186 4. Aanwijzingen van bewezen kortsluitingen worden niet als maximum-vermogen in rekening gebracht. Artikel 11. Verschil in aanwijzing der nieters. 1. Bij een verschil van meer dan 6% tusschen de aan wijzingen van een der door Leiden geplaatste meters en den door Voorschoten op te stellen controlemeter, kunnen op aanvrage van een der partijen beide meters worden geijkt in een door beide partijen als bevoegd erkende inrichting. 2. De kosten van deze ijking zullen worden gedragen door die partij, van welke de opgestelde meter de grootste miswijzing vertoonde. 3. Voor den tijd, gedurende welken de aanwijzingen onjuist zijn, wordt het verbruik door de correctie van de meteraanwijzingen bepaald. Indien zulks niet mogelijk is, wordt het verbruik geschat door Leiden, dat rekening zal houden met de vroegere juiste aanwijzingen. Artikel 12. Meteraflezing. Verrekening. 1. De opneming van het electriciteitsverbruik van Voor schoten geschiedt maandelijks door een door den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden aan te wijzen persoon ten overstaan van een beambte van Voorschoten. 2. De rekening voor het volgens artikel 8 sub a, b, c, d, en artikel 9 verschuldigde zal per maand worden ingediend. Voorschoten verbindt zich deze binnen 14 dagen te betalen. 3. Voor de berekening van het per maand verschuldigde ingevolge artikel 8 sub b wordt voorloopig gerekend met het maximum-vermogen, dat gedurende het voorgaande kalenderjaar is opgetreden. Aan het einde van een kalender jaar vindt in verband met het werkelijk opgetreden maximum vermogen verrekening van het ingevolge het vorige lid te weinig of te veel betaalde plaats. Artikel 13. Toegang tot gebouwen. Ter controleering van de naleving dezer overeenkomst en voor den goeden gang der exploitatie, zullen de Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden, zoomede de door hem aan te wijzen ambtenaren ten allen tijde toegang hebben tot alle gebouwen, dienende voor de electriciteitsvoorziening van Voorschoten. Artikel 14. Electriciteitsverordening. De stroomlevering door Leiden aan Voorschoten geschiedt verder volgens de bepalingen van de Electriciteitsverorde ning van Leiden, zooals deze thans luidt of nader mocht worden vastgesteld, alles voor zoover deze bepalingen toe passelijk zijn en voor zoover daarvan niet bij deze over eenkomst uitdrukkelijk wordt afgeweken. Artikel 15. Eindigen der overeenkomst. 1. Deze overeenkomst eindigt na afloop van den in artikel 1 genoemden termijn (31 December 1935); zij wordt telken male stilzwijgend met vijf jaren verlengd, tenzij een der partijen drie jaren vóór het einde van dien termijn of van een vijfjarigen verlengingstermijn deze overeenkomst schrifte lijk opzegt. 2. Leiden is tevens bevoegd deze overeenkomst te doen eindigen, indien de Provincie Zuid-Holland van haar recht tot geheele of gedeeltelijke naasting van de voor Voorschoten dienende hoogspanningslijnen gebruik maakt. 3. Bij het eindigen van deze overeenkomst vóór 31 Decem ber 1955 blijft Voorschoten niettemin verplicht tot 31 Decem ber 1955 jaarlijks een bedrag als bedoeld in artikel 8 sub a aan Leiden te voldoen, met dien verstande, dat dit kan worden verminderd in het geval, dat Leiden met behulp van de in gemeld artikel bedoelde werken stroom blijft leveren aan hoogspanningsaansluitingen in de gemeente Voorschoten. Het bedrag, waarmede de in artikel 8 sub a genoemde tegemoetkoming kan worden verminderd, zal door beide partijen in onderling overleg vastgesteld worden, waarbij als maatstaf zal worden aangenomen de hoeveelheid stroom, geleverd aan voorbedoelde hoogspanningsaansluitingen. Leidt het onderling overleg niet tot overeenstemming, dan wordt het bedrag der vermindering vastgesteld door drie deskundi gen, benoemd op de wijze als in artikel 16 voor scheids rechters is aangegeven. 