MAANDAG 19 APRIL 1926. 37 Zitting van Maandag 19 April 1936. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de beer Burgemeester Jhr. Dr.N.C. DEGIJSELAAR. Te behandelen onderwerpen: 1° Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw benoemd raadslid, den heer C. J. van Tol. 2° Benoeming van een lid der Commissie van Fabricage (vacature A. J. Oostdam). 3° Benoeming van een lid der Commissie voor het Grond bedrijf (vacature A. J. Oostdam). 4° Benoeming van een lid der Commissie voor bet Oud- Archief (vacature A. J. Oostdam). 5° Benoeming van een gedelegeerde uit den Gemeenteraad in het bestuur der vereeniging »Schoolkindervoeding en -kleeding,1' (wegens het bedanken van den beer A. J. Oostdam). 6° Benoeming van vier Scboolartsen, voor bet tijdvak 4 April 19261 April 1927. (81) 7° Benoeming van een lid van het Bestuur der vereeniging »de Ambachtsschool". (73) 8° Benoeming van een tijdelijk leeraar in de oude talen aan het Gymnasium. (82) 9° Praeadvies op het verzoek van A. van Wamelen, om eervol ontslag als onderwijzer aan de school Schutters veld B. (87) 10° Vaststelling van het aan Gedeputeerde Staten uit te brengen verslag aangaande de wijze, waarop het op de gemeentebegrooting voor 1925 voor schoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag, is besteed. (75) 11° Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1926, in verband met het raadsbesluit van 22 Pebruari 1926, betreffende het aangaan van een 2 tal geldleeningen, de verlaging van den rentevoet van de bij het Eigen Pensioenfonds voor de Europeesche Burgerlijke Ambte naren in Ned. lndië in 1925 gesloten leening en de aflossing van het restant der 5£% obligatieleening van 1919. (76) 12° Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Duinwater Maatschappij om vergunning tot uitbreiding van hare prise d'eau onder Wassenaar. (83) 13® Voorstel tot onderhandsche opdracht van het maken, leveren en opstellen van den ijzeren bovenbouw voor de nieuwe Janvossenbrug, met bewegingsinrichting en andere bijbehoorende werken, aan deN.V. HollandscheConstructie werkplaatsen te Leiden. (78) 14° Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering tegen C. Hei, tot vergoeding van schade veroorzaakt door aan varing van de Spanjaardsbrug. (74) 15° Voorstel tot ruiling met Th. J. Genet van een aan de gemeente toebehoorend gedeelte grond, kad. bekend onder Sectie K No. 704 ged. tegen een gedeelte grond kad. bekend onder Sectie K, Nis 3605 en 3237 beide ged. (79) 16° Voorstel tot ruiling met M. Splinter Gzn. van een aan de gemeente toebehoorend gedeelte grond aan de Nar- cissenstraat, tegen een gedeelte grond, kad. bekend onder Sectie M No. 3355 ged. (84) 17° Voorstel: a. tot aankoop van een strook grond ter oppervlakte van 540 M., deel uitmakende van het perceel Sectie K No. 36; b. tot aankoop van de perceeelen Sectie K Nis 34 en 35. (80) 18° Praeadvies op het verzoek van C. Zweistra e.a., gewezen losse werklieden der Stedelijke Lichtfabrieken, om resti tutie van gestorte pensioensbijdragen. (77) 19® Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden van den Centralen Bond van Transportarbeiders, om vermeerde ring van het aantal dagen, gedurende welke aan losse transportarbeiders, die van hun werkloozenkas zijn uit getrokken, van gemeentewege crisisuitkeering wordt verstrekt. (85) 20° Voorstel om, met intrekking van de desbetreffende raads besluiten van 22 Februari '1926: a. de aan de gemeente verschuldigde annuïteiten voor een 6-tal premiebouwplannen, vanal 1 April 1926 te berekenen met inachtneming van een rentevoet van 5.1 b. Burg. en Weth. te machtigen ter uitvoering van het sub a genoemd besluit het noodige te verrichten; c. vast te stellen den desbetreffenden gewijzigden be- grootingsstaat. (86) Tegenwoordig zijn 31 leden, namelijk de heeren van Eek, Deumer, Zuidema, Coster, Heemskerk, Spendel, üubbeldeman, van Stralen, Baart, Wilbrink, Eerdmans, Witmans, mevrouw van Jtallie—van Embden, de heeren Mulder, Meijnen, Reime- ringer, Sanders, van Hamel, Wilmer, Verweij, Bergers, Splinter, van Rosmalen, van der Reyden, Schüller, Huurman, van Tol, Groeneveld, Kooistra, Sijtsma en Knuttel. Afwezig: de heer Eikerbout wegens familieomstandigheden en mevrouw Dietrichde Rooy wegens ongesteldheid. De notulen van het verhandelde in de vergadering van 22 Maart 1926 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat heden aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik der Nederlanden een telegram van gelukwensch is toegezonden ter gelegenheid van Hoogstdeszelfs verjaardag. De Voorzitter deelt verder mede, dat zijn ingekomen missives van den Voorzitter van het Centraal Stembureau, bedoeld in artikel 34 der Kieswet, ten geleide van een afschrift van zijn besluit van 27 Maart j.l., waarbij de heer C. J. van Tol wordt benoemd verklaard tot lid van den Gemeenteraad van Leiden en mededeeling, dat genoemde heer van Tol verklaard heeft zijne benoeming aan te nemen. Deze beide mededeelingen worden voor kennisgeving aan genomen. De Voorzitter stelt thans allereerst aan de orde: I. Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw benoemd raadslid, den heer C. J. van Tol. De Voorzitter benoemt tot leden van de Commissie van onderzoek van dezen geloofsbrief de heeren Wilmer, Verweij en Zuidema. De vergadering wordt voor eenigen tijd geschorst. Na hervatting deelt de heer Wilmer mede, dat de Commissie den geloofsbrief in orde heeft bevonden en mitsdien tot toelating van den heer C. J. van Tol adviseert. Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten. De Voorzitter zegt de Commissie dank voor de genomen moeite. Aangezien de heer van Tol in het gebouw aanwezig is, stelt de Voorzitter voor onmiddellijk tot diens beëediging en installatie over te gaan. Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten. De heer van Tol, door den Secretaris binnengeleid, legt in handen van den Voorzitter de bij de wet voorgeschreven eeden af. De Voorzitter zegt, dat het hem en ongetwijfeld ook den leden van den Raad genoegen doet, dat de heer van Tol opnieuw een plaats in den Raad gaat innemen. Waar de heer van Tol reeds deel heeft uitgemaakt van dit College en toen steeds de belangen der gemeente naar vermogen heeft behartigd, mag men vertrouwen, dat hij ook thans weder op waardige wijze den zetel, open gevallen door het vertrek van den heer Oostdam, zal innemen en op dezelfde wijze als vroeger het gemeentebelang zal behartigen. Spreker wenscht den heer van Tol geluk en verzoekt hem den voor hem bestemden zetel in te nemen. De Voorzitter deelt verder mede, dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van Gedep. Staten, ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten l8. tot aanvaarding van de schenking van den heer D. J. J. de Koster, ten behoeve van den aanleg van een wandelpark

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 1