140
belang wordt noodig geacht, is Leiden verplicht zijne lei
dingen met "toebehooren, hetzij in haar geheel, hetzij gedeel
telijk, op te nemen en te verleggen. Alphen aan den Eijn
is alleen verplicht daarvoor te vergoeden de werkelijk ge
maakte kosten.
Artikel 15.
De stroomlevering door Leiden aan Alphen aan den Eijn
geschiedt verder volgens de bepalingen van de Electriciteits-
verordening van Leiden, zooals deze thans luidt of nader
mocht worden vastgesteld, alles voor zoover deze bepalingen
toepasselijk zijn en voor zoover daarvan niet bij deze over
eenkomst uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Beide partijen verbinden zich om, zoodra een Bijks-elec-
triciteitswet in werking treedt, de bepalingen dezer over
eenkomst zoodanig te wijzigen of aan te vullen, als zal
blijken noodzakelijk te zijn.
Artikel 16.
Deze overeenkomst eindigt na afloop van den in art. 1
genoemden termijn; zij wordt telkenmale stilzwijgend met
vijf jaren verlengd, tenzij een der partijen drie jaren vóór
het einde van dien termijn of van een vijfjarigen verlen
gingstermijn deze overeenkomst schriftelijk opzegt,
Bij het eindigen der overeenkomst behoudt Leiden de
noodige vergunningen genoemd in art. 5, voor zoover deze
noodig zijn om aan zijne dan loopende verplichtingen tot
stroomlevering aan andere gemeenten te voldoen.
Artikel 17.
Alphen aan den Eijn is bevoegd het door Leiden dd. 29
April 1914 met de N.V. Dakpannen- en Kleiwarenfabrieken
voorh. D. van Oordt en Co. te Alphen aan den Eijn afge
sloten contract betreffende stroomlevering aan hare fabriek
aan het Woubrugsche pad te Alphen aan den Eijn, met
alle rechten en verplichtingen, mits met goedvinden van
bovengenoemde, N.V., over te nemen tegen een nader vast
te stellen vergoeding van de door Leiden voor deze N. V.
gemaakte aansluitingskosten.
Alle kosten aan de overneming verbonden, komen voor
rekening van Alphen aan den Eijn.
Indien bovengenoemde N.V. de overneming van het con
tract niet mocht goedvinden, is Leiden op schriftelijk verzoek
van Alphen aan den Eijn verplicht den stroom aan boven
genoemde N.V. over de in art. 9 dezer overeenkomst bedoelde
meters te leveren, zoodanig, dat deze stroom mede zal worden
berekend ter bepaling van het ingevolge art. 8 dezer over
eenkomst door Alphen aan den Eijn aan Leiden verschul
digde en de ontvangsten uit geleverden stroom aan de N.V.
gedurende den verderen duur van het met de N.V. gesloten
contract in mindering zullen worden gebracht van het door
Alphen aan den Eijn ingevolge art. 8 dezer overeenkomst
verschuldigde. Alphen aan den Eijn vergoedt ook in dit
geval aan Leiden de voor bovengenoemde N.V. gemaakte
en nog te maken aansluitingskosten.
Artikel 18.
De ingevolge besluit van den Eaad der Gemeente Alphen
aan den Eijn dd. 14 Februari 1924, nader aangevuld en
gewijzigd bij besluit van 26 Juni 1924, tusschen Alphen
aan den Eijn en Zwammerdam gesloten overeenkomst be
treffende de levering van electriciteit in laatstgenoemde
gemeente zal tegenover Leiden steeds gelden als een uit
vloeisel van de tusschen Leiden en Alphen aan den Eijn
gesloten stroomleveringsovereenkomstzooals deze thans
luidt of nader mocht worden vastgesteld, zulks overigens
met inachtneming van de voorwaarden, welke door het
Gemeentebestuur van Leiden zijn gesteld ter zake van de
krachtens Eaadsbesluit van Leiden dd. 25 Augustus 1924
aan Alphen aan den Eijn verleende vergunning tot het
aangaan van bedoelde stroomleveringsovereenkomst met de
Gemeente Zwammerdam, welke voorwaarden door den Eaad
der Gemeente Alphen aan den Eijn bij zijn besluit van 22
Mei 1924 en door dien van Zwammerdam bij zijn besluit
van 16 Mei 1924 zijn aanvaard.
Artikel 19.
Alle geschillen tusschen Leiden en Alphen aan den Eijn,
uit of naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaande,
zullen in hoogste ressort beslist worden door drie scheids
rechters, door partijen in gemeen overleg te benoemen of,
indien bedoeld overleg tot geene overeenstemming heeft
geleid binnen vier weken, nadat de eene partij de andere
schriftelijk heeft uitgenoodigd tot benoeming over te gaan,
door den bevoegden, rechter. De scheidsrechters zullen als
goede mannen naar billijkheid rechtspreken en zelf de
regelen der procedure vaststellen.
Artikel 20.
