188 4. Bij vermoedelijke onnauwkeurigheid in de aanwijzing van den te Voorschoten geplaatsten gasmeter zal voor den tijd, gedurende welken de aanwijzing vermoed is onjuist te zijn, het verbruik door correctie van de meteraan wij zing in gemeenschappelijk overleg zoo juist mogelijk worden bepaald. Indien zulks niet mogelijk is, wordt het verbruik geschat door Leiden, dat rekening zal houden met de vroegere juiste aanwijzingen. Artikel 10. Meteraflezing. Verrekening. 1. De opneming van het gasverbruik van Voorschoten geschiedt maandelijks door een door den Directeur der Stede lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden] aan te wijzen persoon, ten overstaan van een beambte van Voor schoten, op den te Voorschoten geplaatsten gasmeter. 2. De rekening van het volgens de artikelen 7 en 8 ver schuldigde zal per maand worden ingediend. Voorschoten verbindt zich deze binnen 14 dagen te betalen. Artikel 11. Toegang tot gebouwen. Ter controleering van de naleving dezer overeenkomst en voor den goeden gang der exploitatie, zullen de Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden, zoomede de door hem aan te wijzen ambtenaren, ten allen tijde toegang hebben tot alle gebouwen, dienende voor de gasvoorziening van Voorschoten. Artikel 12. Gasverordening. De gaslevering door Leiden aan Voorschoten geschiedt verder volgens de bepalingen van de Gasverordening van Leiden, zooals deze thans luidt of nader mocht worden vastgesteld, alles voor zoover deze bepalingen toepasselijk zijn en voor zoover daarvan niet bij deze overeenkomst uitdrukkelijk wordt afgeweken. Artikel 13. Eindigen der overeenkomst. 1. Deze overeenkomst eindigt na afloop van den in artikel 1 genoemden termijn (31 December 1935) zij wordt telken male stilzwijgend met vijf jaren verlengd, tenzij een der partijen drie jaren vóór het einde van dien termijn of van een vijfjarigen verlengingstermijn deze overeenkomst schrif telijk opzegt. 2. Bij het eindigen van deze overeenkomst behoudt Leiden, zonder dat daarvoor eenige vergoeding of recognitie, hoe ook genaamd, door Leiden aan Voorschoten te betalen is, de noodige vergunningen, genoemd in artikel 3, voor zoover en zoolang deze noodig zijn om aan zijne op het oogenblik van afloop van deze overeenkomst loopende verplichtingen tot gaslevering aan derden of aan andere gemeenten te voldoen. (Houdt een overeenkomst, bestaande op het oogen blik van het eindigen van dit contract, eene bepaling in omtrent stilzwijgende verlenging bij niet-opzegging op zeker tijdstip, dan wordt ook gedurende den verlengingstermijn de verplichting uit die overeenkomst als een loopende beschouwd). Artikel 14. Arbitrage. 1. Alle geschillen tusschen Leiden en Voorschoten, uit of naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaande, zullen in hoogste ressort beslist worden door drie scheidsrechters, behoudens maatregelen van conservatoiren aard of in kort geding voor den President van de Rechtbank. 2. Elk der partijen zal een scheidsman benoemen, terwijl de aldus benoemden in gemeen overleg een derden zullen aanwijzen. Mocht een der partijen in gebreke blijven tot benoeming van een scheidsman óver te. gaan na daartoe door de weder partij schriftelijk te zijn aangemaand, of kunnen beide benoemde scheidsrechters niet tot overeenstemming geraken omtrent den derden scheidsman, dan geschiedt de benoe ming der drie scheidsmannen door den bevoegden rechter op verzoek van de meest gereede partij. 