GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. Ill ISfUKkOJIEX Sl l kli K>. N°. 160. Leiden, 9 Augustus 1926. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geen bezwaren heeft tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van het perceel Heerenstraat No. 48, hoek Leliestraat, voor den prijs van 10.000.Evenmin ontmoet de bij dit voorstel behoorende begrootingsstaat, alsmede de begrootingsregeling, betreffende de beschikbaarstelling van gelden voor de vernieuwing van een gedeelte walmuur langs het Utrechtsche Veer, eenige bedenking. Zij stelt U mitsdien voor dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 161. Leiden, 16 Augustus 1926. Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 11 van de statuten der Stichting tot Beheer en Exploitatie van woningen te Leiden leggen wij hierbij aan Uwe Vergadering ter kennis neming over de rekening en het verslag over het jaar 1925. Overeenkomstig die ter visie gelegde stukken bleek voor het He plan nabij den Haagweg benoodigd een grondvoor- schot van 66.224,91 en een bouwvoorschot van ƒ279.606,69 (op welk laatste voorschot in mindering is gebracht het door de Lichtfabrieken uit de bouwreserve beschikbaar gestelde bedrag), terwijl die voorschotten aanvankelijk waren geraamd op resp. 97.175,— en ƒ249.000,—. In verband met die raming werd bij Uw besluit van 17 December 1923 onder C. bepaald, dat de verschuldigde annuïteit over ge noemde bedragen van ten hoogste ƒ97.175,en ten hoogste 249.000,—, zou worden berekend (zie Ingek. Stukken 365 van 1923). Hoewel in totaal de werkelijke kosten mitsdien zijn ge bleven beneden de begrooting, dient punt C van Uw aan gehaald besluit gewijzigd te worden, nu blijkt, dat het bouw voorschot in plaats van op ƒ249.000,— op 279.606,69 moet worden gesteld. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging punt C van Uw besluit van 17 December 1923 inzake het ge meentelijke woningbouwplan nabij den Haagweg, in dien zin te wijzigen, dat de ten laste van de exploitatierekening komende annuïteiten zullen worden berekend voorzooveel het grondvoorschot betreft naar een bedrag van 66224,91 en voorzooveel het bouwvoorschot betreft naar een bedrag van 279.606,69. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 162. Leiden, 16 Augustus 1926. Onder verwijzing naar nevensgaand schrijven van Commissa rissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, geven wij U in overweging goed te keuren, dat over het jaar 1925 voor normale uitbreidingen der Gasfabriek 90.000.en der Electriciteitsfabriek 117.000.is besteed. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 9 Augustus 1926. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de normale uitbreidingen van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, in verband met de gas- en electriciteitslevering volgens de bestaande verordeningen en overeenkomsten, in 1925 hebben bedragen: Voor de Gasfabrielc. Hoofdbuizen10.000. Dienstleidingen15.000. Muntleidingen5.000. Meters60.000. Totaal 90.000.— Voor de Electriciteitsfabrielc. H.S. net Leiden Transf. station L.S. net Huisaansluitingen bovengr. net Transformatoren Electr. meters Klokken Dienstgebouwen Totaal 117.000 5.000, 26.000, 27.000. 20.000, 1.000, 15.000, 15.000. 1.000, 7.000, De uitbreidingen van de Gasfabriek konden uit de in vorige jaren verstrekte kapitalen worden bestreden, zoodat daarvoor geen aanvulling van het uitbreidingskapitaal noodig is. Ook voor de electriciteitsfabriek kan zoodanige aanvul ling achterwege blijven, nu door verkoop van het laag spanningsnet in de gemeente Noordwijk (zie Ingek. Stukken No. 95 van dit jaar) grootendeels de middelen beschikbaar zijn gekomen om de hiervoren bedoelde uitgaven te be kostigen. Mitsdien geven wij U in overweging den Raad voor te stellen, goed te keuren, dat over het jaar 1925 voor normale uitbreidingen der Gasfabriek ƒ90.000.en der Electriciteits fabriek 117.000.is besteed. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, J. F. X. Sanders, Voorzitter. E. Schotman, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 163. Leiden, 16 Augustus 1926. Met nevensgaand voorstel van Commissarissen der Stede lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in zake wijziging van de stroomleveringsovereenkomst met de gemeente Zeven huizen, kunnen wij ons geheel vereenigen. Onder verwijzing naar den inhoud van de missive van Commissarissen, geven wij U mitsdien in overweging over te gaan tot vaststelling van de hierbij overgelegde concept overeenkomst tot wijziging en aanvulling van de op 10/11 Augustus 1921 met de gemeente Zevenhuizen gesloten over eenkomst betreffende de levering van electriciteit aan die gemeente. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. CONCEPT-OVEREENKOMST tot wijziging en aanvulling vau de op 10/11 Augustus 1921 met de gemeente Zeven huizen gesloten overeenkomst, betreffende de levering van electriciteit aan de gemeente Zevenhuizen door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden. Artikel I. Het tweede lid van artikel 1 wordt gelezen als volgt: „Zevenhuizen verbindt zich voorts gedurende den nog „loopenden duur der overeenkomst aan electrische energie „te betrekken een hoeveelheid van ten minste 30.000 K.W.U. „per kalenderjaar". Artikel II. Het in artikel 8, eerste lid sub a, genoemde jaarlijksche bedrag van 1600,dienende tot betaling van rente, tegemoetkoming in de kosten van afschrijving, bediening en onderhoud van het overeenkomstig artikel 4, lid 1, door Leiden aangelegde hoogspanningsnet, is niet verschuldigd tot en met 31 December 1931. Wordt na 31 December 1931 de stroomleveringsovereen komst stilzwijgend verlengd, dan is het bovenbedoelde jaar lijksche bedrag van 1600,evenmin verschuldigd over ieder jaar, dat de levering krachtens deze stilzwijgende verlenging plaats heeft. Indien echter de stroomleverings overeenkomst vóór 31 December 1946 eindigt of, behoudens de onderwerpelijke wijziging, niet onveranderd blijft voort bestaan, is het bedrag van 1600,in artikel 8 sub a ge noemd, weder verschuldigd met inachtneming van de bepaling van artikel 15, derde lid. Zevenhuizen verbindt zich hiertegenover tot het nemen van de volgende maatregelen:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 65