
waarom kon dat niet bij «Vooruit"? «Vooruit" heeft reeds
1560 verpleegdagen betaalt, die anders de gemeente zou moeten
betalen en dat beteekent voor de gemeente een bezuiniging
van ongeveer f 3000.Het gemeentebestuur kan zoo vlug
werken, dat een antwoord al gegeven is, nog vóórdat een
verzoek inkwam en wanneer dan «Vooruit" in een gelijke
zaak 1| jaar moet wachten, dan is dat een meten met twee
maten; dat moet men voelen.
Spreker verwacht nu een voorstel aan den Raad om aan
«Vooruit" geen subsidie te geven op grond van den gunstigen
flnanciëelen toestand, terwijl men een jaar geleden geen subsidie
wilde geven wegens den slechten flnanciëelen toestand. De
Wethouder zal een heele buiteling moeten maken om dat
goed te praten. Spreker dringt er op aan deze zaak ter
sprake te brengen in de vergadering van de Commissie voor
den Geneeskundigen Dienst, de eerste, die dit jaar gehouden
wordt, van 21 April. Eenige maanden later zullen Burge
meester en Wethouders beslissen en misschien weer eenige
maanden later zal er een voorstel komen. Spreker hoopt, dat
de Wethouder nu eens spoed zal betrachten met het nemen
van een beslissing op dit eenvoudige verzoek; het wordt nu
meer dan tijd.
De heer Wilmer verklaart, mede namens mevrouw Die
trichde Rooy en den heer Huurman, dat de Commissie voor
den Geneeskundigen Dienst zeer beslist overtuigd is, dat de
Directeur van den Geneeskundigen Dienst niet met de slim-
berekende partijdigheid ten aanzien van de coöperatie «Vooruit"
heeft gehandeld als de heer Groeneveld heeft trachten aan te
toonen.
De heer Kooistra zegt, dat men hier wel van bevoorrechting
moet spreken, wanneer men ziet het verschil in tijdsduur
tusschen aanvrage en beslissing bij deze twee zaken. Waar
de Directeur van den Geneeskundigen Dienst ook loco-secretaris
is van de «Onderlinge", kan men daaruit niet anders dan de con
clusie trekken, dat bevoorrechting niet is uitgesloten. Spreker
wil de verklaring van de andere Commissieleden, dat de
Directeur niet partijdig is geweest, nog niet direct aannemen.
Er is zooveel verschil in den tijd, waarin de beide verzoe
ken zijn afgehandeld, dat bevoorrechting niet is uitgesloten.
Spreker heeft zich daarnet tegen protectie verzet, maar ook
deze bevoorrechting moet achterwege blij ven. Spreker zal geen
motie indienen, maar verzet zich tegen bevoorrechting van
een organisatie, die hetzelfde beoogt als een ander en eenige
duizenden guldens subsidie krijgt, terwijl de ander vermoe
delijk niets krijgt. Spreker zal zich daarover niet erg benauwd
maken, maar door dat traineeren sterkt men alleen de kas
van de «Onderlinge" maar.
De heer Meijnen zegt, dat 95% van hetgeen de heer Groe
neveld gezegd heeft, thuis behoort in de Commissie voor den
Geneeskundigen Dienst, die, naar voorloopig is bepaald, op
21 April zal samenkomen. Daarom gaat hij er thans niet
op in.
Wat betreft de bewering, dat spreker de zaak zou trainee-
ren, heeft hij aan hetgeen hij in eerste instantie daarover
gezegd heeft, niets toe te voegen.
De heer Reimeringer is er altijd ontvankelijk voor, wanneer
men hem zijn feilen toont, maar moet opkomen tegen de
bewering van den heer Groeneveld, als zou spreker, nu de
verordening voorschrijlt om de twee maanden te vergaderen,
juist daarom niet vergaderen. Wanneer er werkelijk ernstige
zaken zijn, schroomt spreker niet de heeren bij elkaar te
roepen, zooveel maal als noodig is, maar wanneer er niets
is, dan doet spreker dat niet. De heer Groeneveld vond het
ook niet noodig om te vergaderen, toen er eens alleen een
paar stukken rondgegaan waren en er verder niets te behan
delen was. Wanneer het niet noodig is, roept spreker de
Commissie niet bij elkaar; in het afgeloopen jaar heeft de
Commissie geregeld en goed vergaderd.
