GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 31 IHGSKOHES STIKKEN. N°. 69. Leiden, 26 Maart 1927. Bij Koninklijk Besluit, d.d. 28 Januari j.l. (Stsbld. 19) zijn ongegrond verklaard de zoowel door Uwe Vergadering als door het bestuur der Gereformeerde Schoolvereeniging alhier, ingestelde beroepen tegen het besluit van Gedepu teerde Staten dezer provincie, waarbij de vergoeding bedoeld in artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1922 bij raadsbesluit, d.d. 10 November 1924 (Ingek. Stukken No. 292) vastgesteld op ƒ16.99 per leerling van het gewoon lager onderwijs en 22.42 per leerling van het uit gebreid lager onderwijs nader werd bepaald op respectieve lijk ƒ28.56 en ƒ40.80. De aanmerkelijke verhooging van de aanvankelijk door Uwe Vergadering vastgestelde bedragen is het gevolg van het in de berekening voor de vergoeding opnemen van: a. de kosten van salarieering van de vakonderwijzers; b. de kosten wegens salarissen, verzekering tegen onge vallen, rentezegels en pensioenkosten van in dienst der gemeente zijnde personen, die op eenigerlei wijze directen of iudirecten arbeid verrichten ten behoeve van de openbare scholen, waaronder begrepen ambtenaren ter secretarie en c. de kosten wegens brandassurantie der schoolgebouwen. Al deze kosten zijn destijds door ons niet in de berekening opgenomen, omdat zij volgens de toen nog geldende opvatting der Kroon niet in aanmerking konden komen (Ingek. Stukken No. 269 van 1925). Nu de Kroon in deze haar vroeger standpunt heeft verlaten, zal alsnog met die kosten rekening moeten worden gehouden en zal aan de schoolbesturen moeten worden uitgekeerd een bedrag van ƒ37.648.83, waarvan ƒ34.435.23 voor gewoon lager onderwijs en ƒ3213.60 voor uitgebreid lager onderwijs, terwijl in mindering wordt ge bracht wegens door de schoolbesturen in de gemeentekas terug te storten schoolgelden en bij voorschot uitgekeerde gelden ƒ2301.30, waarvan ƒ1280.71 voor lager onderwijs en ƒ1020.59 voor uitgebreid lager onderwijs, zoodat de uitgaaf bedraagt ƒ35347.53. Voorts zal aan het bestuur der Gereformeerde School vereeniging moeten worden terugbetaald 1837.63, wegens te veel in de gemeentekas gestorte schoolgelden. In totaal zal dus moeten worden uitgekeerd 35347.53 1837.63 37185.16. In verband hiermede merken wij op, dat in Uwe Verga dering van 30 Augustus 1926 (Ingek. Stukken, No. 159) werd besloten van het batig saldo van den gewonen dienst 1925 een bedrag van 45000.over te brengen op den dienst 1926, teneinde te worden gereserveerd tot het doen van eventueele uitgaven, betrekking hebbende op voorafgaande dienstjaren, ten behoeve van het bijzonder lager onderwijs. Aangezien genoemd bedrag van 45000.nog beschikbaar is, is het rationeel een gedeelte daarvan te bestemmen ter bestrijding van de hiervoren bedoelde uitgaaf van 37185.16. Op grond van het vorenstaande geven wij U in over weging a. de vergoeding, bedoeld bij artikel 101 der Lager Onder wijswet 1920, over het jaar 1922, voor de besturen der na te noemen bijzondere scholen nader vast te stellen, voor de school voor l.o. aan de Hoogewoerd 57, met 214 leerlin gen, op6111.84 de Haarlemmerstraat 32/34, met 222 leerlingen op6340.32 de van der Werffstraat 98/100, met 571 leerlingen op16307.76 het Rapenburg 48, met 285 leerlin gen, op8139.60 de Pelikaanstraat 20, met 255 leer lingen, op7282.80 de Haarlemmerstraat 240, met 426 leerlingen, op12166.56 het Noordeinde 1 (1 Sept.31tDec.) met 103 leerlingen, op980.56 de Pieterskerkgracht 9, met 245 leer lingen, op 6997.20, verminderd met 