106
DINSDAG 7 SEPTEMBER 1926.
zien gebeuren en veranderen. De Raad was toen geheel
anders samengesteld en de werkzaamheden waren grooten-
deels van anderen aard. De heeren hebben zich aan den
nieuweren toestand volkomen aangepast en zijn op dezellde
wijze hun belangstelling in de zaken der gemeente blijven
toonen; anders zouden zij zeker niet een zoo groot aantal
jaren achter elkander het vertrouwen der burgerij hebben
genoten. Dat dit laatste wel het geval is geweest, mag voor
hen een reden tot blijdschap zijn. Zij zijn altijd met hart en
ziel Raadslid geweest, liet past spreker als Voorzitter wel
niet te beoordeelen wat zij als Raadslid hebben gedaan en
wat niet, maar in het algemeen meent hij te mogen zeggen,
dat zij altijd in het bijzonder de belangen der gemeente
hebben behartigd.
De heer Mulder is zeer langen tijd lid geweest van de
Commissie van Fabricage, de belangrijkste commissie van
bijstand, en toen vier jaren geleden een wethouderszetel open
viel, heeft de Raad hem als Wethouder benoemd. En hij kan
met rechtmatigen trots op zijn staat van dienst terugzien.
Ook de heer Sijtsma heelt bezigheid gevonden in verschil
lende Raadscommissiën. Spieker noemt de Commissie voor
de Huishoudelijke Verordeningen en de Commissie van advies,
bedoeld in art. 35 van de verordening, regelende den rechts
toestand van de ambtenaren. Verder maakt de heer Sijtsma
deel uit van de besturen van de Werkinrichting en van het
Leidsch Muziekcorps en is hij gedelegeerd lid in het bestuur
van «Kennis is Macht", terwijl hij zich door het sluiten van
huwelijken ook verdienstelijk heelt gemaakt als ambtenaar
van den Burgerlijken Stand.
De grootste reden tot verheugenis is gelegen in de om
standigheid, dat het beiden heeren gegeven is dezen dag te
mogen vieren, dat hun daartoe het leven, de gezondheid en
de kracht zijn geschonken. Spreker hoopt, dat deze dag een
feestdag mag zijn, niet alleen voor hen zeiven, maar ook voor
hun gezinnen. Hoewel zij toch beiden reeds eenigszins in het
begin van den levensavond zijn gekomen, zal zeker het feit,
dat zij dit feest mogen vieren nog in het bijzijn van hun
echtgenooten en kinderen, dezen dag tot een dubbelen feestdag
maken.
Spreker hoopt, dat beiden heeren de kracht gegeven zal
worden om met hetzelfde plichtsbesef bun betrekking te blijven
waarnemen. (Teekenen van instemming.)
De heer Mulder dankt den Voorzitter voor diens sympa
thieke woorden en den Raad voor den daarmede betoonden
bijval. Hij is overtuigd, dat deze woorden niet uit een zuiver
officiëele noodwendigheid zijn geboren, doch uit het hart van
den Voorzitter zijn geweld. Ook betuigt hij den Voorzitter en
den Raad zijne erkentelijkheid voor de schoone bloemen,
welke hij heeft ontvangen. In 25 jaren moge zich veel herha
len, nog nooit heeft hij medegemaakt, dat in een Raadsver
gadering aan Raadsleden bloemstukken werden aangeboden.
Verder dankt spreker de leden, den Gemeente-secretaris
en de vele andere ambtenaren, die op 9 Juli of in deze dagen
gelukwenschen tot hem hebben gericht.
Als spreker de afgeloopen 25 jaren eens de revue laat
passëeren, dan is er in dien tijd in den Raad, in den toestand
van de stad en in dien van de burgerij veel veranderd. Met
vreeze heeft spreker op den eersten dag zijn plaats in den
Raad ingenomen, doch hij is er aan gewend geraakt en het
is hem steeds gemakkelijker geworden, niet alleen om aan
de zaken der gemeente zijn aandacht te schenken, doch ook
daaraan in meerdere of mindere mate een werkdadig aandeel
in te nemen.
Spreker heeft in die 25 jaren velen in den Raad zien komen,
ook velen zien gaan, al waren het er gelukkig zeer weinigen,
die door den dood werden weggenomen.
Voor de sympathie, de hartelijkheid en den steun, welke
hij in al die jaren van de Raadsleden en van zoovele ambte
naren heeft mogen ontvangen en waardoor hij zich altijd
gesterkt heeft gevoeld, betuigt hij zijn dank. Er is wel eens
iets voorgevallen, dat men bij een feestelijke gelegenheid niet
noemt, doch dat was het gevolg van het door spreker erkende
feit, dat hij als lid van den Raad, als lid van de Commissie
van Fabricage en als Wethouder niet in allen deele volmaakt
werk heelt geleverd.
Spreker heelt met groot genoegen den toestand in de stad
zien veranderen; het is een kalme, zakelijke, maar toch ge
lukkige vooruitgang geweest, welke grootendeels te danken is
aan het stevige en vaste regeeren van het College, vooral in
de eerste jaren, en niet minder aan de goede samenwerking
met den Raad.