De heer Groeneveld zegt, dat de heer Reimeringer het
Raadsbesluit, om als regel per 2 maanden te vergaderen,
zoo uitlegt, dat hij de Commissie niet samenroept, wanneer
hij het niet noodig vindt. Spreker vindt die uitlegging van
een Raadsbesluit niet te pas komen en is het ook niet met
hem eens, dat een vergadering niet noodig was. Zoo heeft
spreker van derden vernomen, dat de Directeur van den
Markt- en Havendienst een nieuw en kostbaar ingericht
kantoor heeft gekregen, terwijl de desbetreffende Commissie,
die daarmede toch zeker iets te maken heeft, er absoluut
niets van af weet; vroeger, toen er een veel kleiner kantoor
werd ingericht, is er zeer uitvoerig over gesproken. De
Wethouder zegt nu wel, dat spreker dan een vergadering
had moeten aanvragen, maar de Wethouder behoort de
vergaderingen uit te schrijven en mag de verordening niet
uitleggen, dat hij haar niet uitvoert, wanneer hij het niet
noodig acht. De Wethouder moet de verordeningen uitvoeren
en al heeft de Voorzitter niets, een lid kan nog wel wat hebben.
Spreker zal op de andere zaken niet dieper ingaan; de
heer Kooistra heeft al gewezen op het enorme verschil in
behandeling van twee gelijke zaken. Spreker is over dat
meten met twee maten niet tevreden en gevoelt dat als een
onrecht. Een vereeniging onder leiding van sociaal-democraten
mag niet anders behandeld worden dan een onder leiding
van Christelijke menschen; spreker heeft er ernstig bezwaar
tegen, dat sociaal-democraten beschouwd worden als burgers
tweede klasse, omdat zij dezelfde verplichtingen hebben als
de andere ingezetenen. Spreker verlangt, dat de Raad en de
Wethouder recht zullen doen zonder aanzien des persoons
en alleen vragen, of deze vereeniging werkt in het belang
der gemeente. Met andere motieven heeft spreker niets te
maken en de Wethouder ook niet.
De heer Schoneveld zegt, dat de heer Groeneveld wel
geen kwaad heeft gesproken van de «Onderlinge", doch betreurt
het met den Directeur van den Geneeskundigen Dienst, dat
«Vooruit" een afdeeling Ziekenhuis verpleging heeft opgericht,
omdat in de bestaande «Onderlinge" ruimschoots plaats was,
ook voor sociaal-democraten, daar ieders meening wordt ge
ëerbiedigd. Zelfs zijn verschillende sociaal-democraten, ook
de heer Groeneveld, lid van de «Onderlinge" geweest. Hoewel
de leiding in handen van Christelijke personen is, kan iedereen
lid worden, ongeacht zijn politieke of godsdienstige over
tuiging; ieder wordt op dezelfde correcte wijze behandeld.
Spreker betreurt het, dat diegenen, die aan spreker altijd
verwijlen, dat hij de splijtzwam gebruikt, hier zelf de splijtzwam
gehanteerd hebben. Nu zegt de heer Groeneveld wel, dat de
«Onderlinge" de arbeiders niet zoo gemakkelijk kon bereiken,
maar dat is onjuist, want de leden van de «Onderlinge"
behooren tot verschillende groepen arbeiders. Hier was op
een ruim standpunt samenwerking mogelijk tusschen alle
groepen der maatschappij.
De «Onderlinge" heeft, voor zoover tenminste aan spreker
bekend, niet den minsten invloed uitgeoefend op de behandeling
van het verzoek van «Vooruit". Zij heeft integendeel in een