158 Van deze 150 gezinnen kunnen, volgens hun opgave, huur betalen: beneden ƒ1.1 gezin van ƒ1.tot 1.50 7 gezinnen 1.50 2.— 19 2.— 2.50 23 3.— 29 4.— 32 6.— 28 7.— 6 5 een 2.50 3.— 4.— 6.— 7.— en meer 150 gezinnen. Het aantal gezinnen, gehuisvest in onbewoonbaar ver- klaarde woningen, bedraagt 260zoodat nog worden vereischt 150 260 410 woningen. Tegenover deze 410 nog benoodigde woningen staat echter een aantal van 446 in uitvoering of in voorbereiding zijnde of na, 1 Maart 1926 vobooide woningen van gemeente en bouwvereenigingen, t. w. Eensgezindheid 76 woningen (van het 4e plan) 22 Ons Doel 62 Ons Belang 72 Gemeente 402) Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werk manswoningen 1742) Totaal 446 woningen, gevende derhalve een overschot van 36 woningen, dit on gerekend den particulieren woningbouw, voltooid nè, 1 Maart 1926 of nog in uitvoering. Wat den particulieren bouw betreft, wordt voorts op gemerkt, dat in de periode 1 Maart tot 1 November van dit jaar door particulieren werden gesticht 67 woningen en dat nog 358 woningen in aanbouw zijn, waartegenover staat een slooping van 50 woningen. De vermeerdering van het aantal gezinnen bedraagt per jaar omstieeks 200, zoodat, wat het jaar 1926 betreft, de toeneming van den woning voorraad ruimschoots aan de behoefte voldoet. Het verheugt ons College en zal ook ongetwijfeld Uwe Ver- gaderiog verheugen dat de resultaten van de telling in plaats van een tekort een overschot aan woningen aanwijzen, en nog wel een overschot, dat verkregen is door bij de berekening de onbewoonbaar verklaarde woningen van den voorraad af te trekken en dat desniettegenstaande, wat althans 1926 betreft, nog ruimschoots opweegt tegen het natuurlijk accres van de bevolkingstoeneming; van woningnood is dus in deze gemeente geen sprake meer. In het bijzonder meenen wij Uwe Vergadering te mogen wijzen op de omstandigheid, dat van de woningen met een huurprijs van 6.en lager in het gedeelte der stad binnen de singels er 87 en in het gedeelte der stad buiten de singels er 127 leeg stonden (resp. 1.89 en 2.29 terwijl voor de woningen met een huurprijs boven 6.— deze cijfers 31 en 82 (resp. 2.59 en 3.39 zijn.Daarentegen kan de voor Leiden noodig geachte huur- reserve, volgens de meening van den Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht, worden gesteld op 1.5 5, 2 Een en ander is o. i. wel het beste bewijs, dat de woningnood te dezer stede volledig is overwonnen. De gemeente kan derhalve hare taak met betrekking tot den aanbouw van woningen, indien de in bovenstaand overzicht bedoelde bouw plannen gereed zijn, als beëindigd beschouwen. Van deze gelegenheid maken wij gebruik Uwe Vergadering mede te deelen, dat het bedrag van 3.000.dat bij Uw besluit van 26 October 1925 (Ingek. Stukken No. 242) voor het houden van de telling werd toegestaan, niet toereikend is gebleken. De kosten moeten thans worden geraamd op 6000.Een overschrijding derhalve van 3000.die echter verklaring vindt in de omstandigheid, dat het speciaal in dit geval moeilijk was, om te voren een eenigszins juiste begrooting van kosten te maken. Hierbij moet tevens in het oog worden gehouden, dat een hoeveelheid werk is en nog wordt verricht om de door de telling verkregen gegevens die eigenlijk niet meer dan een momentopname weergeven van meer duurzamen aard te maken, o. a. door het aanleggen van een woningkartotheek. Het is toch alleszins gewenscht, dat het kostbare materiaal, waarover de Dienst van het Bouw- en Woningtoezicht thans naar den toestand op 1 Maart 1926 beschikt, geregeld wordt bijgehouden, waarvoor in de eerste plaats de sedert 1 Maart 1926 ontstane achterstand moet worden ingehaald. Waren de werkzaamheden beperkt gebleven tot de telling zelf, dan zouden uiteraard de kosten minder hebben bedragen; in werkelijkheid is derhalve, uit sluitend lettende op den verrichten arbeid voor de eigenlijke telling, de overschrijding van de kosten lager. Het ligt in onze bedoeling te zijner tijd, wanneer de definitieve kosten bekend zijn, Uwe Vergadering een be- grootingsregeling ter vaststelling aan te bieden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 11 11 11 11 11 11 11 >5 11 11 11 11 11 11 11 11 Opgemerkt zij, dat de onbewoonbaar verklaarde woningen niet in den woningvoorraad zijn begrepen (zij zijn derhalve noch in de categorie be woonde, nöch in de categorie onbewoonde woningen opgenomen). 2) Bestemd voor de ontruiming van onbewoonbaar verklaarde woningen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 13