Spreker hoopt de krachten, welke God hem nog zal schenken,
naar zijn beste weten te blijven wijden aan de belangen van
de goede stad Leiden. (Teekenen van instemming
De heer Sijtsma zegt, dat hij, toen hij bij het binnenkomen
de mooie bloemen zag, er verlegen onder werd. Bij zulke
gelegenheden gevoelt de mensch wat hij heeft gedaan en wat
hem ontbreekt. Spreker meent zonder blikken of blozen op
de afgeloopen 25 jaren te mogen terugzien, omdat hij steeds
naar zijn beste weten en innigste overtuiging het belang van
de gemeente heeft gediend. Hij heeft dat gedaan materieel,
want hij heeft in al die jaren slechts een dozijn Raadsver
gaderingen niet bijgewoond en, als hij naar den Raad ging,
had hij, voorzoover zijn vermogens strekten, zich in de te
behandelen voorstellen en stukken ingewerkt. Toch had spreker
heel wat meer kunnèn en willen doen, dat voelt hij staande
bij dezen mijlpaal zeer levendig. Doch hoe dit zij, steeds is
hij trouw gebleven aan het beginsel, waarmede hij in den
Raad kwam. Naar zijn meening, toen reeds vóór zijn benoeming
uitgesproken, moest het gemeentebestuur in democratische
richting worden geleid en naar zijn beste weten heeft hij
daarnaar gestreefd en in dien zin gestemd en gespróken,
soms gestreden ook.
Zooals de heer Mulder reeds zeide, is er aan het aspect
van den Raad heel wat veranderd. Toen de heer Mulder en
spreker in 1901 hun intrede in den Raad deden, zaten er
voor 't meerendeel zeer eerwaardige hooggeleerde heeren en
spreker kwam aan de rechterzijde was dat niet zoo het
geval als burgerman er bij. In dié dagen voegde eens een
der hooggeleerde heeren, toen ook een bejaard man, spreker,
die wat warm voor zijn idealen had getuigd, toe: Sijtsma,er
zitten hier zooveel wijzer en meer vroede mannen, gij moest
wat voorzichtiger wezen en niet zoo veel sprekenSpreker
heett zich daaraan naar den maatstaf van heden zeker nooit
schuldig gemaakt en als diezelfde heeren er nu nog waren,
zouden zij moeten toegeven, dat spreker het nog al schappelijk
maakte. De verandering is geleidelijk gegaan. Toen spreker kort
Raadslid was, werd de begrooting nog in één middag- en
avondzitting afgehandeld en werd zij meestal aangenomen,
zooals zij door Burgemeester en Wethouders werd voorge
steld; thans echter duurt de behandeling evenveel dagen als
voorheen uren en zij wordt in den regel eveneens onge
wijzigd vastgesteld. Spreker acht veel praten dan ook niet
in het belang van de gemeente en daarom heeft hij er nooit
zoo erg aan meegedaan. Maar het is iets van onzen tijd.
Velen denken er anders over.
Spreker dankt den Voorzitter voor de hartelijke woorden,
tot hem gericht. Waar hij nog al eens onaangename dingen
ontmoet, doet het hem goed, als een man, dien hij respec
teert en die, zooals hij gaarne erkent, hooger staat dan hij
zelf, op die wijze tot hem spreekt.
Aan de Raadsleden betuigt spreker zijn erkentelijkheid,
niet alleen voor de vele handdrukken, welke hij mocht ont
vangen, en voor de mooie bloemen, maar vooral voor de
gezindheid, die er uit spreekt. Spreker zal waarschijnlijk dit
ambt niet zoo heel lang meer waarnemen er is een tijd
van komen en van gaan maar, zoolang hij hier nog zal
zitten, hoopt hij, trouw aan zijn democratisch beginsel, dat
met zijn persoonlijkheid is samengegroeid, de belangen van
de gemeente, zooals hij die ziet, te behartigen.
Spreker uit den wensch, dat het de gemeente Leiden wel
moge gaan en dat de tegenwoordige Voorzitter, U mijnheer
de Gijselaar, nog vele jaren aan het hoofd van de gemeente
mag blijven, want dan zal het, bijzondere omstandigheden
buiten rekening gelaten, de gemeente goed gaan.
Spreker eindigt met allen te danken voor dit uur, een uur,
dat hem een gevoel van dankbaarheid geeft en hem gelukkig
maakt, zooals waardeering dat altijd doet.
Teekenen van instemming).
De Voorzitter deelt mede, dat op 31 Augustus j.l. aan
Hare Majesteit de Koningin, ter gelegenheid van Hoogstder-
zelver verjaardag, een telegram van gelukwensch is verzonden
en dat daarop een dankbetuiging is ingekomen.
De Voorzitter deelt mede, dat verder zijn ingekomen:
1°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsbesluiten:
a. tot verhuring van een strook grond aan den Morschweg
tegenover den tuin van het Militair Hospitaal, aan A. Mey;
b. tot verhuring van de perceelen weiland in den Bosch-
huizerpolder, Sectie O, Nis. 663, 665, 666 en 667, aan de
«Leidsche Football Club";
c. tot aankoop van het perceel Heerenstraat No. 48.
2°. Mededeeling van M. G. Stokvis,'dat hij de benoeming
tot leeraar aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus
aanneemt.
3°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot wijziging der begrooting, dienst
1926, ten behoeve van de kosten van aankoop van perceel
Heerenstraat No. 48.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
i