92 MAANDAG 9 AUGUSTUS 1926. liet aankomen, zou zij het huis niet goedkooper krijgen dan thans. Oi het huis geheel zal worden afgebroken, staat thans nog niet vast, inaar als alleen de voorboel wordt weggenomen zal er een behoorlijke afscheiding komen, hetzij door een steenen muur, of door een ijzeren hek op steenen voet. De heer Kooistra meent, dat de woorden, waarmede de Wethouder zich van deze zaak wil afmaken, niet ernstig kun nen worden genomen. Hij hoopt, dat de andere leden van het college het met hun collega niet eens zullen zijn en dat zij ook niet den goeden raad van de Raadsleden zullen afwach ten, maar dat zij zelf diligent zullen zijn. Wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXVI. Voorstel: a. tot vaststelling van de vergoeding, bedoeld in art. 101, le tot en met 8e lid, der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1923, voor de besturen van verschillende bijzondere scholen; b. tot vaststelling van de vergoeding, bedoeld in het 9e lid van dat wetsartikel, over het jaar 1923, aan de besturen van verschillende bijzondere scholen; c. tot verhooging van het voorschot op de vergoeding, bedoeld in het le tot en met 8e lid van meergenoemd wetsartikel, over de jaren 1924, 1925 en 1926, aan de besturen van verschillende bijzondere scholen; d. tot bepaling van den tijd, waarop de sub c bedoelde voorschotten zullen worden uitgekeerd. (Zie Ing. St. No. 149.) De heer Meijnen deelt mede, dat Burgemeester en Wet houders hun voorstel in dien zin wijzigen, dat in de conclusie sub I, post 2, vervalt de zinsnede: »1. o. aan het Levendaal, met 460 leerlingen op f 2.737.60", aangezien dit bedrag ook is begrepen iri de som van f 3.564.48, post 19, welke is uit getrokken voor de school voor 1. o. en m. u. 1. o. aan het Levendaal. Practisch heeft intusschen deze zaak niet veel te beteekenen, omdat niet deze bedragen worden uitgekeerd, doch alleen het verschil tusschen de voorschotten en deze definitieve bedragen. Maar het ingeslopen abuis wilde spr. toch even herstellen. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het gewijzigd voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXVII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten be hoeve van de vernieuwing van een gedeelte walmuur langs het Utrechtsche Veer. (Zie Ing. St. No. 155.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXVIII. Voorstel tot onderhandsche opdracht: a. van het leveren, monteeren en in bedrijf stellen van een volledige door electromotoren gedreven pomp- inrichting voor het te bouwen hoofdrioolgemaal der centrale rioleering aan den Maresingel, aan de Koninklijke Nederlandsche Machinefabriek v/h E. H. Begemann, te Helmond; b. van het bedrijfsvaardig leveren van een persleiding van gewapend beton voor den afvoer van rioolwater van het sub a bedoeld hoofdrioolgemaal, aan de N. V. Rijn- landsche Betonbouw Maatschappij, te Leiden. (Zie Ing. St. No. 157.) De heer Schüller zou gaarne vernemen, wat de reden is, dat bij dergelijke werken altijd een onderhandsche aanbe steding plaats heeft en nooit een openbare. Is soms de oor zaak, dat bij onderhandsche aanbesteding de firma's, welke inschrijven, de eigenlijke teekeningen voor het werk maken, terwijl bij openbare inschrijving Gemeentewerken die moet maken? De heer Mulder antwoordt, dat dergelijke werken in hoofd zaak gemaakt worden door fabrikanten, die daarvoor speciaal ingericht zijn, en dat, als een publieke aanbesteding gehouden wordt, men lang niet zeker is, dat men degelijk werk zal krijgen. Men kan bij publieke aanbesteding wel zeggendien en dien schakelen wij uit, maar dan hebben onderwijl die menschen de moeite gedaan om in te schrijven. Inderdaad heeft bij openbare aanbesteding Gemeentewerken voor de teekeningen en plans te zorgen en bij onderhandsche aanbesteding niet. Hierbij verschaft men gegevens, geeft men aan, welken kant men uit wil, geeft men enkele hoofdlijnen aan, en daarnaar wordt de zaak door de inschrijvers uitge werkt. Dit wordt dan natuurlijk weder beoordeeld door Gemeentewerken en verder wordt door onderlinge bespreking getracht