GEMEENTERAAD VAN LETDF.N
79
ISGEKOUH STUKKEN.
N°. 150. Leiden, 31 Juli 1926.
Ultimo December a.s. eindigt de bij raadsbesluit van 6
September 1921 (Ingek. Stukken No. 292) met de „Leidsche
Football Club" gesloten huur van de perceelen weiland in
den Bosehhuizerpolder, kadastraal bekend gemeente Leiden,
Sectie O Nis 663, 665, 666 en 667, groot 4.69.85 H.A.
De vereeniging heeft verzocht het geheele terrein wederom
voor den tijd van vijf jaren te mogen huren, en wel voor
ƒ1200.per jaar, d. i. ƒ255.per H.A., terwijl zij thans
een prijs van ƒ400.per H.A. betaalt.
Uiteraard kunnen de prijzen van 1921 thans niet meer
worden bedongen en zal mitsdien met een aanmerkelijk
1 ageren prijs dan den tegenwoordigen genoegen moeten
worden genomen. Het door de vereeniging gedane bod
ad 1200.per jaar in totaal, dat bij een openbare verpach
ting zeker niet zou worden overschreden, komt ons daarom
in de gegeven omstandigheden aannemelijk voor.
De voorwaarden der verhuring waaronder de bepaling,
dat de gemeente bevoegd is de huur tusschentijds met een
termijn van drie maanden op te zeggen kunnen onge
wijzigd blijven gelden.
In overeenstemming met de Commissie van Beheer over
het Grondbedrijf geven wij Uwe Vergadering derhalve in
overweging de perceelen weiland in den Bosehhuizerpolder.
kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie O Nis 663, 665,
666 en 667, groot 4.69.85 H.A., voor den tijd van vijf jaren,
ingaande 1 Januari 1927, te verhuren aan de „Leidsche
Football Club" te Leiden tegen een huurprijs van ƒ1200.
per jaar en verder onder de bestaande, in de Leeskamer
ter visie liggende, voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 151. Leiden, 3 Augustus 1926.
Aan elk der o. 1. scholen aan de Duivenbodestraat B en
aan den Zuidsingel A is eene vacature van onderwijzeres
ontstaan, aan de school aan de Duivenbodestraat B door
de overplaatsing van Mej. J. B. van Heuven naar de op
leidingsschool voor U. L. O. aan de Langebrug A en aan de
school aan den Zuidsingel A door het aan Mej. G. J. Wissen-
burgh verleend eervol ontslag.
In overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur
van het Lager Onderwijs in deze inspectie, wiens advies in
de Leeskamer ter inzage is gelegd, zouden wij door over
plaatsing in deze vacatures wenschen te voorzien.
Mitsdien geven wij U in overweging, met ingang van een
nader door ons College te bepalen datum, de volgende leer
krachten over te plaatsen:
a. naar de o. 1. school aan de Duivenbodestraat B Mej.
A. M. DE HAAN, thans onderwijzeres aan de o. 1. school
aan de Vrouwenkerksteeg A;
b. naar de o. 1. school aan den Zuidsingel A Mej. D. F.
KBANZ, thans onderwijzeres aan de o. 1. school aan den
Zuidsingel B.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 152. Leiden, 3 Augustus 1926.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Mej.
Fortanier bestaat bij ons College geen bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
Mej. G. D. Fortanier eervol ontslag te verleenen uit hare
betrekking van onderwijzeres aan de Meisjesopleidingsschool
voor u. 1. o. alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 3 Augs. 1926.
Ondergeteekende, C. D. Fortanier, onderwijzeres aan de
Opl.school voor U. L. O. aan de Boommarkt, verzoekt U om
gezondheidsredenen ontslag uit hare betrekking.
Met de meeste hoogachting heeft zij de eer te zijn,
Uwe Dw.
C. D. Fortanier.
Aan den Baad der gemeente Leiden.
N°. 153. Leiden, 3 Augustus 1926.
Gedurende de ziekte van het hoofd der openbare bewaar
school aan het Elisabethshof is haar functie gedurende de
maanden September tot en met December 1925 waargenomen
door Mej. H. H. G. Licht, le onderwijzeres aan genoemde
school.
Het komt ons billijk voor haar, voor de waarneming van
het hoofdschap en de daaraan verbonden werkzaamheden,
eenige vergoeding toe te kennen. In overeenstemming met
het gevoelen van de Commissie voor de bewaarscholen en
rekening houdende met hetgeen vroeger in een overeen
komstig geval aan vergoeding is uitgekeerd, zouden wij aan
Mej. Licht eene vergoeding wenschen te zien verleend
van 40.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
Mej. H. H. G. Licht, voor het waarnemen van de betrekking
van hoofd der openbare bewaarschool aan het Elisabethshof
gedurende de maanden September tot en met December
1925 eene vergoeding van 40.ineens te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 154. Leiden, 3 Augustus 1926.
De eigenaar van het perceel Heerenstraat No. 48, hoek
Leliestraat, kadastraal bekend Sectie M, No. 4287 en groot
265 M2., heeft dit perceel aan de gemeente te koop aan
geboden.
Zooals U uit de ter visie liggende stukken kan blijken,
bestaat er, nu de gevraagde prijs, 10.000.—, redelijk is te
achten, wel aanleiding om op deze aanbieding in te gaan.
In verband toch met de mogelijkheid van eene toekomstige
voltooiing der onlangs plaats gehad hebbende verbreeding
van de Leliestraat, waarvan de Zuidelijke rooilijn tot dus
verre niet tot de Heerenstraat doorgetrokken kon worden,
is het niet ongewenscht, dat de gemeente de beschikking
over het onderhavige perceel verkrijgt. Eeeds dadelijk zou
dan de achter het huis gelegen open ruimte bestraat en bij
de Leliestraat gevoegd kunnen worden, waardoor de toe
stand ter plaatse ongetwijfeld aanmerkelijk zal verbeteren.
Op grond van het bovenstaande geven wij U, overeen
komstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage, in
overweging te besluiten:
a. tot aankoop, voor den prijs van 10.000.van het
perceel Heerenstraat No. 48, alhier, kadastraal bekend ge
meente Leiden, Sectie M, No. 4287, groot 265 M2.;
b. tot vaststelling van den hierbij overgelegden begroo-
tingsstaat, model D, groot, met inbegrip van de kosten van
overdracht, 10.400.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 155. Leiden, 3 Augustus 1926.
Nadat in den laatsten tijd onder den walmuur langs het
Utrechtsche Veer, nabij de Bijnbrug, ernstige grondverzak
kingen hadden plaats gevonden, is deze muur eenige dagen
geleden gedeeltelijk ingestort. Vernieuwing daarvan is mits
dien dringend noodig geworden. Vermits hier met het oog
op de belangen van de scheepvaart geen tijdelijke voor
ziening kan worden aangebracht en deze trouwens slechts
een onnutte uitgave zou beteekenen, behoort de walmuur
over de volle lengte, waarover hij in ondeugdelijken toestand
verkeert, d. i. over ongeveer 48 M., te worden vernieuwd.
De kosten van deze vernieuwing bedragen naar raming
6240.—.
Op grond van het bovenstaande geven wij U, overeen
komstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage, in
overweging, door vaststelling van den hierbij overgelegden
begrootingsstaat, model C, ten behoeve van de vernieuwing
van een gedeelte walmuur langs het Utrechtsche Veer, een
bedrag van 6240.te onzer beschikking te stellen.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan deze
som zal worden afgeschreven, is nog 61.023.beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.