GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 105 UttEKOKBir STUKKEN. N°. 159. Leiden, 9 Augustus 1926. Ten einde met de geregelde afdoening van de bij het sluiten van den dienst 1925 nog door de gemeente verschuldigde bedragen te kunnen voortgaan en de beschikking te blijven hebben over de voor verschillende werken en andere doel einden verleende credieten, welke nog niet zijn verwerkt of verbruikt, moeten de hierop betrekking hebbende gelden op den dienst 1926 worden overgebracht. Ingevolge de administratieve voorschriften moeten de achterstallige uitgaven van den gewonen dienst, evenals de achterstallige inkomsten op Hoofdstuk I „Vroegere diensten" worden verantwoord, terwijl onverwerkt of onverbruikt ge bleven credieten en de daarmede verband houdende ont vangsten, worden overgebracht op de hoofdstukken, waartoe zij naar haren aard behooren. Bij den kapitaaldienst moeten de achterstallige inkomsten en uitgaven, alsmede de onverwerkt gebleven gelden en daarmede verband houdende ontvangsten, worden over gebracht op de hoofdstukken, waartoe zij naar haren aard behooren. A. Wat betreft de gewone uitgaven moeten de achter de navolgende posten vermelde bedragen op den dienst 1926 (hoofdstuk I) worden overgebracht. 1°. Volgn. 4. Achterstallige uitgaven van vorige dienstjaren98.721.15 Hiertoe behooren: a. een bedrag van ƒ13.782.15 ter betaling aan het Rijk van de annuïteiten voor plan V, le ged., (ƒ9.969.78) en plan V, 2e ged. (ƒ3.812.37) van de woningbouwvereeniging „de Eendracht"; b. een bedrag van 3.170.80 ter uitkeering aan de woningbouwvereeniging „de Een dracht" van de bijdragen resp. ad 2.649.16 en 521.64 in de terugbetaling van boven genoemde annuïteiten c. een bedrag van 80.000.ter uitkee ring aan besturen van bijzondere scholen van de vergoeding over 1922, bedoeld in art. 101 der Lager Onderwijswet 1920 (De hierbedoelde vergoeding kon nog niet worden uitgekeerd, omdat eenige schoolbe sturen bij de Kroon in beroep zijn gekomen tegen de door den Gemeenteraad vastge stelde bedragen). d. een bedrag van 875.op den dienst 1925 overgebracht ter betaling van verschil lende coupons van geldleeningen dezer ge meente, die ook in het afgeloopen jaar niet ter inwisseling zijn aangeboden e. een bedrag van 896.20, zijnde het nog niet betaalde restant wegens geleverde vitri nes ten behoeve van het Stedelijk Museum „de Lakenhal". 2°. Volgn. 31 Archief42.80 Eene rekening ad 42.80 wegens, gedu rende het jaar 1925 geleverde bureaubehoefen aan het gemeente-archief moet alsnog worden voldaan. 3°. Volgn. 74. Renten van geldleeningen. 2.397.50 Verschillende coupons over 1925 van geld leeningen dezer gemeente, tot een bedrag van 2.397.50 zijn nog niet ter inwisseling aangeboden. 4°. Volgn. 75. Aflossingen van geldleeningen 100.— Een in 1925 uitgelote obligatie ad ƒ100. van de geldleening 1919 is nog niet ter inwis seling aangeboden. 5°. Volgn. 116. Subsidie ter ondersteuning vau plaatselijke dranhbestrijdersvereenigingen 600. De subsidie over 1925 is nog niet uitge keerd. 6°. Volgn. 119. Bijdrage in de exploitatie van het badhuis van de woningbouwvereeniging „de RendracW6.836.075 De bedoelde bijdrage, welke over 1925 6.836.075 bedraagt, was bij het sluiten van den dienst 1925 nog niet uitgekeerd. 7°. Volgn. 169. Annuïteiten aan het Rijk ver- Transport schuldigd ter zake van voorschotten in het belang van de verbetering van de volkshuisvesting Eenige annuïteiten over 1925 (de Eendracht plan V, le en 2e ged., Ons Doel plan III, Ons Belang, plan III, 3e ged.) tot een ge zamenlijk bedrag van 2.8751.49 moeten nog aan het Rijk worden uitgekeerd. 8°. Volgn. 170. Bijdragen ter tegemoetkoming in de betaling van rente en aflossing van door de gemeente verleende voorschotten in het belang van de verbetering der volkshuisvesting In verband met de niet betaling aan het Rijk van de bij het vorige artikel bedoelde annuïteiten, behoefden ook de bijdragen 4.059.17 te zamen) in de betaling der annuï teiten nog niet te worden uitgekeerd. Bovendien kon ook een gedeelte ad ƒ2.434.39 van de bijdrage in de betaling van de le annuïteit van het lie bouwplan van de woningbouwvereeniging „Eensgezindheid" niet meer ten laste van den dienst 1925 worden gebracht. 9°. Volgn. 426. Bijdrage aan de Gemeente- Commissie van het Nederd. Hervormd Kerk genootschap in de restauratiekosten van de Pieterskerk Bij het sluiten van den dienst 1925 was de hierbedoelde bijdrage nog niet uitgekeerd. 10°. Volgn. 446. Aandeel van de Provincie in de bijdragen van particulieren in de verple- gingskosten van arme krankzinnigen Het over 1925 verschuldigde aandeel was bij het sluiten van dat dienstjaar nog niet uitgekeerd. 108.700.52® 28.751.49 Transporteeren 108.700.52' Voorts zouden wij de op de navolgende posten onverwerkt of onverbruikt gebleven gelden op den dienst 1926 wenschen te zien overgebracht 11°. Volgn. 31. Archief. 1.159.67 De nog niet bestede som van 910.voor het doen drukken van catalogi op de archiefverzamelingen en het restant ad 249.67 van de voor aankoop van boeken en andere stukken, welke belangrijk zijn voor de geschiedenis der stad, beschikbaargestel de som. 12°. Volgn. 40. Kosten van de de dubbelen der leggers en plans van het kadaster145. Van de op de begrooting voor 1925 voor het doen herstellen der kadastrale plans beschik baar gestelde som van ƒ175. is een bedrag van 145.niet verbruikt. 13°. Volgn. 171a. Kosten van het houden eener woningen gezinstelling304.84 Van de hiervoor beschikbaar gestelde som van 3.000.— is op den dienst 1925 een bedrag van 2.695.16 uitgegeven. 14°. Volgn. 198a. Kosten van verbreeding van het Zuidelijk gedeelte der Driftstraat met daar bij behoorende slootdemping en rioleering1.753.64 Van de voor dit werk beschik baar gestelde som van 8.500. is op den dienst 1925 een bedrag van 6.746.36 verwerkt. 6.493.56 1.000.— 6.800.— 151.745.57® 3.363.15 155.108.72® Aan de uitgaven van den gewonen dienst moet derhalve een bedrag van worden toegevoegd B. Wat betreft de Kapitaalsuitgaven: In de eerste plaats moet het nadeelig saldo van den Kapitaaldienst van het dienstjaar 1925, blijkens de gemeente rekening 2.861.010.64® bedragende (gesplitst in voor- en nadeelige sloten) ten bate resp. ten laste van de verschillende hoofdstukken en paragrafen van de begrooting voor 1926 worden gebracht. Hoewel het de bedoeling is, de voordeelige sloten te zijner l) De hieronder vermelde volgnummers zijn die van de begrooting voor 1925.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 60