Bij het inwerkingtreden van deze overeenkomst komt de
op 21 April 1914 tusschen „Leiden" en de Gemeentebe
sturen van Alphen, Oudshoorn en Aarlanderveen (thans
„Alphen aan den Eijn") gesloten overeenkomst betreffende
de stroomlevering aan Alphen aan den Eijn, gewijzigd bij
overeenkomst dd. 15 October 1924, te vervallen.
De kosten van deze overeenkomst komen voor rekening
van beide partijen.
Leiden, 29 September 1926.
Eeeds geruimen tijd geleden zijn door den Directeur der
Lichtfabrieken met het Gemeentebestuur van Alphen aan
den Eijn onderhandelingen geopend om te geraken tot de
afsluiting van een nieuwe stroomleveringsovereenkomst,
waartoe van de zijde van Alphen aan den Eijn de wensch
te kennen was gegeven, omdat het Alphensche bedrijf de
grens naderde van het volgens het bestaande contract be
schikbaar gestelde vermogen van 600 K.W. Bij handhaving
van deze grens zouden dus maatregelen moeten worden
genomen om het debiet in Alphen aan den Eijn kunstmatig
te drukken, aangezien anders boven 600 K.W. een toestand
zou ontstaan, die voor Alphen veel te duur zou worden; in
verband met de destijds beschikbare machine- en ketel
capaciteit in de Centrale werd er n.l. voor Leiden belang in
gezien om in de toekomst geen grooter vermogen voor
Alphen ter beschikking te houden, waartoe bij den tegen-
woordigen omvang van het Leidsche Electriciteitsbedrijf
geenerlei aanleiding meer bestaat.
Het spreekt derhalve vanzelf, dat dezerzijds gaarne aan
den wensch van Alphen tegemoet wordt gekomen om meerder
vermogen boven 600 K.W. eveneens op billijke voorwaarden
beschikbaar te stellen, waardoor het Alphensche bedrijf tot
grooteren bloei kan geraken, wat ook geheel in het belang
van Leiden is.
Het resultaat van de gevoerde onderhandelingen is, dat
met Alphen aan den Eijn volledige overeenstemming werd
bereikt over de voorwaarden, zooals die in bijgaande con
ceptovereenkomst zijn neergelegd en waarmede de Eaad der
gemeente Alphen aan den Eijn zich dan ook bij besluit van
5 Augustus j.l. bereids accoord heeft verklaard.
De voornaamste afwijkingen ten opzichte van het oude
contract bestaan uit het navolgende:
In het nieuwe contract is een voor Alphen gunstiger
kolenelausule (art. 11) ingezet; dit kan bij de tegenwoordige,
zuinigere stroomopwekking zonder bezwaar geschieden en
de nieuwe clausule geldt tegenwoordig in soortgelijke con
tracten als normaal.
Daartegenover is evenwel bedongen, dat de gegarandeerde
jaarlijksche stroomafname door Alphen aanzienlijk wordt
verhoogd (van ca 175.000 K. W. U. op 600.000 K. W. U.) ter
wijl de contractsduur bovendien nog met enkele jaren werd
verlengd (tot 1950 inplaats van tot 1947, zooals in 1924 bij
wijzigingseontract werd overeengekomen).
Hoewel rekening moest worden gehouden met den wensch
van Alphen om de redactie der oude contractsbepalingen
niet verder te wijzigen dan strikt noodzakelijk bleek, is er
naar gestreefd voor de nieuwe overeenkomst zooveel mogelijk
de thans geldende, normale redactie voor en gros-stroom-
leveringscontracten te bezigen.
Hiertoe bestond gereede aanleiding, omdat in het bestaande
contract sprake is van „de drie gemeenten", t. w. Alphen,
Oudshoorn en Aarlanderveen met de hieruit voortvloeiende
stroomlevering aan de Commissie van Beheer van de Gas
fabriek der drie gemeenten (art. 2 van de bestaande over
eenkomst). Na de sedert dien plaats gevonden hebbende
sameuvoeging tot één gemeente Alphen aan den Eijn kon
in het nieuwe contract ook op dit punt de normale redactie
worden gevolgd.
Ten slotte is in de nieuwe overeenkomst tevens vastge
legd de stroomlevering door Alphen aan de gemeente Zwam
merdam (art. 18), welke kwestie destijds buiten het contract
LeidenAlphen aan den Eijn om bij afzonderlijk Eaadsbe
sluit (25 Augustus 1924) was afgedaan.
Indien Uw College zich met de voorwaarden van bijgaande
concept-overeenkomst kan vereenigen, verzoeken wij U
beleefd den Eaad voor te stellen een stroomleveringscontract
volgens bijgaand concept met daarbij behoorende teekening
met de gemeente Alphen aan den Eijn aan te gaan. De
teekeningen zijn bestemd te zijner tijd aan de beide getee-
kende exemplaren der overeenkomst te worden gehecht.
Aangezien deze transactie met de gemeente Alphen aan
den Eijn met geen enkele uitbreiding van het kabelnet als