MAANDAG 9 AUGUSTUS 1926.
93
spreker in overweging de luifel eenige meters hooger te hangen
of hem geheel weg te laten nemen.
Ten slotte wijst hij op het gevaar, verbonden aan het onbe
heerd laten staan van wagens langs de tramlijnen, hetgeen
verleden week in de Haarlemmerstraat een menschenleven
heeft gekost.
De heer van Tol dringt, nu de gemeente over een motor
sproeiwagen beschikt, aan op veelvuldiger besproeiing van
den Haarlemmerweg. De Haarlemmerweg is een grindweg
met veel verkeer van auto's, welke wolken van stof opjagen,
waardoor de bewoners zeer geplaagd worden, zoodat zij geen
raam open kunnen zetten.
Mevrouw van Itallievan Embden verzoekt streng toe
zicht te willen doen uitoefenen, dat de trottoirs niet aan
hunne bestemming worden onttrokken door het daarop plaatsen
van wagens en andere voorwerpen of door ze voor uitstal
lingen te gebruiken. Ook zal men, hoe ongaarne ook, de ver
gunning van café's om stoelen op het trottoir te plaatsen,
moeten intrekken. Voorts herhaalt spreekster haar klacht in
zake het laten staan van dokters-auto's op den openbaren
weg; dit kan wegens het gevaar niet overal langer worden
gedoogd.
De heer Wilbrink wijst op den vooral voor wielrijders
gevaarlijken toestand van den spoorwegovergang in den
Haarlemmerweg, waar wat oude biels tusschen de rails zijn
neergeworpen. Hij verzoekt Burgemeester en Wethouders,
teneinde verbetering ter plaatse te bereiken, daaromtrent
overleg te plegen met de Nederlandsche Spoorwegen.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.