118' MAANDAG 27 SEPTEMBER 1926. Het gewijzigd amendement van de heeren Wilbrink, van Rosmalen en van der Reijden, thans strekkende om aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders achter het woord »gehad," toe te voegen: »met dien verstande, dat gedurende de maanden December, Januari en Februari reductie over de dubbele hoeveelheid wordt gegeven", wordt vervolgens met 20 tegen 12 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Schoneveld, Wilbrink, Mevrouw van Itallievan Embden, de heeren Witmans, van Stralen, Mevrouw Dietrichde Rooij, de heeren van der Reijden, Baart, Kooistra, Groeneveld, Knuttel, van Eek, van Rosmalen, Dubbeldeman. Verweij, Heemskerk, Sijtsma, Schüller, Eiker bout en van Tol. Tegen stemmen: de heeren Deumer, Meijnen, Sanders, Eerdmans, Splinter, van Hamel, Wilmer, Huurman, Ooster, Bergers, Spendel en de Voorzitter. De Voorzitter deelt mede, dat in verband met deze beslissing de heeren Huurman en Wilmer hun voorstel in trekken, zoodat dit geen onderwerp van beraadslaging of stemming meer uitmaakt. De heer Deumer zegt, dat ook hij zijn voorstel intrekt. De heer Bergers heeft daartegen geen bezwaar, maar doet den heer Deumer opmerken, dat er twee onderteekenaars zijn. Verder dankt spreker den heer van Stralen voor diens be waring, dat de particuliere brandstoflenhandelaren zoo knoeien en dat zij rommel, dien zij hebben liggen, als brandstof leveren. Op den heer van Stralen is blijkbaar van toepassing het spreekwoord: zooals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten. De heer van Stralen heeft dit niet gezegd, doch opgemerkt, dat levering door de Lichtfabrieken de beste garantie is, dat de werkloozen de kwaliteit en maat krijgen, die hun toekomt. Spreker bedoelt daar niet mede, dat alle handelaren het met de maat en de kwaliteit niet zoo nauw zouden nemen, doch heeft alleen de veronderstelling geopperd, dat dit misschien met enkelen het geval zal kunnen zijn. Aangezien het voorstel van de heeren Deumer en Bergers is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging of stemming meer uit. Het geamendeerd voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt ten slotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XVI. Voorstel in zake het afbreken van het voormalige Invalidenhuis ca. aan den Middelweg, het ter plaatse inrichten van een kaasmarkt en het beschikhaar stellen van de voor een en ander benoodigde gelden. (Zie Ing. St. Nis. 190 en 204.) De heer Groeneveld zal stemmen vóór het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verplaatsing van de kaas markt, maar acht het verkeerd, dat op het terrein zelf geen weeggelegenheid komt, hetgeen ook in strijd is met het advies van de Marktcommissie. Op de conferentie, een jaar geleden door de Marktcommissie met de kaasboeren gehouden, was men het er ook over eens, dat op het teirein een weeg gelegenheid behoorde te zijn; ook de Directeur van het Marktwezen vereenigde zich daarmede. De volgende vergade ring wilde hij er echter niets meer van weteD. Later is ook een advies van de Kamer van Koophandel ingekomen, die er zich ook tegen verklaarde. Dit verwonderde spreker ten zeerste, daar een weeggelegenheid op de markt toch in het belang van den handel is; men kan van meening zijn, dat het slechts een kleine verbetering is, maar een verbetering is het toch in ieder geval. De bezwaren, welke er tegen bestaan, zijn uitsluitend van financiëelen aard en zij gaan dus om buiten de bemoeiingen van de Kamer van Koophandel, die alleen met de belangen van den handel en niet met de gemeente-financiën te maken heeft. Het College is meegegaan met het gewijzigd oordeel van den Directeur en adviseert nu op het nieuwe terrein niet een weeggelegenheid te stichten. Spreker vindt iets onaan genaams in deze zaak. Het komt meer voor, dat Burgemeester en Wethouders, als zij iets niet willen, de begrooting daarvan nog al hoog opschroeven en dat is ook hier gebeurd. Er wordt gezegd, dat de kosten van zulk een weeggelegenheid worden geraamd op f 23.000.maar die raming geeft een valsche voorstelling van wat de werkelijke kosten zullen zijn. Vooreerst is er in begrepen een bedrag van f 4000.voor het aanschaffen van een automatisch weegtoestel, dat er niet bij behoort. De vraag of de tegenwoordige ouderwetsche weeg- wijze met schalen en gewichten zal worden vervangen door een automatische, heeft met de verplaatsing van de kaasmarkt als zoodanig niets te maken. Wordt die vraag bevestigend beantwoord, dan moet de automatische weegmachine ook in de Waag komen, als men daar de weeggelegenheid laat. Die 4000.moet dus van deze begrooting worden geschrapt. De Marktcommissie heeft voorgesteld om voorloopig dat