16
N°. 40. Leiden, 14 Februari 1927.
Onder verwijzing naar het hieronder afgedrukt schrijven
van de Commissie van Beheer over de Gestichteu „Ende
geest, Yoorgeest en Rhijngeest" geven wij Uwe Vergadering
in overweging de uitvoering van de beton- en gewapend
betonwerken met bijbehoorende grondwerken ten behoeve
van de .uit breiding van de paviljoens E en E1 voor onrustige
mannen en vrouwen op het terrein van „Endegeest" onders
hands op te dragen aan de N.V. Breda'sche Beton-Maat-
schappij v/h H. Vriens te Breda voor 16207.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 8 Februari 1927.
Voor de uitvoering van de beton- en gewapend beton
werken met bijbehoorende grondweAen ten behoeve van de
uitbreiding van de paviljoens E en E1 voor onrustige man
nen en vrouwen op het terrein van het Krankzinnigenge
sticht „Endegeest", tot welke uitbreiding onze Commissie
is gemachtigd bij Raadsbesluit van 22 November j.l., waarop
inmiddels de goedkeuring is verkregen van den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en van Gedepu
teerde Staten der Provincie Zuid-Holland, heeft de Direc
teur der Gemeentewerken aan een 8-tal speciale firma's
hier te lande aanbiedingen gevraagd volgens de hiernevens-
gaande „prijsaanvrage" met teekening.
Op grond van de ingekomen, mede hierbij overgelegde,
aanbiedingen stelt genoemde Directeur voor de uitvoering
dier werken ondershands op te dragen aan de laagste in-
schrijfster, de N.V. Breda'sche Beton Maatschappij v/h.
II. Vriens te Breda voor de som van 16207.met welk
voorstel onze Commissie zich geheel kan vereenigen, omdat
deze inschrijfster gunstig bekend staat en destijds tot volle
tevredenheid van de Directie der Gemeentewerken de over
eenkomstige werken van het zuster- en broederhuis heeft
uitgevoerd.
Wij geven Uw College dan ook beleefd in overweging-
den Gemeenteraad voor te stellen de uitvoering van de
beton- en gewapend betonwerken met bijbehoorende grond
werken ten behoeve van de uitbreiding van de paviljoens
E en E1 voor onrustige mannen en vrouwen op het terrein
van het Krankzinnigengesticht „Endegeest" te Oegstgeest,
ondershands op te dragen aan de N. V. Breda'sche Beton
Maatschappij v/li H. Vriens te Breda voor de som van
16207.—.
De Commissie van Beheer over de
Gestichten „Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest",
Aug. L. Reimekingek, Voorzitter.
J. A. v. d. Stok, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 41. Leiden, 14 Februari 1927.
In den loop van het vorige jaar wendde de Leidsche
Bouw-Maatschappij zich tot ons College met verzoek om
aan haar, in verband met den voorgenomen bouw van enkele
Avoningen, af te staan een gedeelte van den berm langs de
Poelwetering aan den Rijnsburgerweg, waartegenover de
gemeente den eigendom zou kunnen bekomen van een strook
grond in de bocht van de Poelwetering. (Zie kaart A).
Aangezien de gemeente, naar uit de ter visie gelegde
stukken blijkt, bij het bezit van laatstgenoemde strook niet
voldoende belang heeft, deelden wij aan de Maatschappij
mede, dat wij eene ruiling als bedoeld niet konden beA7or-
deren, doch dat wij bereid Avaren Uwe Vergadering voor te
stellen het gedeelte berm, groot i 32 M2. te verkoopen tegen
15.per M2. Echter deden wij de Maatschappij tevens
nog een andere oplossing aan de hand.
Ten vorigen jare hadden wij n.l. den heer Jesse, bestuurslid
van de Leidsche Bouw-maatschappij, verzocht een driehoek -
vormige strook grond van het hem in privé toebehoorend
terrein langs den Rijnsburgerweg, tusschen de Mariënpoel-
straat en het Posthof, aan de gemeente af te staan, teneinde
daar ter plaatse, in verband met de verbetering van den
Rijnsburgerweg, een behoorlijk trottoir te kunnen maken.
Met den heer Jesse kon toen evenAvel geen overeenstemming
Avorden bereikt.
Hoewel de bedoelde strook grond thans niet meer absoluut
noodig is, omdat de daar destijds staande boomen alle zijn
gerooid en bereids een tegeltrottoir is aangelegd, zoo zou het
toch een goede verbetering van dezen fraaien weg zijn,
indien het tegeltrottoir nog eenigszins kon worden verbreed.
