137 Art. IT. De invoering van het vak handelskennis aan de Meisjes school voor uitgebreid lager onderwijs zal geleidelijk ge schieden, zóó, dat uiterlijk op 1 September 1929 in alle leerjaren dier school handelsonderwijs wordt gegeven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 212. Leiden, 6 October 1926. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Mej. J. J. Bagut bestaat bij ons College geen bezwaar. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Mej. J. J. Bagut eervol ontslag te verleenen uit hare be trekking van onderwijzeres aan de O. L. School aan de Paul Krugerstraat A. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 30 September 1926. Aan den Edelachtbaren Baad der gemeente Leiden, In verband met haar voorgenomen huwelijk en aanstaand vertrek naar Indië, heeft ondergeteekende Bagut, Josephina Johanna, onderwijzeres aan de Openbare lagere school A aan de Paul Krugerstraat te Leiden, de eer, Uw College beleefd te verzoeken, haar met ingang van 1 November 1926 eervol ontslag te verleenen uit hare tegenwoordige betrekking. Inmiddels heeft zij de eer te zijn Hoogachtend, J. J. Bagut. N°. 213. Leiden, 9 October 1926. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat naar onze meening door overplaatsing kan worden voorzien in de vacature ontstaan in het ondei wijzend personeel van de Opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. alhier. Mitsdien geven wij U, in overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur van het lager onderwijs in deze inspectie, in overweging, met ingang van een nader door ons College te bepalen dag, naar de Opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. over te plaatsen den heer L. Westerman, thans onderwijzer aan de o. 1. school aan de Paul Krugerstraat B. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 214. Leiden, den llden October 1926. Na de op 6 en 7 September j.l. gehouden her-examina aan het Gymnasium alhier is gebleken, dat eenige klassen gesplitst moesten worden, in verband waarmede het nood zakelijk is voor den duur van den cursus 19261927 in de aanstelling van eenige tijdelijke leerkrachten te voorzien. Onder overlegging van het desbetreffend voorstel van den Bector van 8 September j.l. en het advies van den Inspecteur der Gymnasia van 6 October j.l. hebben wij de eer Uwe Vergadering op grond van art. 17 der Hooger Onderwijswet voor te stellen de navolgende personen tot tijdelijk leerares (leeraar) in het achter hunne namen vermelde vak aan het Gymnasium voor den duur van den cursus 19261927 aan te stellen: Mej. Dra. D. L. VAN BAALTE, leerares aan de II. B. S. voor meisjes alhier, in het Fransch; Mej. Dr. C. H. KOOL, leerares aan de H. B. S. voor meisj«s alhier, in de Aardrijkskunde; den Heer Dr. J. D. A. BOKS, leeraar aan de H. B. S. met vijfjarigen cursus alhier, in de Wiskunde; den Heer Drs. J. van DAALEN, leeraar aan de H. B. S. met vijfjarigen cursus alhier, in het Nederlandsch; en den Heer F. A. MENALDA, alhier, (gedurende den cursus 19251926 reeds als tijdelijk leeraar in de Wiskunde aan het Gymnasium alhier verbonden) in de Wiskunde. Daar de mogelijkheid voorzien kon worden, dat deze aanstellingen na de her-examina noodzakelijk zouden blijken, konden reeds gedurende de vacantie de noodige maatregelen worden getroffen, tengevolge waarvan de voorgedragenen in overleg met den Heer Wethouder van Onderwijs bij den aanvang van den nieuwen cursus ip functie zijn getreden en het onderwijs dus geen stagnatie heeft ondervonden. De voordracht zelve kon echter niet eerder, dan na de her- examina aan den Inspecteur om advies worden gezonden, hetgeen bij brief van 18 September j.l. geschiedde. Intusschen zullen wij in nader overleg treden, of de gang van zaken in dergelijke gevallen niettemin niet eenigermate nog kan worden bespoedigd, zoodat de voordracht Uwe Vergadering tijdiger bereikt. Curatoren van het Gymnasium. D. C. Hesseling, Voorzitter. Van Deventer, Secretaris. Aan den Baad der gemeente Leiden. N°. 215. Leiden, 11 October 1926. In Uwe Vergadering van 28 September 1925 (Ingek. Stukken No. 232) werd ons College gemachtigd om, evenals in beide vorige jaren, gedurende het winterseizoen twee lokalen der beneden-verdieping van het gebouw ,Graven- stein" beschikbaar te stellen als ontspanningslokaal voor werkloozen. De kosten hieraan verbonden, werden voor het winter seizoen 19251926 geraamd op 750. De uitgaven bedroegen: aan toezicht330. aan schoonhouden175.07 aan verwarming. 85.70 aan verlichting en water22.12 aan ontspanningsmiddelen41.05 Totaal f 653.94 De lokalen waren van 2 November 192527 Maart 1926 opengesteld; op werkdagen van 9 uur v.m.12 uur en van 25 uur n.m.; des Zaterdags van 9 uur v.m.12 uur. Het gemiddeld aantal bezoekers per dagbedroeg in November 18, in December 85, in Januari 111, in Februari 77 en in Maart 48. Het kleinste aantal bezoekers per dag was 16, het grootste 140. Het meubilair verkeert in vrij goeden toestand; wegens veelvuldig gebruik moeten vele der ontspanningsmiddelen evenwel vernieuwd worden. Ofschoon van de ontspanningslocalileiten een minder ge bruik is gemaakt in het winterseizoen 19251926, dan in het vorige, hebben wij gemeend, dat er toch nog termen zijn, om wederom eenige vertrekken in „Gravenstein" voor verpoozing van werkloozen open te stellen. De kosten hieraan verbonden, worden voor het tijdvak 1 November 192626 Maart 1927 geraamd op: toezicht345. schoonhouden. 175. verwarming100. verlichting en water25. ontspanningsmiddelen60. aanschaffing en onderhoud meubilair20. totaal 725.— Op grond van het bovenstaande geven wij U in over weging ons College te machtigen ook voor het a.s. winter seizoen (1 November 192626 Maart 1927) een tweetalver- trekken van het gebouw „Gravenstein" beschikbaar te stellen als ontspanningslokaal voor werkloozen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 216. Leiden, 15 October 1926. Ter vervulling van de vacature van 2den geneesheer aan de gestichten „Endegeest, Voorgeest en Bhijngeest", ontstaan tengevolge van het aan den heer G. N. Munk verleend eervol ontslag, hebben wij de eer U, na raadpleging van de Com missie van Beheer over die inrichtingen, de navolgende voordracht aan te bieden:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 3