2 MAANDAG 24 JANUARI 1927. laatste tijden het aantal ingeschrevenen bij de Arbeidsbeurs zeer is toegenomen. Na geruimen tijd van afname is in Augustus het aantal weder bedenkelijk toegenomen. Het zoo uiterst moeilijke vraagstuk: de bestrijding der werkloosheid, is tot heden zoowel hier als elders niet tot een goede oplossing gekomen. Moge een spoedige toeneming der wel vaart die oplossing in de hand werken. Als persoonlijke feiten uit den Raad wil ik nog herinneren, dat twee Raadsleden, de Heeren Oostdam en Zuidema, door vertrek naar elders werden vervangen door de heeren van Tol en Schoneveld. De heeren Mulder en Sijtsma mochten onder vele blijken van waardeering en sympathie hun zilveren jubileum als Raadslid in den afgeloopen herfst herdenken. Het grootste feit in onze Gemeente is wel zeker het af treden van deri kundigen, populairen burgemeester de Gijselaar. Ik zal hierover zeer kort zijn, daar reeds in de vorige zitting door den nestor van onzen Raad, het bijna 40-jarige Raads lid, den heer van Hamel, en den oudsten Wethouder, den heer Mulder, alsmede den heer van Eek de groote verdiensten van den heer de Gijselaar zijn herdacht en ook door mij bij het aanbieden van het geschenk van de Burgerij getracht is te schetsen wat Jhr. de Gijselaar voor Leiden is geweest. Ik wil thans met een enkel woord volstaan, met verwijzing naar het zooeven genoemde Gedenkboek. Uit dat boek blijkt wat de heer de Gijselaar voor onze Gemeente is geweest, daaruit blijkt zijn groote werkkracht, zijn doorzicht, zijn doortastend optreden, zijn groote kennis, zijn humaan oordeel en zijn groote liefde voor de bevolking, een liefde, die wederkeerig was en waarvan herhaaldelijk blijk werd gegeven. Burgemeester de Gijselaar zal door Leiden niet vergeten worden. En nu na het verleden slaan wij een blik in de toekomst; vermoedelijk ongeveer half Februari zal de nieuwe burge meester Mr. A. v. d. Sande Bakhuyzen de plaats van den heer de Gijselaar innemen; wij mogen ook van hem ver wachten als oud-bewoner van Leiden, de stad en Academie kennende, dat hij zich met hart en ziel aan deze Gemeente zal wijden en zeker medewerken den bloei en groei dezer gemeente te bevorderen. Vele groote zaken zijn aan de orde, waarover ik nu niet verder zal uitweiden en ik doe thans een beroep op U, om met respecteering der verschillende meeningen, samen met den nieuwen burgemeester te werken tot de waarachtige behartiging der aan onze handen toevertrouwde belangen, de belangen van alle bewoners van Leiden, van welke richting of kleur, en aldus den bloei en welvaart van onze goede stad te bevorderen. Moge alzoo 1927 voor de Gemeente en voor U, dames en heeren, leden van den Gemeenteraad, in Uw particulier leven een gezegend jaar zijn. Ik heb gezegd. (Teekenen van instemming). De heer Sijtsma wenscht bij afwezigheid van den heer van Hamel als op één na het oudste Raadslid tot den Voorzitter een kort woord van dank te richten voor diens hartelijke woorden. De Voorzitter heeft een terugblik geworpen op het afge loopen jaar, waarbij bleek, dat toen heel wat tot stand ge komen is ook met medewerking van den Raad. doch veelal op initiatief van het College, dat, naar verwacht mag worden, in het belang van de gemeente zal zijn geweest. Spreker sluit zich aan bij het woord van hulde, door den Voorzitter gericht tot den afgetreden Burgemeester, met wien de Raad gedurende vele jaren aangenaam samen gewerkt heeft en die zich steeds een krachtige persoonlijkheid getoond heeft, in staat en bereid om in den Raad de Wethouders bij hun verdediging van voorstellen zoo noodig bij te staan. Met den opvolger van Jhr. de Gijselaar, Mr. van de Sande Bakhuijzen, heeft spreker een onderhoud gehad en de toen verkregen indrukken doen hem met den Voorzitter ver wachten, dat Leiden ook in hem een goeden burgemeester zal hebben. De nieuwe burgemeester heeft spreker verklaard, dat hij zich tot Leiden aangetrokken gevoelde en dat z. i. de burgemeester van Leiden in een andere verhouding tot de bevolking staat dan de burgemeester van menige andere groote gemeente, omdat hij hier het middenpunt moet vormen voor de geheele bevolking. De Raad mag dus in dit opzicht met goed vertrouwen het nieuwe jaar ingaan. Spreker durft namens den geheelen Raad te verklaren, dat