4. De verplichting tot het blijven betalen van de in artikel '8 sub a genoemde tegemoetkoming (al of niet verminderd ingevolge de bepaling in het vorige lid genoemd) na het eindigen dezer overeenkomst vervalt, indien Leiden in een eventueel aan hem uit te betalen naastingssom, eventueel afkoopsom, een billijke vergoeding heeft ontvangen voor de hierboven bedoelde werken. 5. Bij het eindigen van deze overeenkomst behoudt Leiden, zonder dat daarvoor eenige vergoeding of recognitie, hoe ook genaamd, door Leiden aan Voorschoten te betalen is, de noodige vergunningen, genoemd in artikel 3, voor zoover en zoolang deze noodig zijn om aan zijne op het oogenblik van afloop van deze overeenkomst'loopende verplichtingen tot stroomlevering aan derden of aan andere gemeenten te voldoen. (Houdt een overeenkomst, bestaande op het oogen blik van het eindigen van dit contract, een bepaling in omtrent stilzwijgende verlenging bij niet opzegging op zeker tijdstip, dan wordt ook gedurende den verlengingstermijn de verplichting uit die overeenkomst als een loopende beschouwd). 6. Indien Voorschoten overeenkomstig bovenstaande regelen de overeenkomst opzegt, zal het na afloop van deze overeen komst dat gedeelte van het door Leiden gelegde kabelnet met toebehooren, dat niet tevens noodig is om aan de op het oogenblik van afloop van deze overeenkomst loopende verplichtingen van Leiden tot stroomlevering aan derden of aan andere gemeenten te voldoen, kunnen overnemen tegen taxatie, in gemeenschappelijk overleg vast te stellen. Mocht dit gemeenschappelijk overleg niet tot overeenstemming omtrent de taxatie leiden, dan zal de taxatie in hoogste ressort geschieden door drie deskundigen, benoemd op de wijze als in artikel 16 voor scheidsrechters is aangegeven. Artikel 16. Arbitrage. 1. Alle geschillen tusschen Leiden en Voorschoten, uit of naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaande, ook die betreffende de voorwaarden, waarop verhooging van ver mogen, als bedoeld in artikel 7, le alinea, eventueel zal plaats vinden, zullen in hoogste ressort beslist worden door drie scheidsrechters, behoudens maatregelen van conser- vatoiren aard of in kort geding voor den President van de Bechtbank. 2. Elk der partijen zal een scheidsman benoemen, terwijl de aldus benoemden in gemeen overleg een derden zullen aanwijzen. Mocht een der partijen in gebreke blijven tot benoeming van een scheidsman over te gaan na daartoe door de wederpartij schriftelijk te zijn aangemaand, of kunnen beide benoemde scheidsrechters niet tot overeen stemming geraken omtrent den derden scheidsman, dan geschiedt de benoeming der drie scheidsmannen door den bevoegden rechter op verzoek van de meest gereede partij. 3. De scheidsrechters zullen als goede mannen naar billijk heid rechtspreken binnen een bij de benoeming door partijen te bepalen tijd en zelf de regelen der procedure vaststellen. Artikel 17. Slotbepaling. De kosten van deze overeenkomst komen voor rekening van beide partijen. B. C0NCEPT-0VEËEENK01ST betreffende de levering van gas aan de gemeente Voorschoten door de Stedelijke Gasfabriek te Leiden. Artikel 1. Duur der overeenkomst. 1. Leiden verbindt zich (behoudens omstandigheden van zijnen wil onafhankelijk) van 1 Januari 1926 af tot 31 December 1935 gas te zullen verstrekken ten behoeve van de gasvoorziening van Voorschoten, onder de hierna te noemen voorwaarden, terwijl Voorschoten zich verbindt gedurende denzelfden termijn onder die voorwaarden het voor de gasvoorziening van de gemeente Voorschoten be- noodigde gas uitsluitend van Leiden te betrekken en zich zelf van het produceeren van gas te onthouden. 2. Voorschoten behoudt zich het recht voor, in het laatste jaar van deze overeenkomst alle zoodanige maatregelen te nemen als het noodig oordeelt, teneinde na afloop van de overeenkomst stagnatie in de gasvoorziening van Voor schoten te voorkomen. Deze maatregelen mogen Leiden in het nakomen van zijne verplichtingen niet belemmeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 4