3. De scheidsrechters zullen als goede mannen naar billijk heid rechtspreken binnen een bij de benoeming door partijen te bepalen tijd en zelf de regelen der procedure vaststellen. Artikel 15. Slotbepalingen. Bij het inwerkingtreden van deze overeenkomst komt de op 27 December 1906 gesloten en bij overeenkomst dd. Juli 1913 gewijzigde overeenkomst betreffende de gasleve ring aan de gemeente Voorschoten te vervallen. De kosten van deze overeenkomst komen voor rekening van beide partijen. Leiden, 12 November 1925. De onderhandelingen, door den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit met de gemeente Voor schoten gevoerd in zake de electriciteitsvoorziening van deze gemeente, hebben er toe geleid, dat overeenstemming is verkregen over de voorwaarden, zooals die in bijgaand concept-contract zijn vervat. De stroom zal door Leiden engros aan de gemeente Voor schoten worden geleverd en door die gemeente aan de inge zetenen gedistribueerd. Daarbij garandeert Voorschoten jaarlijks een zekere minimum-opbrengst aan stroom op den voet als in art. 1 vermeld. Voor het tarief, waartegen in Voorschotèn electriciteit zal worden verstrekt, zij verwezen naar art. 2 van de concept-overeenkomst. Leiden heeft zich voorts hot recht voorbehouden, om aan groot-verbruikers, die jaarlijks een verbruik van meer dan 10.000 K.W.U. garandeeren en die door Voorschoten niet van stroom kunnen worden voorzien, zelf rechtstreeks te leveren; dit geschiedt bijv. reeds sedert eenige jaren ten aanzien van de Zilverfabriek te Voorschoten welke stroom- levering derhalve onveranderd blijft doorgaan. Bij het tot stand komen der overeenkomst zal het noodig zijn den hoogspanningskabel naar de gemeente Voorschoten te verlengen, terwijl het tevens in de bedoeling ligt dien hoogspanningskabel tot Wassenaar door te trekken, waar door voor de gemeenten Wassenaar en Voorschoten op den duur dó bedrijfszekerheid der stroomlevering aanmerkelijk wordt verhoogd. De kosten van deze kabellegging in de gemeente Voorschoten bedragen naar schatting rond 19.000.— welke uitgave voorloopig uit de beschikbare gelden der Fabrieken kan worden bestreden, zoodat voorshands geen nieuw kapitaal voor deze onderneming behoeft te worden verstrekt. De gemeente Voorschoten betaalt als tegemoetkoming in de kosten van rente, afschrijving en onderhoud van den kabel jaarlijks, gedurende 30 jaren, een vaste som van 750.de jaarlijksche opbrengst van aan de gemeente geleverden stroom wordt, ongeacht het verbruik van de Zilverfabriek, voorloopig op rond ƒ3900.geschat. De voorwaarden van deze overeenkomst zijn overigens vrijwel gelijk aan die van de in den laatsten tijd afgesloten soortgelijke contracten; ook hier brengt een duurteclausule (art. 9) den te betalen prijs voor de electriciteit automatisch in overeenstemming met de kolenprijzen. Slechts is art. 15 lid 6, de overneming door Voorschoten van den kabel met toebehooren bij het eindigen van het contract, facultatief gesteld. Tegen deze bepaling, op uitdrukkelijken wensch van Voorschoten in het contract opgenomen, bestaat dezer zijds intusschen geen overwegend bezwaar. Van deze gelegenheid is voorts gebruik gemaakt, om met Voorschoten te onderhandelen over de vernieuwing van het in 1906 gesloten contract betreffende de levering van gas aan die gemeente, welke levering eveneens engros ge schiedt. De wenschelijkheid hiervan werd zoowel door Leiden als door Voorschoten gevoeld. De bestaande overeenkomst toch heeft in den loop der jaren tot een onbillijkheid geleid, omdat de door Voorschoten te betalen gasprijs was geba seerd op den totalen prijs van Leiden, waarin ook begrepen zijn de distributiekosten. Waar nu de distributiekosten sedert de afsluiting van het contract veel sterker gestegen zijn dan de productiekosten (o.a. door den invloed van het electrisch licht, waardoor het gasverbruik per aansluiting sterk daalde) is de door Voorschoten volgens de bestaande overeenkomst verschuldigde gasprijs wel wat te hoog ge worden. Mede uit een oogpunt van concurrentie met andere gasleverende bedrijven, werd het daarom ook dezerzijds wenschelijk geacht gelijktijdig met de onderhandelingen omtrent het stroomleveringscontract, met Voorschoten tot overeenstemming te komen over een nieuw gascontract, waardoor ook de gaslevering aan Voorschoten vanuit Leiden weder voor geruimen tijd verzekerd zou zijn. Na langdurige onderhandelingen is met het Gemeente bestuur van Voorschoten overeenstemming bereikt over de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 6