De door ons bedoelde oplossing nu, die wij sub
sidiair in overweging gaven, was deze: Avanneer het be
stuur den heer Jesse zou kunnen bewegen de strook grond
langs den Rijnsburgerweg, groot 22 M2, aan de gemeente
af te staan, dan zou de betaling wat men noemt met
„gesloten beurzen" kunnen geschieden, m.a.w. de gemeente
ruilt de door de Maatschappij A'erlangde strook tegen het
stukje van den heer Jesse, in Avelk geval de gemeente op
zich neemt de bestaande draadafrastering op hare kosten
te verplaatsen.
Onder dagteekening van 29 Januari j.l. berichtte het
bestuur der Maatschappij ons, dat de heer Jesse genegen
was zijn medeAverking tot deze ruiling te verleenen en dat
derhalve een transactie, als door ons in de tweede plaats
was aangegeven, kon tot stand komen.
In overeenstemming met het advies van de Commissie Aran
Fabricage geven wij Uwe Vergavdering mitsdien in overweging
te besluiten tot ruiling met de Leidsche Bouw-Maatschappij
van het gedeelte berm langs de Poelwetering op de over
gelegde kaart C (schaal 1500) in groene kleur aangeduid
en deel uitmakende van het kadastrale perceel der gemeente
Leiden Sectie L no. 534 tegen den op die teekening in roode
kleur aangegeven grond deel uitmakende van de kadastrale
perceelen der gemeente Leiden Sectie L nis 905, 1116 en
1117, onder voorwaarde, dat de gemeente de bestaande
draadafrastering voor laatstgenoemde perceelen op hare
kosten terugplaatst.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 42. Leiden, 14 Februari 1927.
Door de besturen der in deze gemeente gevestigde bijzon
dere scholen zijn verzoeken ingediend om hen, overeenkom
stig het bepaalde in het 3e lid van artikel 103 der Lager
Onderwijswet 1920, ten behoeve van hunne scholen A7oor het
jaar 1927 een A-oorschot te verleenen op de vergoeding van
de kosten van instandhouding, bedoeld in artikel 101 dier wet.
Uit het overzicht, gevoegd bij de in de Leeskamer ter
inzage gelegde stukken, blijkt, dat volgens de gemeentereke
ning 1925 de kosten van instandhouding van openbare
scholen A-oor gewoon lager- en uitgebreid lager onderwijs
met uitzondering van de kosten voor vakonderwijzers
over dat jaar bedroegen respectievelijk/67.762.43 en 9.404.09
Aangezien het gemiddeld aantal leerlingen in 1925 voor
de scholen voor 1. o. en u.l.o. resp. 4670 en 347 Avas, bedroe
gen de kosten per leerling over dat jaar derhalve 14.51
A7oor de scholen voor gewoon lager onderwijs en 27.10 \*oor
de scholen voor u.l.o., Avelke bedragen ingevolge Koninklijk
Besluit, dd. 18 Juni 1926 (8. 201) zie Ingekomen
stuk No. 149 van dat jaar wegens administratiekosten
etc. worden vermeerderd met 0.50 en derhalve gebracht
op 15.01 en 27.60.
De gemeente heeft voorts over 1926, met inbegrip van de te
haren laste gebleven pensioensbijdragen, gemiddeld per Aveke-
lijksch lesuur uitgegeven voor het vakonderwijs in de nuttige
handwerken 97.09, voor dat in de lichamelijke oefening
134.42 (AToor gewoon lager onderAvijs) en 153.70 (voor
u. 1. o.) en voor dat in de wiskunde 160.50, terwijl ge
middeld per school en per Aveek onderwijs werd gegeven in
de nuttige handwerken gedurende 8.6425 uur, in de gym-
nasliek 4.275 uur (aan de scholen voor gewoon 1. o.) en
9.25 uur (aan scholen A7oor u. 1. o.) en in de wiskunde
10 uur.
Naar aanleiding van het vorenstaande geven Avij u in
overAveging:
a. het A-oorschot op de vergoeding voor het jaar 1927,
bedoeld bij art. 101 der Lager onderwijswet 1920, uit te
keeren aan de besturen der bijzondere scholen, vast te stellen
tot een totaal bedrag van 83686.(vergoeding voor vak
onderwijzers inbegrepen) en wel voor de school voor:
1. o. aan de Krauwelsteeg, op 2582.b 672.x)
aan het Levendaal 54, op „1874.j- 672.
aan de Haarlemmerstraat 32, op „3159.j-460.M
aan den Heerensingel 27 (meis
jes) op„1910.h 431.1)
aan de van der Werffstraat98/i0o
op2534.h„ 1131.— J)
aan de Oude Vest 103/i95, op. „2150.1- „1131.J)
aan den Heeren singel 27 (jon
gens), op„2150.b 431—
aan het Rapenburg 48, op 3327.b 460.J)
aan de Haarlemmerstraat 240, op 2774.j-460.J)