DONDERDAG 10
DECEMBER 1925.
205
Het voorstel van den heer van Stralen wordt in stemming
gebracht en verworpen met 20 tegen 9 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Sanders, Mulder, Mevrouw van
Itallievan Embden, de heeren Coster, Wilmer, Oostdam,
Zuidema, Deumer, Eerdmans, van der Reijden, Bergers,
Wilbrink, van Rosmalen, van Hamel, Sijtsma, Splinter,
Spendel, Heemskerk, Reimeringer en Meijnen.
Vóór stemmen: de heeren van Stralen, Knuttel, Dubbelde-
man. Mevrouw Dietrichde Rooy, de heeren Kooistra, Groe
ne veld, van Eek, Sshüller en Witmans.
De begrooting van de Stedelijke Werkinrichting wordt
vervolgens zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna
volgn. 488 eveneens zonder hoofdelijke stemming wordt aan
genomen.
Bij volgnr. 489, verminderd met 480.wegens lagere
raming van de kosten van den Armenraad, wordt de begrooting
van den Armenraad zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd, waarna dit verlaagd volgnr. eveneens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aan
genomen.
De volgnrs. 490 tot en met 497 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
üp voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt besloten
de redactie van volgnr. 498, verhoogd met ƒ975.—wegens kosten
van het veeartsenijkundig toezicht op de veemarkt ter bestrij
ding van besmettelijke ziekten, te doen luiden: »Kosten van
veeartsenijkundig toezicht op de veemarkt''.
Het aldus verhoogd volgnr. 498 en de volgnrs. 499 tot en
met 505 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 506, luidende: Kosten van de
Commissie van Advies voor Sociale Zaken 1000.
De Voorzitter stelt hierbij tevens aan de orde het door
den heer Kooistra ingediend amendement, luidende: »Onder-
geteekende stelt voor de post onder No. 506 ontwerp-begrooting
1926. te verminderen met 900.en een amendement
van dezelfde strekking van den heer Sijtsma, luidende: »()nder-
geteekende stelt voor op de post: Volgnr. 506 900.te
schrappen, waardoor de betrekking van secretaris bij de
Commissie voor Sociale Zaken komt te vervallen.
De heer Sijtsma zegt meermalen te hebben gehoord, dat
deze betrekking van Secretaris, welke wordt waargenomen
door iemand, die in den Haag woont en af en toe eens te
Leiden komt, overbodig is. Het argument, in de Memorie van
Antwoord aangevoerd, dat het goed is, dat deze man komt om
de voorstellen van den Directeur objectief te beoordeelen,
heeft spreker in zijn opvatting versterkt. Waar de Directeur-
in rang hooger staat, heeft de Secretaris hem niet te contro
leeren: eerder zou het omgekeerde zin hebben. Spreker
gelooft, dat de Directeur een Secretaris niet noodig heeft.
Waarom zouden wij hem dien dan geven? Dit bedrag van
ƒ900.— kan uitgespaard worden, 't ls een klein bedrag, maar
kan daarom wel worden aanvaard.
De heer Kooistra vraagt, welke belangrijke sociale vraag
stukken het zijn, die deze Secretaris, zooals Burgemeester en
Wethouders in de Memorie van Antwoord zeggen, moet
voorbereiden.
Spreker heeft de vraag gesteld, waarin de werkzaamheden
van dezen Secretaris bestaan. Nu zeggen Burgemeester en
Wethouders, dat deze functionaris den laatsten tijd veel
werkzaamheden verricht, maar spreker heelt zich laten inlich
ten en heeft vernomen, dat de secretaris van de Commissie
voor Sociale Zaken de vergaderingen dier Commissie bijwoont,
van het verhandelde notulen maakt en er een adviseerende
stem heeft. De Directeur woont die vergaderingen ook bij en
heeft eveneens een adviseerende stem en maakt geen notulen.
Het ernstige werk van den Secretaris zal dus bestaan in het
maken van die notulen. Spreker heeft ook vernomen, dat de
Commissie bestaat uit 15 leden en is onderverdeeld in sub-
commissie's: een voor beroepskeuze, een voor werkverschaf
fing en een voor uitkeeringen aan werkloozen. De sub-com
missie voor de beroepskeuze heeft in het afgeloopen jaar één
keer vergaderd en die voor de werkverschaffing twee keer.
De sub-commissie voor de uitkeeringen aan werkloozen ver
gadert nog al eens, soms eens per week, soms om de veertien
dagen. De Secretaris moet die vergaderingen bijwonen. Men
kan aannemen, dat hij in doorsnee eens per week of 52 maal
per jaar een vergadering bijwoont. Waar wij ƒ900.voteeren,
zouden de werkzaamheden, die daarvoor verricht worden,
moeten bestaan in ernstige sociale adviezen. Spreker kan zich
niet voorstellen, dat die van zoodanigen omvang zijn, dat
daarvoor die post zou moeten worden gehandhaafd, en zal
gaarne de motiveering van dit bedrag van den Wethouder
vernemen.