1850.64 schoolgeld, is5146.56 de Middelstegracht 119, met 282 leerlingen, op 8053.92, verminderd met 658.01 schoolgeld, is. 7395.91 de Hooglandsche Kerkgracht 20a, met 232 leerlingen, op6625.92 den Heerensingel (Lusthoflaan), met 234 leerlingen, op6683.04 l.o. aan de Hooigracht (Stadhouderslaan), met 206 leerlingen, (over het tijdvak van 1 Januari tot en met 30 April be rekend naar 26.23| en over het tijdvak van 1 Mei tot en met 31 December naar 28.56 per leerling) op 5723,71 de Pasteurstraat 2b, met 511 leer lingen op 14594.16, verminderd met 1917.63 schoolgeld, is 12676.53 het Noordeinde 38, met 298 leer lingen op 8510.88; aangezien het bestuur aan schoolgeld 8993.59 en aan voorschot 798.heeft ont vangen, zal het derhalve 1280.71 in de gemeentekas moeten storten, m.u.l.o. de Hoogewoerd 57, met 152 leerlingen in de afdeeling gewoon lager- en 32 leerlingen in de afdeeling uitgebreid lager onderwijs, op5646.72 (n.l. 4341.12 voor de afd. gewoon lager- en 1305.60 voor de afd. uit gebreid lager onderwijs), u.l.o. de Haarlemmerstraat 32/34 met 58 leerlingen, op2366.40 het Rapenburg48, met 76 leerlingen op 3100.80 aan het Noordeinde 38, met 48 leer lingen, op 1958.40 aangezien het bestuur aan schoolgeld 2642.99 en aan voorschot 336.heeft ont vangen, zal het derhalve 1020.59 in de gemeentekas moeten storten, de Hooglandsche Kerkgracht 20a, met 61 leerlingen, op2488.80 b. over te gaan tot vaststelling van de hierbij over gelegde begrootingsstaten, model D, dienst 1926 en 1927, teneinde ons College in staat te stellen de benoodigde gelden aan de besturen der hiervoren genoemde scholen uit te keeren. Op volgn. 603 „Onvoorziene Uitgaven", dienst 1926, waarop het hierboven genoemde bedrag van 45.000.werd over gebracht, is thans nog ƒ82.336.075 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 70. Leiden, 26 Maart 1927. De verordening op de heffing van schoolgeld voor het lager onderwijs (Gemeenteblad No. 14 van 1925) werd door de Kroon goedgekeurd tot 1 September a. s., zoodat het noodig is eene nieuwe verordening vast te stellen of de thans geldende te handhaven, door haar opnieuw vast te stellen. Aangezien het te verwachten is, dat bij de aanstaande wijziging van de Lager Onderwijswet 1920 ook de daarin voorkomende bepalingen betreffende het heffen van school geld verandering zullen ondergaan, komt het ons voor, dat de bestaande verordening, in afwachting van bedoelde wetswijziging, ongewijzigd moet worden gehandhaafd. In verband daarmede geven wij U dan ook in overwe ging de verordening tot heffing van schoolgeld voor het lager onderwijs in de gemeente Leiden, vastgesteld in Uwe Vergadering van 13 Juli 1925 onveranderd opnieuw vast te stellen, met dien verstande, dat artikel 14 dier ver ordening wordt gelezen als volgt „Deze verordening treedt „in werking op 1 September 1927, op welken datum de „verordening van 13 Juli 1925 (Gem.blad No. 14) tot heffing „van schoolgeld voor het lager ouderwijs in de gemeente „Leiden, vervalt." Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 71. Leiden, 31 Maart 1927. Tegen inwilliging van de hiernevensgaande verzoeken van de heeren H. W. Blote, Dr. W. Th. M. Weebers, H. P. Veldhuyzen en J. A. Schreuder bestaat bij ons College geen bezwaar. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging de heeren H. W. Blote, Dr. W. Th. M. Weebers, H. P. Veldhuyzen en J. A. Schreuder weder in hunne betrekking van school arts te bestendigen en zulks voor het tijdvak van 1 April 1927—1 April 1928. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 1