GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 161 INOEKOMEM STFfiKEÜir. N". '264. Leiden, 29 November 1926. De Gommisie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geen bezwaren heeft legen het voorstel van Burge meester en Wethouders tot vaststelling van een tabel van afschrijvingen voor de vaste bezittingen der Gasfabriek en der Eleetriciteitsfabriek (Ingek. Stukken No. 258.) Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. '265. Leiden, 9 December 1926. Bij zijn hiernevensgaand adres verzoekt het bestuur van de Vereeniging voor Christelijke Gezondheids- en Vacantie- koloniën in Nederland, een bijdrage te willen verleenen in de kosten van uitbreiding en inrichting van het Koloniehuis „Zonneheuvel" te Seppe, bestemd voor de verpleging van zwakke en prae-tuberculose kinderen. Hoewel wij gaarne willen medewerken in het belang van de Volksgezondheid en niet minder in dat der tuberculose bestrijding, meenen wij toch dat de gemeente niet verder mag gaan dan het geven van een subsidie in de kosten van uit zending van kinderen naar buiten. Indien de gemeente toch hare bemoeienis op dit terrein nog verder ging uitbreiden, dan zouden, naar wij vreezen, spoedig meerdere verzoeken van dergelijken aard ons bereiken, die uit den aard der ,zaak niet alle zouden kunnen worden ingewilligd. Wij kunnen dan ook geen vrijheid vinden Uwe Vergadering te adviseeren om gunstig op het verzoek der vereeniging te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Baad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen liet Bestuur der Vereeniging voor Christelijke Gezondheids en Vacantie- Koloniën in Nederland, dat haar Koloniehuis „Zonneheuvel" te Seppe (N-Br) noodzakelijk moet vergroot worden om aan de vele aan vragen tot plaatsing van zwakke en praetuberculose kinderen te kunnen voldoen, dat voor de uitbreiding en inrichting van het Koloniehuis een bedrag van 25.000 noodig zal zijn, dat ook uit Uwe Gemeente in dit Koloniehuis kinderen van alle gezindten kunnen worden geplaatst, weshalve ondergeteekenden zich tot Uw College wenden met het eerbiedig verzoek ons een bedrag te willen toe kennen voor de uitbreiding en inrichting van het Kolonie huis „Zonneheuvel". Ondergeteekenden hebben de eer U verder te verwijzen naar nevensgaande Memorie van Toelichting, 't Welk doende enz. Namens het Bestuur v.n. H. C. Hogerzeil Voorzitter Cork. J. vak Paassek Secretaris J. de Vries FLz. Penningmeester Bussum, 21 October 1926. ïfo. 266. Leiden, 10 December 1926. In verband met Uw besluit van 19 Mei 1924, (Ingek. stukken No. 136), waarbij aan het College van Curatoren van het Gymnasium de bevoegdheid werd verleend om leerlingen op verklaring van het betrokken hoofd van de lagere school, zonder examen, tot de eerste klasse van het Gymnasium toe te laten, brengen wij hierbij het navolgend schrijven van dat College ter kennis van Uwe Vergadering. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 3den December 1926. Bij brief van 26 April 1924, No. 19, verzochten wij Uw College den Baad voor te stellen, het toelatingsexamen tot de eerste klasse van het gymnasium af te schaffen voor hen, die een schriftelijke verklaring overleggen van het hoofd der lagere school, waarbij zij door dezen worden ge schikt en bekwaam geacht het onderwijs in de eerste klasse van een gymnasium te volgen. Na overleg met den Inspec teur der Gymnasia heeft Uw College daarop den Baad voorgesteld in de bedoelde gevallen het College van Cura toren de bevoegdheid te verleenen van het toelatingsexamen vrij te stellen (Ingek. Stukken 1924, No. 136). Op 19 Mei 1924 besliste de Baad dienovereenkomstig (Gem.blad 1924, No. 13). Wij hebben van deze bevoegdheid thans gedurende drie jaren, n.l. met betrekking tot de toelating tot de cursussen 19241925, 19251926 en 19261927 gebruik gemaakt. Tot ons leedwezen is de daarmede opgedane ervaring evenwel ongunstig geweest. Was het percentage der leerlingen, die aan het eind van den cursus niet uit de eerste tot de tweede klasse konden worden toegelaten, in de vier vooraf gaande jaren 19211924 resp. 16, 10V4, 15 en 6, in de jaren 1925 en 1926, toen het leerlingen betrof, die zonder admissie- examen tot het gymnasium waren toegelaten, steeg het tot resp. 27 en 267a- Dit is naar ons oordeel en naar dat van den Bector en de leeraren voor een groot deel aan het weg vallen van het admissieexamen te wijten. In dezelfde richting wijst de uitslag eener proefneming, die op verzoek van den Inspecteur in October j.l. dus op een tijdstip, dat de invloed van het gymnasiale onderwijs nog niet overwegend kon zijn in de eerste klasse is gehouden met de opgave van werk voor Nederlandsch en Bekenen, gelijk dit voor toelating tot het gymnasium als eisch zou moeten worden gesteld. Ook hierbij bleek een te groot aantal leerlingen niet aan redelijke eischen te voldoen. Op deze gronden, en voorts mede, omdat de hoofden der lagere scholen niet alle denzelfden maatstaf blijken aan te leggen en de beoordeeling voor hen ook niet gemakkelijk is, zoodat ook bij hen naar wij meenen te weten de tegenwoordige toestand geen onverdeelde instemming vindt, hebben wij op voorstel van Bector en leeraren besloten van de ons verleende bevoegdheid om van het toelatingsexamen tot de eerste klasse van het gymnasium vrij te stellen, voorshands geen gebruik meer te maken, zoodat voortaan weer van alle leerlingen het afleggen van een toelatingsexamen zal worden geeischt. Wij hebben de eer Uw College hierbij van deze beslissing mededeeling te doen. Gelijke mededeeling deden wij aan den Inspecteur der Gymnasia, terwijl wij den Bector verzochten de hoofden der daarvoor in aanmerking komende lagere scholen van een en ander in kennis te stellen. Curatoren van het Gymnasium te Leiden, D. C. Hesselikg, Voorzitter. Vak Devekter, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. '267. Leiden, 11 December 1926. Tengevolge van het aan den heer J. W. van Leeuwen verleend eervol ontslag zal aan de Centrale School voor het zevende leerjaar eene vacature ontstaan. Aangezien het mogelijk is in deze vacature door over plaatsing te voorzien en overplaatsing, met het oog op een spoedige vervulling der betrekking gewenscht is, geven wij U, in overeenstemming met het in de Leeskamer ter inzage gelegd advies van den Inspecteur van het Lager Onderwijs, in overweging, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, over te plaatsen naar de Centrale School voor het zevende leerjaar den heer J. Jurjaanz, thans onder wijzer aan de o. 1. school aan de Haverstraat B. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 268. Leiden, 11 December 1926. Met het hierachter afgedrukt voorstel van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit tot ver laging, te beginnen na de opneming van het verbruik over de maand December 1926, van de huren der gewone gas meters, kunnen wij ons geheel vereenigen. Onder verwijzing- naar den inhoud van de missive van Commissarissen stellen wij Uwe Vergadering mitsdien voor de volgende verordening vast te stellen:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 17