De heer Oostdam neemt gaarne aan, dat de adviezen van
den heer Draaijer bij de reorganisatie van den Socialen Dienst
der gemeente van groote waarde zijn geweest, maar gelooft,
dat op het oogenblik het salaris niet meer in overeenstemming
is met de werkzaamheden, welke ervoor verricht worden.
Spreker meent als lid van de sub-commissie, die het meest
vergaderd heeft, daarover te kunnen oordeelen.
Van de toegezegde nadere toelichting van den Wethouder
zal afhangen, of spreker zijn stem aan dit amendement zal
geven.
De heer Deumer kan zich met het antwoord, dat gegeven
is, vereenigen. Hoewel hij ook voor bezuiniging is, heeft hij
geen bezwaar dezen begrootingspost goed te keuren. Spreker
merkt op, dat dit bezuinigingsvoorstel komt van een zijde,
waar men het in andere omstandigheden niet zoo nauw met
de bezuiniging neemt.
De heer Sanders wenscht een vermoedelijk misverstand
bij den heer Sijtsma op te helderen, als zou de heer Draaijer
secretaris van den Socialen Dienst zijn en aan den Directeur
van dien dienst ondergeschikt. Dat is niet zoo, de Secretaris
is van hem onafhankelijk. Spreker meent, dat de heer Kooistra
de zaak een beetje van den kleinen kant beschouwt, hij ziet
in den Secretaris slechts iemand, die de notulen houdt. De
heer Draaijer heeft van sociale zaken een buitengewone
ondervinding, hij heeft lange jaren van praktijk in zake de
werkloosheidsverzekering en ernstige studie van al deze
dingen gemaakt.
Daarom hebben Burgemeester en Wethouders het oog laten
vallen op den heer Draaijer, om gebruik te kunnen maken,
niet alleen van zijn diensten voor het maken van notulen,
maar ook van de ervaring, welke hij heeft opgedaan. Zij zijn
met die kéuze bijzonder gelukkig geweest en spreker zou het
ten zeerste betreuren, indien de Raad dezen post afstemde.
Teneinde tegemoet te komen aarr het bezwaar, dat in den
Raad bestaat tegen de hoogte van den post, hebben Burge
meester en Wethouders besloten het uitgetrokken bedrag
met 300.te veriagenen dus te brengen op 600.De heer
Draaijer zal ongetwijfeld wel genegen zijn voor dat bedrag de
betrekking waar te nemen.
De heer Kooistra is niet overtuigd door hetgeen de Wet
houder heeft aangevoerd. Deze heeft alleen medegedeeld, dat
de heer Draaijer zulk een wetenschappelijke ontwikkeling op
het gebied van sociale zaken bezit, dat men blij moet zijn
van zijn diensten gebruik te kunnen maken en dat daarom
zijn salaris zoo hoog moet wezen. Spreker ziet echter het nut
van de handhaving van dezen post niet in, nu de Wethouder
zelf zegt, dat de adviezen over sociale zaken van den heer
Draaijer niet meer zoo noodig zijn.
De heer Sanders ontkent gezegd te hebben, dat van de
wetenschap van den heer Draaijer geen gebruik meer zou
kunnen worden gemaakt. Er zijn bij den socialen dienstver-
schillende dingen in studie en dagelijks kan men gebruik
maken van de diensten van den heer Draaijer. Zoo is men
thans o.a. bezig met de reorganisatie van het schilderwerk,
een zeer moeilijke kwestie, waarin het den vakvereenigingen
nog niet gelukt is eenig resultaat te bereiken, en nu heeft
spreker een telegram vóór zich, dat men er in geslaagd is
het schilderwerk in de Rijksgebouwen dezen winter te laten
doen. Spreker wil niet zeggen, dat dat bet werk van den heer
Draaijer is, maar men bereikt zoo iets, doordat men door de
diensten van den heer Draaijer van de sociale aangelegen
heden op de hoogte is.
Spreker wil wel toezeggen, dat, indien mocht blijken, dat
van de diensten van den heer Draaijer minder of geen gebruik
meer behoeft te worden gemaakt, hij bereid is het volgend
jaar dienovereenkomstig voorstellen te doen.
De heer Oostdam zal niet verder op de zaak ingaan na
de mededeeling van den Wethouder, volgens welke ook
Burgemeester en Wethouders overtuigd zijn, dat de zaak
niet zoo blijven kan, en na de toezegging, dat er verandering
zal komen.
Spreker zal daarom zijn stem aan het amendement onthouden.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders
dus voorstellen het salaris van den Secretaris der Commissie
in plaats van op ƒ900.op ƒ600.uit te trekken en den
geheelen post dus op ƒ700.— te brengen.