120
MAANDAG 27 SEPTEMBER 1926.
maar voorzichtigheidshalve wil hij zich nog door deze tot
oordeelen bevoegden laten voorlichten.
Het kan gebeuren zonder eenige vertraging. Als de Raad
besluit om het voormalig Invalidenhuis af te breken en ter
plaatse een kaasmarkt in te richten, dan kan men morgen
met de uitvoering van dat besluit beginnen en kunnen Burge
meester en Wethouders in dien tijd praeadvies uitbrengen;
terwijl de nieuwe markt dan in orde wordt gemaakt, kan
de Raad een beslissing nemen.
Bovendien is een praeadvies op het voorstel van den heer
Groeneveld ook gewenscht, omdat aan den Raad nog niet
duidelijk is, wat de voorsteller bedoelt. Deze heeft gezegd, dat
de weeggelegenheid moest worden overgebracht, waarmede hij
schijnt te bedoelen, dat in de Waag geen gelegenheid tot
wegen meer moet zijn; maar er zijn Raadsleden, onder wie
spreker, die meenen, dat de bestaande weeggelegenheid in de
Waag voor andere artikelen moet blijven, ook al komt er een
andere op de nieuwe kaasmarkt.
Er is dus veel voor om dezen middag nog niet te beslissen
over de kwestie van de weeggelegenheid en er is niets tegen,
omdat het niet de minste vertraging geeft.
De heer Knuttel acht ook de voorgestelde oplossing een
gebrekkige, o. a. omdat de toegangswegen tot het nieuwe
terrein eveneens te wenschen overlaten. Hij wil er zich echter
bij neerleggen, omdat hij geen kans ziet iets beters aan de
hand te doen, maar hij wil dat niet doen zonder er op te
wijzen, dat door het afbreken van het voormalig Invaliden
huis dat hoekje van Leiden er niet op vooruit zal gaan; de
dood worde over dit gebouw nu althans niet sans phrase
uitgesproken.
Spreker is vóór uitstel van de beslissing over de weeg
inrichting en, als aan het idee van den heer Wilmer geen
gevolg wordt gegeven, zal spreker tegen het voorstel van
den heer Groeneveld stemmen. Het aanbrengen van die weeg
gelegenheid is niet zoo dringend, dat het geen uitstel zou
kunnen lijden. De boeren mogen eigenzinnige menschen
zijn, maar, waar zij de meest belanghebbenden zijn, dient
men met hun wenschen wel rekening te houden. Is een nieuwe
Waag noodig, dan kan men nog altijd tot stichting daarvan
besluiten.
De heer Eerdmans vraagt, omdat hem dat uit de stukken
niet duidelijk is geworden, of het mogelijk is, dat op het
nieuwe terrein een weeginrichting wordt aangebracht en dat,
zoo noodig, een loodsje wordt bijgeplaatst; kan dit niet, dan
is men nog verder van huis.
Spreker is eenigszins wantrouwend, omdat uit de toelich
ting wel blijkt, dat het hier om een voorloopige voorziening
gaat. Het zou dan jammer zijn, als de weegtoestellen wederom
naar elders overgebracht moeten worden, vooral omdat deze
voorziening in verband met de verplaatsing van de veemarkt
wellicht slechts voor zeer korten tijd zal zijn.
De heer Sanders, die dit voorstel, voor zooveel het de niet-
verplaatsing van de weeggelegenheid betreft, zal verdedigen
namens de meerderheid van Burgemeester en Wethouders,
zegt, dat het College zich vereenigd heeft met het nader
rapport van den Directeur van den Markt- en Havendienst,
omdat dit getuigde van een wijze voorzichtigheid. De Direc
teur toch was er niet van overtuigd, dat op het nieuwe
marktterrein voldoende ruimte zou zijn voor een weeggele
genheid en men weet op het oogenblik nog niet, waar de
meest geschikte plaats daarvoor is; de practijk zal dit moeten
leeren.
Persoonlijk heeft spreker bezwaar tegen het op de nieuwe
kaasmarkt inrichten van een automatische weeggelegenheid
op dit oogenblik, omdat de boeren zich heftig verzetten tegen
het automatisch wegen Spreker is overtuigd, dat de boeren
dit verzet zullen laten varen, wanneer men eenmaal een
automatische weeginrichting heeft. Maar men kan geen Waag
met oude weegtoestellen laten maken, omdat die toestellen
zeer groot en hoog zijn, zoodat het gebouw hoog zou moeten
vvorden opgetrokken. Spreker gevoelt er veel meer voor, om
op dit oogenblik in het oude Waaggebouw, zij het tijdelijk,
een automatische weeginrichting aan te brengen, te trachten
de boeren er aan te gewennen, en als dat is gelukt, een
nieuwe weeginrichting te maken, indien althans andere
omstandigheden zulks niet verhinderen.
Wat betreft den afstand tusschen de plaats van de nieuwe
kaasmarkt en het Waaggebouw, in de stukken staat te lezen,
dat de kaasboeren tegen dien afstand geen bezwaar hebben.
Wat aangaat den toestand, die ter plaatse zal ontstaan,
het ligt op den weg van den heer Reimeringer dat punt te
bespreken, maar spreker wijst er op, dat in zooverre een
verbetering zal intreden, dat de Breestraat wordt ontlast.
