GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
69
I96EKOIIEN STUKKEN.
N°. 124. Leiden, 14 Juni 1926.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat zij geen bezwaren heeft tegen de voorstellen tot
wijziging van de begrooting 1925 en 1926:
a. betreffende de kosten van pensioenen en wachtgelden,
de ongevallen- en invaliditeitsverzekering, het toezicht op
den gezondheidstoestand der ambtenaren en de kinder
toeslagen aan ambtenaren, dienst 1925;
b. in verband met het aanbrengen van wijzigingen van
administratieven aard in de belastingposten, dienst 1925
en 1926;
c. met het oog op het voorstel tot beschikbaarstelling van
een bedrag van 20500.wegens meerdere kosten van ver
bouw van het schoolgebouw aan de Vrouwenkerksteeg en
voor herstelling en vernieuwing van den inventaris van dat
gebouw
d. in verband met het praeadvies op het verzoek van het
Bestuur der E. K. Parochiale Jongensscholen onder E. K.
Parochiaal Kerkbestuur om beschikbaarstelling van gelden
voor het inrichten van een terrein voor het onderwijs in
lichamelijke oefening;
e. tot verhooging van eenige posten der begrooting dienst
1925, waarvan de raming te laag is gebleken en tot toe
voeging van eenige nieuwe posten aan die begrooting.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 125. Leiden, 25 Juni 1926.
Onder verwijzing naar de ter visie liggende stukken
geven wij Uwe Vergadering in overweging gunstig te
beschikken op bijgaand verzoek van den heer J. Verwer om
ontslag uit zijn betrekking van leeraar in het Hoogduitsch
aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus en hem
dit ontslag eervol te verleenen met ingang van 10 Novem
ber 1926.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 10 Mei 1926.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende, leeraar in het Hoogduitsch aan de
Hoogere Burgerschool voor Jongens alhier, wendt zich tot
U met het verzoek, hem uit genoemde betrekking eervol
ontslag te verleenen en dit ontslag te doen ingaan op 10
November 1926.
Met verschuldigde hoogachting,
J. Verwee.
N°. 126. Leiden, 25 Juni 1926.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Mej. G. J.
Wissenburgh bestaat bij ons College geen bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
Mej. G. J. Wissenburgh eervol ontslag te verleenen uit hare
betrekking van onderwijzeres aan de o. 1. school aan den
Zuidsingel A.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, Juni 1926.
Ondergeteekende, Gijsberta Johanna Wissenburgh, onder
wijzeres aan de Openbare Lagere School aan den Zuid
singel A te Leiden, bericht U, dat zij door lichaamsgebreken
ongeschikt voor haar werk is verklaard, reden, waarom zij
U eervol ontslag uit hare betrekking verzoekt.
Met de meeste hoogachting heeft zij de eer te zijn
UEd. dw. dn».
G. J. Wissenburgh.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
N°. 127. Leiden, 28 Juni 1926.
Tegen inwilliging van nevensgaande verzoeken van de heeren
Dr. J. C. M. Timmermans en J. A. Schreuder bestaat noch
bij het College van Stads-geneesheeren, noch bij ons College
bezwaar.
In verband echter met een spoedig te verwachten voorstel
betreffende de vrije artsenkeuze, achten wij het wenschelijk
de heeren Timmermans en Schreuder evenals de andere Stads-
geneesheeren slechts voor één jaar in hunne betrekking te
bestendigen.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging de
heeren Dr. J. C. M. Timmermans en J. A. Schreuder, respect,
voor de tijdvakken van 1 Juli 19261 Juli 1927 en 1 Juni
19261 Juni 1927, te bestendigen in de betrekking van
Stads-geneesheer, zulks met afwijking van het bepaalde in
art. 2 der verordening van 20 December 1900, betreffende
het verleenen van kostelooze genees- en heelkundige hulp
aan onvermogenden, den dienst der Stads-geneesheeren en
den werkkring van het College van Stads-geneesheeren te
Leiden. (Gem. blad No. 4).
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 11 Juni 1926.
Aan den Edelachtbaren Eaad dei-
gemeente Leiden
Verzoekt ondergeteekende hem te willen continueeren in
zijn betrekking van stadsgeneeskundige.
Hoogachtend
Uw. Dw.
Dr. J. C. M. Timmermans
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
Ondergeteekende J. A. Schreuder arts dat hij verzoekt
bestendigd te worden in zijne betrekking van Stadsgenees-
en heelkundige.
Hetwelk doende enz. enz.
J. A. Schreuder arts.
a/d Eaad der Gemeente Leiden.
N°. 128. Leiden, 28 Juni 1926.
Ingevolge de artt. 3 en 4 der Wet van 5 April 1870
(Staatsblad No. 63), moet vóór den leB September a.s.,
door den Gemeenteraad aan den Commissaris der Koningin
een opgave worden ingezonden voor de benoeming van drie
leden van het College van Zetters voor 's Eijks directe
belastingen, bestaande uit tweemaal zooveel personen als er
leden te benoemen zijn.
Op den laatsten December van dit jaar moeten volgens
rooster aftreden de heeren IJ. J. Planjer, M. Koert en
J. P. J. van Ewijk, die evenwel herbenoembaar zijn.
Wij geven U mitsdien in overweging tot de vaststelling
van deze opgave over te gaan, waarvoor wij U hierbij eene
aanbeveling aanbieden.
Opgave van personen ter benoeming
tot Zetter van 's Rijks Directe Belastingen.
I- 1". HENDEIK JOHANNES PLANJEE, wonende te
Leiden, metselaar, geboren 14 October 1863.
2°. BEENAEDUS BUUEMAN, wonende te Leiden,
architect, geboren 17 November 1883.
II. 1°. MAEINUS KOEET, wonende te Leiden, bouw
kundige, geboren 19 October 1884.
2°. PHILIPPUS BOSDOEFF, wonende te Leiden
timmerman, geboren 5 Augustus 1875.
III. 1°. JOHAN PETEE JACOB VAN EWIJK, wonende
te Leiden, behanger en stoffeerder, geboren 14 Juli
1866.
2°. JOHANNES VAN BEMMEL, wonende te Leiden,
behanger en stoffeerder, geboren 10 Juli 1868.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 129. Leiden, 28 Juni 1926.
Ingevolge artikel 6 der voorwaarden, waaronder Gedepu
teerde Staten aan onze gemeente vergunning hebben ver
leend voor den aanleg en de exploitatie van een hoogspan-