GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. raeSKOHEN STUKKEN. N°. 71. Leiden, 19 Maart 1926. Zooals Uwe Vergadering bekendis (Ingek. Stukken No. 271 van 1924 en No. 156 van 1925) is bet ten behoeve van het dempen en rioleeren van de sloot langs de Driftlaan, het verwijderen van de Driftbrug en het verbreeden van den Lagen Eijndijk ter plaatse, noodzakelijk, dat de gemeente de beschikking krijgt over een gedeelte sloot en eenig open terrein, behoorende tot het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie K, No. 567, ter oppervlakte van 2 A. 65 c.A., op de overgelegde teekening in lila aangeduid. De eigendom van dit perceelsgedeelte kon, zooals uit de ter visie liggende stukken blijkt, niet bij minnelijk overleg verkregen worden. Wij hebben daarop alle voorbereidingen voor een onteige ning getroffen en aan den eigenaar, nadat bij de wet van 28 Mei 1925 S. 210 verklaard was, dat het algemeen nut de onteigening van dit perceelsgedeelte vorderde, bij deur waar der sexploit nog voor het perceelsgedeelte een koopprijs aangeboden van 4026.50 of in plaats van dit bedrag de kostelooze overdracht van het aan de gemeente toebehoorende perceel aan den Lagen Eijndijk No. 80, kad. bekend Sectie K No. 783, met uitzondering van een gedeelte water groot 2 M2, en bovendien een bedrag van 2000. Ook deze aanbieding werd niet geaccepteerd. Overeenkomstig het advies van de Oommissie van Fabri cage en onder verwijzing naar haar rapport, geven wij U mitsdien in overweging om, nu hetgeen onteigend moet worden niet bij minnelijke overeenkomst kan worden ver kregen, met handhaving van het bij deurwaardersexploit van 1 Maart 1926 gedane aanbod, waarbij aan den eigenaar werd aangeboden een schadeloosstelling van ƒ4026,50 of in plaats van dit bedrag de kostelooze overdracht in eigendom van het aan de gemeente toebehoorende perceel aan dén Lagen Eijndijk, kadastraal bekend Sectie K. No. 783, met uitzondering van een gedeelte water, groot 2 centiaren, op de mede overlegde teekening in zwarte arceering aan gegeven, benevens een bedrag van 2000.machtiging te verleenen het noodige te verrichten, opdat de onteigening van een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie K No 567 ter grootte van 2 Aren en 65 centi aren, gelijk dat gedeelte is aangegeven op de grondteekening, welke ingevolge art. 12 der Onteigeningswet ter inzage voor een ieder heeft gelegen, door den rechter wordt uitgesproken en het bedrag der schadeloosstelling door hem wordt bepaald. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 72. Leiden, 22 Maart 1926. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geen bezwaren heeft tegen de door Burge meester en Wethouders voorgestelde begrootingswijzigingen betreffende: a. verhooging van verschillende posten der begrooting, dienst 1925, waarvan de raming te laag is gebleken; b. de beschikbaarstelling van gelden voor de kosten van den bijbouw van een tweede spreekkamer in het school gebouw aan de Langebrug; c. de beschikbaarstelling van gelden voor een kleine ver bouwing van de bovenverdieping van het Stedelijk Museum „de Lakenhal". Het voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake de onteigening van een gedeelte van het perceel kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie K. No. 567, ontmoet even min bedenking. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 78. Leiden, 24 Maart 1926. Aan den Eaad der Gemeente Leiden. Het Bestuur der Yereeniging „De Ambachtsschool" heeft de eer U mede te deelen, dat in de 1.1. gehouden alg. leden vergadering der vereeniging, ter voorziening in de vacature van het bestuur door het periodiek aftreden van den heer W. F. v. d. Steen, die niet herkiesbaar was, de volgende voordracht is opgemaakt: N°. 1. L. v. d. LAAN, N°. 2. H. KOESWAGEN Nzn. 37 Volgens Art. 5 der Statuten geschiedt de benoeming door den Gemeenteraad. Het bestuur verzoekt U beleefd uit bovenstaande voordracht een keuze te willen doen. Namens het bestuur voornoemd, A. M Touw, Voorzitter. W. de Clekcq, Secretaris. N°. 74. Leiden, 30 Maart 1926. Op 29 December 1925 werd de Spanjaardsbrug aangevaren door de motorboot „Eisico", toebehoorende aan C. Hei te 's-Gravenhage, tengevolge waarvan een tweetal binten van de westelijke brugval door nieuwe moest worden vervangen. De geldelijke schade, hierdoor aan de gemeente veroorzaakt, beloopt een bedrag van 332.34. Aangezien genoemde Hei, ondanks herhaalde minnelijke aanmaningen, in gebreke is gebleven deze schade te ver goeden, is het noodig haar in rechte van hem in te vorderen. Onder overlegging van het ingewonnen advies van den rechtsgeleerden raadsman der gemeente, waaruit U de toe dracht van de zaak nader kan blijken, geven wij Uwe Ver gadering mitsdien in overweging te besluiten tot het instellen van een rechtsvordering tegen C. Hei, voornoemd, tot ver goeding van de schade, der gemeente door de bovenvermelde aanvaring veroorzaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 75. Leiden, 31 Maart 1926. Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven, ter voldoening aan het voorschrift, vervat in artikel 11 van het Koninklijk Besluit van 19 November 1900 (Staatsblad No. 202), laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 4 Februari 1921 (Staatsblad No. 48), aan Gede puteerde Staten het volgende verslag uit te brengen aan gaande de wijze, waarop het bij de gemeentebegrooting voor 1925 voor schoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag is besteed. „Van de op de begrooting voor het dienstjaar 1925 voor schoolkindervoeding en -kleeding uitgetrokken som van 24780.werd een bedrag van 20610.uitgegeven en als subsidie uitgekeerd aan de Vereeniging „Schoolkinder voeding en Schoolkinderkleeding", die zich het verstrekken van voeding en kleeding aan kinderen ten doel stelt, zulks ter bevordering van schoolbezoek. Het winterseizoen 19241925 eindigde den 2en Mei; het zomerseizoen liep van 3 Mei tot 14 November. Op 16 November nam het winterseizoen 19251926 een aanvang. Voor het ontvangen van voedsel gedurende de zomer- en wintermaanden werden aanvankelijk ingeschreven resp. 249 en 289 kinderen, welke aantallen later stegen tot resp, 314 en 412 kinderen. Tot de aanneming der leerlingen werd in den regel niet overgegaan dan nadat de aanvragen door den Armenraad waren onderzocht. De kinderen, die voedsel ontvingen, zijn als volgt over de verschillende scholen te verdeelen: AANDUIDING DER SCHOLEN Voeding gedurende de zomermaanden Voeding gedurende de wintermaanden O. L. School aan het Schuttersveld 13 22 de Duivenbodestraat 32 60 31 43 7) r Paul Krugerstraat 20 26 den Zuidsingel 30 38 15 18 v n n Vrouwenkerksteeg (tijdelijk ondergebracht in het gebouw aan de Mare) 66 69 Centrale school voor het 7e leerjaar. 6 2 School voor Buitengewoon L. O. aan de Caeciliastraat 18 22 Bijzondere sehool aan de Middelstegracht 8 11 V Pieterskerkgracht 4 18 19 Lusthoflaan 2 4 Stadhouderslaan 3 D R.K. Jongensschool aan de Pelikaanstraat. 18 34 Meisjesschool Oude Vest 26 V Krauwelsteeg 9 15 1 Pelikaanstraat 24

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 1