automatische weegtoestel niet aan te schaffen. Als men vrij stond tegenover het conservatisme \an de kaasboeren, zou spreker aanraden het toch aan te schaffen, omdat hij er een vlugge bediening en een bezuiniging in ziet. Wie wel eens de ouderwetsche weegwijze met het gesjouw van al die gewichten heeft gezien en daarnaast heeft kennis gemaakt met een automatisch weegtoestel, dat vlug werkt en bo -endien op een kaartje het gewicht registreert, zal het in in deze met spreker eens zij' maar men moet rekening hou den met het conservatisme der kaasboeren. Men zou het altijd later nog kunnen aanschaften. Ook de Commissie wil het nog eens aanzien. Ook staat op de begrooting een post van 3000.voor de aanschaffing van drie ouderwetsche weeg schalen. Op een desbetreffende vraag van spreker in de Commissie antwoordde de Directeur, dat er in de Waag drie oude weegschalen zijn, die op de nieuwe markt best te ge bruiken zijn. Het is spreker dan ook onbegrijpelijk, waarom die drie weegschalen in de begrooting zijn opgenomen, want zij zijn in het geheel niet noodig. Men kan dus het geraamde bedrag met 7000.ver minderen, zoodat er f 16.000.overblijft. In verband met de hooge raming acht spreker die 16.000.ook aan den hoogen kant. De Directeur van Gemeentewerken wil daarvoor een gebouw van lichte constructie laten zetten, maar te oordeelen naar de grootte is ook dit bedrag veel te hoog. Spreker hoopt, dat de begrootingen van Burgemeester en Wethouders in het vervolg juister zullen zijn, zoodat de Raad er vertrouwen in kan hebben en dat zij niet zullen dienen om den Raad kop schuw te maken tegenover zekere dingen, die het College van Burgemeester en Wethouders niet wil. Het is toch volkomen logisch, dat men in de onmiddellijke nabijheid van een markt, waar kaas verkocht en gewogen moet worden, ook een weeggelegenheid heeft. De Directeur veronderstelt wel, dat de boeren langs de Hooglandsche Kerkgracht naar de Waag zullen rijden, maar spreker ver wacht een wedren langs den Ouden Rijn en de Hoogstraat, die geheel ongeschikt zijn voor druk rijverkeer en waardoor men dus verkeerde verkeerstoestanden zou krijgen. Misschien wil men het wegen in de Waag, welke er eeuwen lang voor gediend heeft, houden, maar dat bereikt men toch niet, want er zullen dan in de onmiddellijke nabijheid van het nieuwe marktterrein particuliere weeginrichtingen verrijzen, waar door spoedig aan de Waag niets meer te wegen zal zijn. Waar de gemeente uit het wegen inkomsten trekt en het reeds eeuwen lang heeft gedaan, moet zij trachten die zooveel mogelijk te behouden. Bouwt men op het nieuwe marktterrein een weeggelegen heid met loods, dan zal in die loods ook het privatengebouwtje, dat er volgens de stukken moet komen, kunnen worden ondergebracht. Bovendien zal het gemis van een kantoortje op het nieuwe marktterrein worden gevoeld en zal er ook behoefte ontstaan aan een bergplaats, waar, behalve markt- rnateriaal, ook bijv. kaas, die verzonden moet worden, tijdelijk opgeborgen zal kunnen worden. Men kan dus veilig een weeg- gelegenheid maken, omdat er in de toekomst toch wel iets gebouwd zal moeten worden. De schalen, welke in de Waag worden gebezigd, kan men naar dat nieuwe gebouwtje over brengen. Spreker dient het volgende voorstel in «Ondergeteekende stelt voor op de nieuwe kaasmar kt een weegloods te bouwen en daarvoor 16.000.beschikbaar te stellen". De heer Eerdmans kan zich niet begrijpen, dat de bij de kaasmarkt betrokkenen, die in hun vakblad, reeds voordat dit voorstel den Raad bereikte, daarvoor warm stemming maakten, daarmede instemmen en dat het College met dit voorstel gekomen is. 'Men beschrijft het nieuwe terrein voor de kaasmarkt wel zeer optimistisch als gelegen aan zeer ruime toegangswegen te land en te water, maar van welken kant men ook komt, van de Haarlemmerstraat, van den Ouden Rijn, van den Middelweg of van de Hooigracht, alle toegangs wegen zijn nauw; evenmin kan de Oude Rijn, die bijna geheel is verzand, een ruime toegangsweg te water worden genoemd. Het bevreemdt spreker dan ook, dat men dit terrein heeft gekozen, want de met paarden bespannen kaaswagens nemen veel ruimte in beslag. In de toekomst komt boven dien door de tengevolge van de Veewet noodzakelijke ver plaatsing van de veemarkt, de Beestenmarkt, een groot en gunstig gelegen terrein, vrij, dat uitstekend voor de kaas markt geschikt is. Het College had daarom beter gedaan, om, in overeenstemming met de Kamer van Koophandel, een tusschentoestand in het leven te roepen, dan met een kostbaar voorstel te komen, dat niet aan de eischen van het verkeer voldoet; men had bijvoorbeeld de palen op de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 6