om tot een goed geheel te komen. Wanneer alles zou afhangen van de gegevens van Gemeente werken, is men niet steeds zeker, het beste te krijgen en is de verantwoordelijkheid voor de leveranciers ook minder groot. Bij de tegenwoordige wijze van doen hangt de reputatie van den leverancier van het succes van het werk af. De ervaring leert dan ook, dat men verstandig doet door op dezen weg voort te gaan. Men heeft ten slotte te maken met enkele fabrikanten, die zich op speciale constructies hebben toegelegd. De heer Sciiüller wijst er op, dat ook de brug aan het Utrechtsche Veer bij onderhandsche aanbesteding is uitge voerd en dat de teekeningen door den aannemer zijn geleverd. Toch verkeerde die brug kort geleden in een treurigen toe stand. Dat systeem werkt dus niet steeds zoo goed als de Wethouder beweert. De heer Groeneveld gelooft, op gezag van den Wethou der, dat Gemeentewerken geeu personeel heeft, bekwaam om voor dergelijke bijzondere werken bestek en teekeningen te ontwerpen. De Wethouder spreekt nu tegen, dat hij dit gezegd heeft, maar als het wel zoo was, zou het toch niet erg zijn, dat Gemeentewerken niet voor al die dingen tech nisch geschoold personeel heeft. Het is echter niet juist, dat dit systeem bevredigt. De heer Schüller noemde reeds een voorbeeld van het tegendeel. Hij had'ook kunnen noemen de warmwater-installatie van het badhuis aan de van der Werffstraat, die op een dergelijke wijze is aanbesteed en die ook niet heeft voldaan. De heer Splinter zegt nu wel, dat dit een gevolg was van overbelasting; als lid van een Com missie, die deze zaak behandeld heeft, weet spreker echter, dat overbelasting volstrekt niet de eenige oorzaak was; de installatie zelve bevredigde niet en is volgens een geheel ander systeem vernieuwd moeten worden De heer Huurman wijst er op, dat die installatie is gemaakt in den tijd, toen goede materialen niet waren te verkrijgen. De heer Groeneveld vervolgt, dat deze zaak de gemeente veel geld gekost heeft. Het is natuurlijk moeilijk, een betere werkwijze aan te geven. Zou men niet een langduriger garantie kunnen be dingen Dat is dringend noodig, want de aannemer, die tevens ontwerper is, kan het ontwerp zoodanig maken, dat het voor- deelig is voor hem, en op den duur in het gebruik nietvoor- deelig voor de gemeente. De heer Mulder meent, dat men hier de brug aan het Utrechtsche Yeer buiten beschouwing kan laten; dat is een geheel andere zaak. Er kunnen natuurlijk op den regel uitzonderingen zijn en er kunnen wel eens kleine dingen zijn, die niet precies in den haak zijn, maar daarvoor kan men ook bij openbare aanbesteding komen te staan. De heer Groeneveld wil, dat de aannemer een langere garantie zal geven, maar daarvoor bedanken de menschen natuurlijk hartelijk! Zooals reeds gezegd, men levert niet een werk zoo maar. Men moet, vóórdat het werk gegund wordt, een goede om schrijving er van geven aan de hand van de verstrekte ge gevens; die omschrijving wordt beoordeeld door Gemeente werken en dan hebben nog besprekingen plaats, ten einde tot een goed geheel te komen. Natuurlijk zal men niet steeds volmaakt werk krijgen, maar men is bij openbare aanbesteding meer blootgesteld aan teleurstelling den goeden constructeurs niet te na gesproken dan bij onderhandsche aanbesteding, want bij onderhandsche aanbesteding kunnen de menschen altijd serieuzer werken dan bij publieke aanbesteding. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter vraagt, of iemand thans nog iets in het belang der gemeente in het midden heeft te brengen. De heer Coster herhaalt in de eerste plaats zijn in de vergadering van 25 Januari j.l. gestelde vraag in zake de controle op den verkoop van alcoholischen drank in winkels, deel uitmakende van met steun van Rijk en gemeente tot stand gekomen bouwplannen. Voorts herinnert hij aan de vraag, door hem gesteld in de vergadering van 26 Januari 1925, met betrekking tot de luifel aan het broodhuis aan den Ouden Rijn. Met het oog op het stadsschoon en de veiligheid van het verkeer geeft

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 6