deze hetgeen Burgemeester en Wethouders hem zullen voorleggen met ernst zal behandelen en naar zijn beste krachten zal medewerken om ook in dit jaar vele goede zaken tot stand te brengen en, waar het kan, de welvaart en den bloei der stad te bevorderen. De Voorzitter heeft erop gewezen, dat in het afgeloopen jaar niet alles even mooi is geweest. Met hem gelooft spreker ook, dat vele takken van handel en industrie in kwijnenden toestand verkeeren, maar hij heeft de overtuiging, dat, voor zoover de Gemeenteraad er toe kan bijdragen, alle leden hun best zullen doen om handel en nijverheid, voor de welvaart van Leiden van zoo groot belang, te helpen bevorderen. Tenslotte wenscht spreker namens den Raad den nieuwen Burgemeester en den Wethouders het allerbeste toe in het, nieuwe jaar. Teekenen van instemming.) De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten: a. tot kostelooze overdracht aan K. den Hertog van het perceel Lage Rijndijk, Sectie K. No. 783; b. tot beschikbaarstelling van gelden voor de betaling van de schadeloosstelling en de bijkomende kosten, in zake de onteigening van een gedeelte van het perceel Lage Rijndijk en Driftstraat, Sectie K. No. 567. c. tot uitbreiding van het waschhuis en van de paviljoenen E. en E1. voor onrustige mannen en vrouwen op het terrein van het gesticht »Endegeest" en tot beschikbaarstelling van de voor een en ander benoodigde gelden; d. tot vaststelling van een tabel van afschrijvingen voorde vaste bezittingen der Gasfabriek en der Electriciteitsfabriek e. tot aankoop van het perceel Gangetje No. 1 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden tot het sluiten van kasgeldleeningen, gedurende het 1e kwartaal 1927 g. tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een gedeelte van het perceel, Sectie K. No. 3719; h. tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een strook water, Sectie N. No. 292 ged.; i. tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van de Rijndijkstraat, Sectie M. Nis. 1389 en 1806; j. tot verhuring van verschillende perceelen wei- en teelland k. tot aankoop van het perceel bouwgrond in den Stads- polder, Sectie K. No. 1461 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. 2°. Ontvangstbericht van Gedeputeerde Staten van a. de verordening, regelende het tarief van bijdragen, te voldoen wegens ziekenhuisverpleging vanwege de gemeente Leiden b. de verordening van 22 November j.l., tot wijziging van die op het Rijden. 3°. Mededeeling van Gedeputeerde Staten, dat de beslissing op de gemeentebegrooting, dienst 1927, wordt verdaagd en machtiging verleend tot het doen van uitgaven tot de helft der aangevraagde sommen. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van de Besturen van de Leidsche Radio-Ver- eeniging e.a., om wijziging van de verordening, regelende de heffing van eerie plaatselijke belasting voor het gebruik van openbare gemeentewerken- en bezittingen, de z.g. Recognitie verordening' 2°. Verzoek van Dr. N. J. Beversen, om ontslag als Rector van het Gymnasium. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 3°. Verzoek van de Vereeniging van Handelaren in Zuivel producten te Leiden, om te bevorderen, dat de kaasmarkt in den loop der maand April op het Invalidenhuisterrein kan worden gehouden. De Voorzitter deelt mede, dat de Directeur der Gemeente werken omtrent dit verzoek het volgende heeft gerapporteerd »Bij mijn rapport van heden No. 47 zend ik U ter goed keuring toe het bestek betreffende den afbraak van het Oud- Invalidenhuis. Wanneer Uw College daarop overeenkomstig mijn verzoek onmiddellijk beslist, kan begin Februari as. de aanbesteding plaats hebben, en, wanneer althans de gun ning geen moeilijkheden oplevert, daarna onmiddellijk met het werk worden aangevangen. Voor het afbreken is in het bestek de termijn (6 weken) zoo kort mogelijk gesteld, dus zonder tegenslag kan tegen 1 April die afbraak, met inbegrip van het opruimen van fundeeringen, putten en dgl. zijn voltooid. Eerst daarna kan met het in orde maken (aanvullen, egaliseeren en bestraten), en het verder inrichten van het terrein (groot 3900 M'.) worden aangevangen. De daartoe noodige voorbereidingen (bijv. het bestellen van de straat-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 2