GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
117
meEKOMEK ITVKEEN.
N°. 181. Leiden, 30 Augustus 1926.
De Commissie van Financiën lieeft de eer U mede te
deelen, dat zij geen bezwaar heeft tegen de voorstellen van
Burgemeester en Wethouders:
a. tot overname in eigendom en onderhoud bij de ge
meente van de perceelen grond, gelegen respectievelijk aan
de Koningstraat en in de Nassaustraat, Sectie K. Nis 2465
en 2648 (Ingek. Stukken No. 177);
b. tot aankoop van de perceelen, Sectie K. Nis 3083,145,
144 en 38 (Ingek. Stukken No. 166).
Tegen de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde
begrootingswijzigingen betreffende
a. het verleenen van een extra bijdrage aan de woning-
bouwvereeniging „Tuinstadwijk" als tegemoetkoming in de
kosten van aanleg van de Koninginnelaan (Ingek. Stukken
No. 173);
b. de overbrenging van het dienstjaar 1925, op dat van
1926 van gelden in verband met de voldoening van onbe
taald gebleven vorderingen en het nog niet verwerkt of
verbruikt zijn van verleende credieten, alsmede tot over
brenging van verschillende ontvang- en uitgaafposten van
den Kapitaal dienst (Ingek. Stukken No. 159);
c. het beschikbaar stellen van gelden voor de kosten van
demping en rioleering van een gedeelte sloot langs de Os-
en Paardenlaan en van het verbreeden en bestraten van
een gedeelte dier laan (Ingek. Stukken No. 179);
d. het beschikbaar stellen van gelden van de meerdere
kosten van verbetering van den Bijnsburgerweg tusschen
de Poelbrug en den Warmonderweg (Ingek. Stukken No. 169)
bestaat bij de Commissie evenmin bedenking.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 182. Leiden 15 Juli 1926.
Naar aanleiding van Art. 5 van het reglement van beheer,
hebben Bestuurderen van de Stedelijke Werkinrichting de
eer, het volgende dubbeltal voor te dragen voor een lid van
het Bestuur buiten den Gemeenteraad, dat jaarlijks op den
eersten Dinsdag van September aftreedt, ditmaal zijnde de
Heer J. A. Bots. die opnieuw benoembaar is:
1°. de Heer J. A. BOTS;
2°. A. DE KOSTEE.
Bestuurderen voornoemd,
J. A. Bots, 1° Voorzitter.
A. Bisschop, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 183. Leiden, 2 Augustus 1926.
Ter vervulling van de vacature welke op Dinsdag 7 Sep
tember in onze Commissie zal ontstaan, tengevolge van de
periodieke aftreding van Prof. Dr. A. W. Bijvanck, en
waarin overeenkomstig art. 4 der Verordening v/d 7 Mei
1896 (Gemeenteblad No. 6) op dien dag moet worden voor
zien, hebben wij de eer Uw College de volgende aanbeveling
aan te bieden:
1°. Prof. Dr. A. W. BIJVANCK
2°. Prof. Mr. A. S. DE BLÉCOUET,
beiden wonende te Leiden.
De Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs
Aug. L. Beiheringer, Voorzitter.
H. A. Sypkens, Secretaris.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
N°. 184. Leiden, den 24sten Augustus 1926.
Op 1 September a.s. loopt de tijd af, waarvoor Uwe Ver
gadering bij besluiten van 24 Augustus en 30 November
1925 (zie Ingek. Stukken Nis 193 en 256 van dat jaar) de
heeren B. H. D. von Arnim en Dr. T. van Lohuizen
laatstelijk heeft herbenoemd tot leeraar in de Hoogduitsche
taal en de Natuurkunde, aan het Gymnasium alhier. Het
is wenschelijk, dat deze benoemingen voor den cursus 1926/27
worden gecontinueerd.
Onder overlegging van het desbetreffend advies van den
Inspecteur der Gymnasia geven wij U mitsdien in over
weging de heeren B. H. D. von Arnim en Dr. T. van
Lohuizen te benoemen voor den tijd van één jaar (1 Sep
tember 19261 Sept. 1927) tot leeraar, respectievelijk in de
Hoogduitsche taal en in de Natuurkunde aan het Gymnasium,
alhier.
Curatoren van het Gymnasium,
Namens hen:
L. Knappert.
Aan den Eaad der gemeente Leiden.
N°. 185. Leiden, 30 Augustus 1926.
Ter voldoening aan het bepaalde bij de artt. 5 en 6 der
verordening van 19 Januari 1911, houdende reglement op
het beheer en bestuur van het Krankzinnigengesticht „Ende
geest", de af deeling voor jeugdige idioten „Voorgeest" en
het Sanatorium voor Zenuwlijders „Bhijngeest" (Gem.blad
No. 1), laatstelijk gewijzigd bij verordening van 17 Maart
1924 (Gem.blad No. 8), hebben wij de eer Uwe Vergadering,
ter vervulling van de vacature, die in de Commissie van
Beheer over die inrichtingen zal ontstaan, tengevolge van
de periodieke aftreding van den heer B. J. Huurman, na
raadpleging der Commissie, de volgende aanbeveling aan
te bieden:
1°. de Heer B. J. HUUEMAN;
2°. F. ELKEEBOUT.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 186. Leiden, 30 Augustus 1926.
Hiermede hebben wij de eer U te berichten, dat als lid
der Commissie voor het Stedelijk Museum de Lakenhal aan
de beurt van aftreding zijn de H.H. Dr. P. J. Blok, B. J.
Huurman Dzn. en F. H. Verster.
Ter voorziening in de hierdoor ontstane vacatures zenden
wij U de navolgende aanbeveling.
a. voor de vacature Prof. Pr. P. J. Blok:
Prof. Dr. P. J. BLOK en
Prof. Dr. L. KNAPPEET;
b. voor de vacature B. J. Huurman:
de Heer B. J. HU DEM AN en
de Heer J. SPLINTEB Gzn;
c. voor de vacature F. H. Verster:
de Heer F. H. VEESTEE en
Dr. J. E. KEOON.
De Commissie voor het Stedelijk
Museum de Lakenhal,
N. C. de Gijselaar, wn. Voorzitter.
J. C. Overvooede, Secretaris.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
N°. 187. Leiden, 30 Augustus 1926.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
E. Zuidema bestaat bij ons College geenerlei bezwaar.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan
den heer B. Zuidema, op diens verzoek, eervol ontslag te
verleenen als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, uit-