163 bij de behandeling van ons voorstel, opgenomen in de In gekomen Stukken onder No. 209, gedane toezegging, doen wij Uwe Vergadering van het bovenstaande mededeeling. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetli. van Leiden. N° 271. Leiden, 13 December 1926. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat het ons wen- schelijk voorkomt gedurende het le kwartaal 1927 tot op neming van kasgelden te kunnen overgaan. Hoewel toch op het oogenblik het tegoed in rekening- courant der gemeente bij de Bank voor Nederlandsche Gemeenten 1.300.000.bedraagt, is het met het oog- op de bijzondere eischen, die in de eerstvolgende maanden aan de gemeentekas zullen worden gesteld, zeer waarschijnlijk, dat tot opneming van kasgelden in genoemd tijdvak moet worden overgegaan. In de eerste plaats moeten nog in den loop dezer maand worden voldaan de koopsommen van onlangs aangekochte huizen. Vervolgens moet op 2 Januari 1927 worden afgelost de, ingevolge Uw besluit van 16 Juni 1924, bij de Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij gesloten kasgeldleening van 200.000.— en, eveneens op 2 Januari 1927, het restant ad 585.000.van de, ingevolge Uw besluit van 1 December 1924, bij de Leidsche Spaarbank gesloten geldleening van 600.000.—. Voorts moeten tegen het einde van het jaar aan het Pensioenfonds voor Burgerlijke Ambtenaren worden betaald de pensioensbijdragen over 1926, terwijl de in het Ie kwartaal 1927 verschijnende rente van gemeenteleeningen, groote aannemingstermijnen enz. eveneens aanzienlijke sommen zullen vereischen. Bovendien wordt verwacht, dat van de door de gemeente bedrijven e. a. bij den Gemeente-Ontvanger gedeponeerde gelden belangrijke bedragen zullen worden teruggevraagd. In verband met een en ander zouden wij het maximaal bedrag, dat in het le kwartaal van 1927 de kasschuld zal mogen beloopen, op 1.250.000.wenschen te zien gesteld. Wij merken hierbij op, dat bij de bepaling v.rn dat bedrag- buiten beschouwing is gelaten de som van 70.000.tot welk bedrag ingevolge de krachtens Raadsbesluit van 29 Juni 1925, met de Bank voor Nederlandsche Gemeenten aangegane rekening-courant overeenkomst, het debet-saldo der gemeente bij die Bank kan stijgen, zonder dat vooraf de goedkeuring van Gedeputeerde Staten noodig is. Wij geven U alsnu in overweging: a. ons College te machtigen gedurende het le kwartaal van 1927 over te gaan tot het sluiten van kasgeldleeningen tot zoodanig bedrag, dat op geen enkel tijdstip in dat tijdvak de kasschuld de som van 1.250.000.te boven gaat en onder de voorwaarden, als door ons College zullen worden bepaald; b. vast te stellen den hierbij overgelegden begrootingsstaat model D., dienst 1927, groot 570.000.— ter aflossing van de bij de Leidsche Spaarbank gesloten geldleening. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 272. Leiden, 13 December 1926. Ten behoeve van de verbreeding van den Lagen Rijndijk nabij de Driftstraat is het gewenscht alsnog de beschikking te hebben over het strookje water, op de overgelegde kaart in rood aangegeven, deel uitmakende van het kadastrale perceel Sectie N. No. 292. Vermits de eigenaar bereid is, dit strookje water kosteloos aan de gemeente af te staan, geven wij Uwe Vergadering, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, in overweging, zonder betaling van koopsom bij de gemeente in eigendom en onderhoud over te nemen de strook water, ter grootte van 2 M2, op de overgelegde kaart in rood aangegeven en deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie N. No. 292. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Nn. 273. Leiden, 13 December 1926. Het is gebleken, dat in het ten name van de gemeente staande kadastrale perceel Sectie K. No. 3719 (zijnde een blok huizen van het le gemeentelijk bouwplan bij den Heeren singel) de N.V. „Nationaal Grondbezit" en den heer J. F. Uytenbogaard te Amsterdam ieder den mede-eigendom hebben voor 1 M2. Deze mede-eigenaren hebben zich bereid verklaard hun gedeelte kosteloos aan de gemeente af te staan, mits de kosten van overdracht voor rekening van de gemeente komen, tegen welke voorwaarde uiteraard geenerlei bezwaar bestaat. Wij geven U mitsdien, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage in overweging te besluiten kosteloos bij de gemeente in eigendom over te nemen dat gedeelte van het kadastrale perceel Sectie K. No. 3719, waarvan de N.V. „Nationaal Grondbezit" en de heer J. F. Uytenbogaard als mede-eigenaren bekend staan, komende de kosten van overdracht ten laste der gemeente. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 274. Leiden, 13 December 1926. Bij hun in de Leeskamer liggend schrijven verzoeken de eigenaren van de Rijndijkstraat die straat aan de gemeente in eigendom en onderhoud te mogen overdoen. Hoewel uit de rapporten van de Commissie van Fabricage en den Directeur der Gemeentewerken blijkt, dat aan de bedoelde straat verschillende gebreken kleven, die niet kunnen worden weggenomen, komt het ons met de Com missie van Fabricage toch gewenscht voor tot de overname dier straat over te gaan, omdat afdoende verbetering van de straateigenaren niet is te verwachten en evenmin van hen is te eischen. Wij hebben den eigenaren daarom doen weten, dat wij bereid zijn de door hen verlangde overname te bevorderen, indien door hen een bedrag van 2000.in de gemeente kas wordt gestort. Genoemd bedrag is voldoende, om daaruit de kosten van herstrating als anderszins te bestrijden. Aangezien nu de eigenaren op 10 December j.l. een bedrag van 2000.bij den Gemeente-ontvanger hebben gestort, stellen wij Uwe Vergadering voor te besluiten tot kostelooze overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente van de Rijndijkstraat, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie M Nis 1389 en 1866. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 275. Leiden, 13 December 1926. Bij de Leeuwenhoekstraat is een strookje grond gelegen (Sectie K No. 1461), welks bezit voor de gemeente niet zonder belang is, daar het grenst, zoowel aan het terrein van het Openbaar Slachthuis als aan de onlangs aldaar aangekochte landerijen. De Commissie van Beheer over het Slachthuis zou aankoop van het perceeltje, dat 209 M2. groot is en dat in 1904 door wijlen Prof. Dr. D. A. de Jong werd gekocht voor 1045.dan ook gewenscht achten. De tegenwoordige eigenares heeft zich bereid verklaard het terrein aan de gemeente af te staan voor 600.welke prijs ons aannemelijk voorkomt. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie lig gende stukken geven wij Uwe Vergadering derhalve in overweging te besluiten: a. tot aankoop van het perceel bouwgrond in den Stads- polder, Sectie K No. 1461, groot 209 Ma. voor de som van 600.— b. tot vaststelling van den hierbij overgelegden begrootings staat, model D, dienst 1926, groot met inbegrip van de kosten van overdracht, 662.50. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 276. Leiden. 14 December 1926. Ter vervulling van de vacature van Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, uitsluitend belast met het sluiten der huwelijken, ontstaan door het aan den heer R. Zuidema verleend eervol ontslag, bieden wij U, overeenkomstig het 1) Het restant dezer leening bedraagt thans 585.000.waarvan op 2 Januari 1927 yiö.OOO.ten laste van den gewonen dienst en ƒ570.000. ten laste van den kapitaaldienst wordt afgelost. In de uitgaaf ad ƒ15.000. is bij de begrooting voo'r 1927 reeds voorzien (volgn. 221). De aflossing van de kasgeldleening met de Kon. Nederl. Grofsmederij behoort te worden verantwoord op volgn. 741 van de begrooting, dienst 1926.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 19