MAANDAG 24 JANUARI 1927. 7 De heer van Ecic wenscht naar aanleiding van het feit, dat onlangs door een noodlottig toeval een Amsterdamsch rechercheur is doodgeschoten, te vragen, of er ook in de in structie der politie een bepaling staat, dat slechts in de uiterste noodzakelijkheid van vuurwapenen gebruik gemaakt mag worden, en of, zoo dit niet het geval is, er dan geen aanleiding bestaat om dergelijke bepaling daarin op te nemen. Het blijkt wel, dat zelfs het schieten in de lucht groot gevaar kan opleveren. In het algemeen lijkt spreker het schieten in een straat van een groote stad uiterst gevaarlijk. De Voorzitter zegt antwoord in een volgende vei gade- ring toe. De heer Groeneveld vraagt, of spoedig te verwachten is het praeadvies omtrent de door den Raad aangenomen motie in zake de verbetering van de Janvossensteeg. Verder wit spreker vragen, of het niet mogelijk is, dat het verslag van de R aadsvergaderingen voortaan wat spoediger in druk verschijnt. Dezer dagen pas, dus ruim 7 weken na dato, is verschenen het verslag van de vergadering van 29 November 1926, den eersten begrootingsdag. Het is spreker bekend, dat in den laatsten tijd een ambtenaar op het Stadhuis bezig is met het verslag, zooals het door de stenografen wordt gemaakt, nog eens in te korten en naar spreker meent daardoor onbetrouwbaar te maken. Het duurt tegenwoordig vreeselijk lang eer de Raadsverslagen verschijnen en het is lastig voor de Raadsleden, wanneer zij de verslagen zoo laat krijgen. Vroeger is er al door den heer de Lange aanmerking op gemaakt en toen ging het vrij vlug, maar die aandrang van den heer de Lange heeft blijkbaar een verkeerde uitwerking gehad, want het duurt tegenwoordig verschrikkelijk lang. Spreker dringt daarom op verbetering aan. Hij weet niet, of het bezuinigingsdoel, dat ten grondslag ligt aan die bekorting ten stadhuize, bereikt wordt; hij betwijfelt, of die bekorting niet meer kost dan er door wordt uitgespaard. Het ergste is de groote vertraging en daarom dringt spreker er op aan, dat het stenografisch verslag vlug na een zitting in handen van de Raadsleden komt. De vertraging ligt niet aan de drukkerij. De Voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wet houders het laatste punt, door den heer Groeneveld besproken, ernstig zullen overwegen. De heer Mulder zegt, dat wat het leggen van trottoirs in de Janvossensteeg betreft, aan die zaak wegens gebrek aan tijd nog weinig is gedaan. Er is zeer veel werk en de heer Driessen is reeds geruimen tijd ziek. De heer de Blauw heeft ook het toezicht op den Reinigingsdienst, omdat de heer de Koning weg is om gezondheidsredenen. Bovendien is de hoofdopzichter ziek, terwijl ook verschillende ambtenaren ongesteld zijn geweest. Men kan de menschen aan Gemeente werken ook niet afhalen van datgene, waaraan zij bezig zijn, want dan wordt er van de zijde der Raadsleden weer gevraagd: hoe staat het met die brug of met die straat enz. De Voorzitter doet de deuren sluiten. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat en deelt de Voorzitter mede, dat tusschen de gemeente en de verzekeringsmaatschappij »Fatum" te 's-Gravenhage een ge schil is ontstaan omtrent de hoegrootheid der door die ver zekeringsmaatschappij op grond van de met haar krachtens Raadsbesluit van 26 Januari 1925 gesloten overeenkomst van borgtocht uit de keeren schadevergoeding met betrekking tot de door den voormaligen administratief ambtenaar 4ste klasse ten kantore van den Gemeente-ontvanger A. F. Stuifzand gepleegde fraude. In verband hiermede stelt hij namens Burgemeester en Wethouders voor spoedeischend te besluiten: 1®. dit geschil te doen beslissen door een scheidsgerecht, overeenkomstig par. 8 der met de verzekeringsmaatschappij »Fatum" gesloten overeenkomst van borgtocht; 2®. desvereischt de rechtsvordering in te stellen bedoeld in art. 624 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; 3®. Burgemeester en Wethouders voor zooveel noodig te machtigen den door de gemeente te benoemen scheidsman aan te wijzen. Nadat zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot dadelijke behandeling is besloten, wordt eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Buiten de agenda om werd nog behandeld een voorstel van Burgemeester en Wethouders om een tusschen de gemeente en de verzekeringsmaatschappij »Fatum" te 'sGravenhage gerezen geschil door een scheidsgerecht te doen beslissen, (blz. 7). Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 7