146 de gemeelde te bereiken viel, hebben wij ons eenigen tijd geleden opnieuw met de Directie der Nederlandsche Spoor wegen in verbinding gesteld, dit maal, ten einde een ver breeding van den overweg te verkrijgen, met aanleg ter weerszijden van den rijweg van een verhoogd tegeltrottoir. De2e verbreeding achtten wij, na de totstandkoming van de verbreeding van den Rijnsburgerweg en met het oog op de aanzienlijke toeneming van het verkeer ter plaatse, beslist noodig. Nadat een aanvankelijk door den technischen dienst der Spoorwegen opgemaakt plan, waarin de algeheele verplaat sing van het seinhuisje begrepen was en waarmede een bedrag van meer dan 20.000.zou zijn gemoeid, als te kostbaar moest worden ter zijde gesteld, werd overeenstem ming bereikt over een eenvoudiger plan, dat wij U hierbij ter vaststelling aanbieden. Dit plan omvat een verbreeding van den tegenwoordigen, 10 M. breeden rijweg tusschen de afsluitboomen met twee verhoogde trottoirs, waardoor voetgangers in beide richtingen een eigen en veiligen weg zullen verkrijgen. Het trottoir aan de Noordzijde, richting Oegstgeest, verkrijgt een breedte van 2.50 M. en zal ter weerszijde op de be staande tegeltrottoirs buiten de afsluitboomen aansluiten. Het aan de Zuidzijde aan te leggen voetpad, richting Stad, zal 1.50 M. breed worden; een grootere breedte zou ook aan die zijde wijziging van de bestaande slagboomen en bovendien nog andere ingrijpende veranderingen ten gevolge moeten hebben, waarmede hooge uitgaven, niet geëven- rodigd aan de daaruit voortvloeiende geringe voordeelen, gemoeid zouden zijn. De totale breedte van den nieuwen rijweg met de trottoirs wordt dus 14 M. Tot de uit te voeren werken behoort ver der het vernieuwen van de afsluitboomen aan de Noordzijde, terwijl de tegenwoordige trap en kelderingang van het sein huisje moeten worden verplaatst, waardoor ook een voorzie ning aan de bewegingsinrichting in het seinhuisje, welke zich thans ten deele op het bordes der trap bevindt, nood zakelijk is. Een en ander wordt verduidelijkt door een tee- kening, die wij voor U ter visie hebben gelegd. De uitvoering van dit plan kost naar raming 6820. Aangezien de Spoorwegen bij een en ander geen belang hebben, zal dit bedrag geheel voor rekening van de gemeente komen; bovendien zal de gemeente jaarlijks wegens meer der onderhoud een bedrag van 197.50 aan de Spoorwegen moeten betalen. Hoewel wij gaarne gezien hadden, dat de Spoorwegen een deel der kosten of althans het onderhoud der trottoirs tus schen de afsluitboomen, welke trottoirs hun eigendom wor den, voor hunne rekening hadden genomen, zijn wij toch van oordeel, dat de aan te brengen voorziening een te nood zakelijke verbetering is, dan dat zij, nu zulks niet het geval is, daarop zou mogen afstuiten. En vermits de voorziening slechts van tijdelijken aard is, nl. tot den bouw van een nieuw station, meenen wij ook aan betaling van een jaar- lijksch bedrag voor onderhoud boven uitkeering der geka pitaliseerde som de voorkeur te moeten geven. Onder mededeeling, dat de Commissie van Fabricage zich met een en ander kan vereenigen, geven wij Uwe vergade ring alsnu in overweging a te besluiten U bereid te verklaren tot medewerking aan de totstandkoming van de verbetering bij den spoor wegovergang over den Rijnsburgerweg volgens de overge legde teekening op den voet, als nader in den overgelegden brief van de Directie der Nederlandsche Spoorwegen van 16 September .1926 is aangegeven b. door vaststelling van den hierbij overgelegden begroo- tingsstaat een bedrag van 6820.beschikbaar te stellen voor de sub a bedoelde verbeteringen. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan wij U voorstellen dit bedrag af te schrijven, is nog een bedrag van 89.235.29 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 2.30. Leiden, 20 October 1926. Wij hebben de eer U hierbij ter goedkeuring aan te bieden de balans en de verlies- en winstrekening over 1925 van de Yereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmans woningen. Bij onze voorstellen tot goedkeuring van de rekeningen over 1923 en 1924 (Ingek. stukken nis. 34 en 270 van 1925) wezen wij er op, dat de Onderlinge Levensverzekering Maat schappij „Eigen Hulp" de rente der hypothecaire leening, per 31 December 1925 pro resto groot 28.396.60, van 4 tot 51/2 had verhoogd en dat de meerdere rente ad U/2 in verband met de desbetreffende bepalingen van de statuten, zonder Uwe machtiging niet in de rekening mocht worden geleden. De in deze voorstellen bedoelde wijziging van de statuten kwam nog niet tot stand, zoodat zich weder hetzelfde geval voordoet als bij de rekeningen 1923 en 1924. Ook ten aanzien van de rekening over 1925 ontmoet het bij ons College geen bezwaar, dat de meerdere rente ten laste van de verlies- en winstrekening wordt gebracht en niet in mindering komt van het door de aandeelhouders te genieten dividend. Onder mededeeling, dat de vereeniging in den loop van 1926 de hypothecaire leening inmiddels uit eigen fondsen heeft afgelost en onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging: a. de balans en de verlies- en winstrekening van de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmans woningen over 1925 goed te keuren met dien verstande, dat een bedrag van 79.21 V2 ter beschikking van de ver eeniging wordt gesteld, teneinde haar in staat te stellen over 1925 3 dividend over het aandeelenkapitaal uit te keeren. b. vast te stellen den hierbij overlegden begrootingsstaat, model E, dienst 1926, groot 79.2172. Dit bedrag kan worden gevonden door afschrijving van den post voor „Onvoorziene Uitgaven" waarop nog 82415,29 beschikbaar is. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 231. Leiden, 20 October 1926. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat bij haar tegen goedkeuring van de balans en de verlies- en winstrekening over 1925 van de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen, op den voet als in bovenstaand voorstel van Burgemeester en Wet houders aangegeven, geene bezwaren bestaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 232. Leiden, 20 October 3926. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de navolgende, in hare handen gestelde bescheiden, geene bedenkingen heeft: 1°. Rekening over 1925 van de Gezondheidscommissie; 2°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting voor 1925 van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis; 3°. Rekening over 1925 van die instelling; 4°. Begrooting voor 1927 van die instelling; 5°. Suppletoire begrooting, dienst 1925, van het Gerefor meerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis; 6°. Rekening over 1925 van die instelling. Zij stelt U derhalve voor tot goedkeuring van die stuk ken te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 12