MAANDAG 14 JUNI 1926. 63 hetgeen hij, omdat het alleen een tentoonstelling van teeke- ningen betreft, wel wat lang acht. Hij verzoekt daarom Burgemeester en Wethouders met het bestuur van Mathesis" in overleg te treden, opdat een volgend jaar de inrichting der tentoonstelling korter zal duren en de Gehoorzaal zoo kort mogelijk aan het gebruik voor andere nuttige doeleinden worde onttrokken. De Voorzitter zegt den heer Groeneveld toe, dat Burge meester en Wethouders met het bestuur der vereeniging zullen overleggen, of een en ander niet in korter tijd zal kunnen gebeuren. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VIII. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Duin water-Maatschappij, om goedkeuring tot het aangaan van eene geldleening groot 250000. (Zie Ing. St. No. 121.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. IX. Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1925, in verband met de kosten van pensioenen, wachtgelden, onge vallenverzekering van ambtenaren enz. (Zie Ing. St. No. 112.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. X. Voorstel tot het aanbrengen van eenige wijzigingen van administratieven aard in de begrootingen voor 1925 en 1926. (Zie Ing. St. No. 113.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XI. Voorstel tot verhooging van eenige posten der begroo ting, dienst 1925, waarvan de raming te laag is gebleken en tot toevoeging van eenige nieuwe posten aan die begrooting. (Zie Ing. St. No. 123.) De heer Zuidema vestigt er de aandacht op, dat sommige posten der begrooting wel wat heel erg overschreden zijn: volgnommers 198 (onderhoud van kolken en riolen) en 487 (kosten van den gemeentelijken dienst voor sociale zaken) met 30% en volgnommer 510 (kosten van toezicht op- en van invordering van de plaatselijke belastingen) met niet minder dan 120%. Spreker neemt aan, dat die hoogere uitgaven noodzakelijk zijn geweest, maar het is toch gewenscht, dat de begrooting zoodanig opgemaakt wordt, dat niet dergelijke overschrijding behoeft plaats te hebben. De heer Sanders beaamt volkomen den wensch van den heer Zuidema, dat dergelijke overschrijdingen van de begroo ting niet plaats hebben. Spreker geeft de verzekering, dat er naar gestreefd zal worden om de begrooting zoo zuiver moge lijk op te maken. De heer Schüller acht bezuiniging uitstekend, maar het is geen goede bezuiniging, wanneer op den post «Onderhoud van wegen en voetpaden" 3000.wordt overgehouden, terwijl de wegen en voetpaden niet in behoorlijken toestand ver- keeren. De heer Sanders meent, dat dergelijke opmerking niet thuis behoort bij de rekening, maar bij de behandeling der begrooting. Hier gaat het over de cijfers van de rekening. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de meerdere kosten van verbouwing van het school gebouw aan de Vrouwenkerksteeg en van de herstelling en vernieuwing van den inventaris van dat gebouw. (Zie Ing. St. No. 114.) De heer Eerdmans zegt, dat hem bij de overschrijding van deze begrooting, waaraan de Raad overigens gewend is, in dit geval bijzonder heeft getroffen, dat al dadelijk 5000.— boven de begrooting moest worden gegaan, omdat, naar de Directeur der Gemeentewerken schrijft, tijdelijk personeel moest worden aangenomen, terwijl aanvankelijk het vaste personeel met deze verbouwing zou worden belast. Het doet vreemd aan, dat, waar deze begrooting op gegevens van Gemeentewerken gebaseerd is, zij bij de uitvoering door dien dienst al dadelijk 5000.te laag blijkt te zijn. De heer Zuidema zegt, dat datgene, waarop de heer Eerdmans heeft gewezen, ook zijn aandacht heeft getrokken. De over schrijding bedraagt niet minder dan 20000.al wordt in de stukken van slechts f 13000.