Burgemeester en Wethouders zeggen uitdrukkelijk in hun
praeadvies, dat de weeggelegenheid voor de kaasmarkt »althans
voorloopig" in de Waag gevestigd behoort te blijven, hetgeen
wil zeggen, dat het College er volstrekt niet op staat, dat
nooit of te nimmer op het nieuwe marktterrein een weegge
legenheid zal komen. Spreker durft het toch wel met gerust
heid aan, aan het inzicht van de Marktcommissie en van
den Directeur van den Markt- en Havendienst over te laten
om, indien na de vestiging van de markt op het nieuwe
terrein of vóór dien tijd de noodzakelijkheid van het plaatsen
van een weeginrichting op dat terrein mocht blijken, opnieuw
met een daartoe strekkend voorstel bij Burgemeester en Wet
houders te komen. En dan meent spieker wel uit naam van
Burgemeester en Wethouders te kunnen verklaren, dat zij
in dat geval zich er niet op zullen beroepen, dat heden de
Raad heeft besloten een nieuw marktterrein zonder weeg
inrichting te maken.
De Raad zal dus in het belang van de kaasmarkt het beste
doen direct te bes'uiten om de kaasmarkt op het nieuwe
terrein in te richten en verder een afwachtende houding
aan te nemen ten aanzien van de definitieve plaats van de
weeggelegenheid.
De Voorzitter zegt, dat wel gebleken is, dat hij in het
College de minderheid vormde met betrekking tot deze aan
gelegenheid. Unaniem zijn Burgemeester en Wethouders
vóór het bestemmen van het terrein van het voormalige
Invalidenhuis tot plaats voor de kaasmarkt en spreker kan
dit gedeelte van het voorstel met warmte verdedigen, ook
al, omdat, afgezien van de noodzakelijkheid van inrichting
van een nieuwe kaasmarkt, het opruimen van het oude Inva
lidenhuis, dat absoluut een ruïne is, een dringende eisch
is; de gemeente heeft daar behoefte aan een ruim terrein.
Over het algemeen heeft het voorstel instemming bij den
Raad gevonden. Leiden heeft een zeer groot belang bij de
kaasmarkt en de naburige gemeenten doen alles om de markt
tot zich te trekken. Daarom mag men ook niet wachten,
totdat de veemarkt naar een ander terrein is verplaatst!
intusschen zou de geheele kaasmarkt verloopen zijn.
Zooals de toestand nu is, ook de Marktcommissie heeft dat
ingezien, is hij onhoudbaar; de wagens staan opgesteld inde
Breestraat en in de stegen. Het oprijden is dan ook zeer
gevaarlijk en geeft aanleiding tot vele onaangenaamheden.
De Marktcommissie heeft toen op den plattegrond dei-
gemeente naar het beste terrein voor de kaasmarkt gezocht
en op een vergadering met de belanghebbenden heeft men
zich met het gekozen terrein van het voormalig Invaliden
huis, waar dan tevens een weeggelegenheid zou gemaakt
worden, vereenigd.
Men is later evenwel, en dit is vermoedelijk de kern van
het latere verzet, huiverig geworden voor de automatische
weegtoestellen en dat is waarschijnlijk de reden, dat er latei-
een ander advies is ingekomen. De zaak liep toch reeds uit
stekend; in Januari waren alle maatregelen genomen, dat in
Juli de markt klaar kon zijn, omdat dan de grootste kaas
markten plaats hebben. Toen kwam evenwel het advies van
de Kamer van Koophandel, die daarmede bewees, dat zij
meer voor Leiden en omstreken gevoelt dan voor Leiden
alleen, want zij gaf blijk met den lokalen toestand niet zoo
goed op de hoogte te zijn. Immers het terrein van het voor
malig Invalidenhuis ligt juist aan den kant, waar de meeste
boeren vandaan komen; men kan er, zooals in het eerste
rapport van de Marktcommissie staat, ruim 300 wagens
bergen, terwijl het hoogste tot nu toe bereikte aantal 165
bedraagt. Nu gebruikt men nog alleen paardenwagens, die
veel ruimte innemen, maar wellicht zijn binnen een jaar of
10 de paarden verdwenen en dan zal de aanvoer met auto's
geschieden, die minder plaats noodig hebben.
Thans komt spreker aan het punt, ten aanzien waarvan hij
in het College de minderheid vormt, de verplaatsing van de
weeggelegenheid. Hij kan zich niet anders voorstellen dan
dat de angst van de boeren om van een automatisch toestel
gebruik te maken den doorslag heeft gegeven om te zeggen:
laten wij maar aan de Waag blijven wegen, daar heeft men
nog de oude weegschalen. Spreker wil de zaak niet forceeren,
maar wil de boeren langzamerhand aan de nieuwe weeg
methode doen gewennen. Het wegen aan de Waag moge een
schilderachtig gezicht opleveren, maar het is niet meer van
dezen tijd. Bovendien is de bediening van een automatisch
toestel veel eenvoudiger, zoodat de aanschaffing van zulk een
toestel wellicht een besparing aan personeel zal kunnen
geven.
Er bestaat dus een zekere angst om elders dan aan de
Waag te doen wegen, maar ten slotte dient men zich de
vraag te stellen wat uit een oogpunt van een gezonden
handel beter is, en dan kan daarop geen ander antwoord
worden gegeven dan ditdat men op de markt zelf de ge
legenheid tot wegen heeft en dan vandaar de kaas vervoert!
liet is logisch, dat men tegelijk met de markt ook de weeg
gelegenheid verplaatst; men moet het den menschen gemak
kelijk maken.
Er komt bij, dat, als men de weeggelegenheid niet ver-