— gesproken. De Raad heeft in de meening verkeerd, dat voor het indertijd genoemde bedrag de school in orde zou zijn te maken, maar die be grooting was niet juist. Had men een zuivere begrooting willen geven, dan had men niet alleen de 5000.waarop de heer Eerdmans de aandacht vestigde, in rekening moeten brengen, maar ook het bedrag van 7000.dat voor andere dingen noodig is, behooren te noemen. Het is niet de juiste methode, want de Raad wordt op die manier onvoldoende ingelicht. Wanneer voor een school een bepaald bedrag wordt aangevraagd, moet dat vrij zuiver den toestand, zooals men zich dien denkt, weergeven en mag er niet een som van 5000.in zitten, welke men op andere wijze in rekening kan brengen. In de meeste gevallen zal het practisch wel op hetzelfde neerkomen, maar de methode is niet goed. De heer Dubbeldeman vindt de zaak ook niet erg duidelijk. Wanneer Gemeentewerken ambtenaren beschikbaar stelt voor werkzaamheden ten behoeve van een of andere onderafdeeling bijv. voor het houden van toezicht bij het zetten van gebouwen bij de Gestichten dan moet door die onder afdeeling het salaris dier ambtenaren aan de gemeente worden betaald. Had nu ook de afdeeling Onderwijs die ƒ5000. niet op de begrooting moeten zetten? Men zegt nu: bij Onderwijs is geen afzonderlijk beheer, dus het behoort eigenlijk bij Gemeentewerken. Als dit vermeld was, zou niemand iets gevraagd hebben. De heer Huurman wijst er op, dat de afdeeling Onderwijs geen bedrijf is, zoodat, wanneer men daarvoor personeel van Gemeentewerken noodig heeft, dit niet door deze afdeeling, doch door de gemeente betaald moet worden. Overigens kan iedereen wel eens iets vergeten of een fout maken; zoo heeft men hier vergeten geld aan te vragen voor de kosten van meubilair. Ook wil spreker er op wijzen, dat men uit den aard der zaak gemakkelijker een begrooting kan opmaken voor een nieuw gebouw dan voor verbouwing van een bestaand gebouw, waarbij men meestal voor onvoorziene omstandigheden komt te staan. Spreker geeft daarom den Raad in overweging deze over schrijding der begrooting goed te keuren. De heer Wilbrink geeft toe, dat het gewoon onderhoud van de schoolgebouwen onder Gemeentewerken ressorteert en dat daarmede een opzichter speciaal is belast. Wanneer er evenwel een nieuw schoolgebouw moet worden gesticht, dan is er dagelijks toezicht noodig en heeft men daarvoor een afzonderlijken opzichter noodig. Er zijn tal van werken, bij welker uitvoering werkzaam zijn opzichters, die in vasten gemeentedienst zijn, maar de begrooting van zoo'n werk is geflatteerd, als men daarop niet brengt een post voor kosten van toezichtin een zuivere begrooting moeten die kosten worden opgenomen. De heer Splinter meent, dat men de zaken eenigszins verwart. De begrooting van 65000.was wel goed, hetgeen hieruit blijkt, dat de aannemingssom iets lager was, maar de overschrijding van de begrooting met 13000.isgrooten- deels een gevolg van het feit, dat het hier de verbouwing van een zeer oud gebouw betrof. Wat die 5000.betreft, tijdens het opmaken van de begrooting verkeerde men in de meening, dat voor dit werk een opzichter van Gemeentewerken be schikbaar zou zijn, doch dit is bij de uitvoering, minstens een half jaar later, niet mogelijk gebleken, zoodat een tijdelijk opzichter in dienst moest worden genomen, waardoor het werk, als naar gewoonte, met diens salaris werd belast. De heer Dubbeldeman herinnerde er terecht aan, dat aan »Endegeest" voor het toezicht op den bouw van de keuken door het vaste personeel van Gemeentewerken een zeker bedrag is in rekening gebracht, doch dit geschiedde toen voor het eerst. De heer Mulder sluit zich aan bij het gesprokene door den heer Splinter. Hij stemt toe, dat de zaak niet geheel in den haak is, maar hij wil voor den heer Nijsingh, die de fout heeft begaan, doordat hij bij afwezigheid van den Directeur van Gemeentewerken slechts vier dagen tijd heelt gehad om zich in de zaak in te werken en haar kant en klaar te maken, zeer verzachtende omstandigheden bepleiten. Men

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 3