148
MAANDAG 28 SEPTEMBER 1925.
11°. ten behoeve van het aanbrengen van eenige veranderingen
in het schoolgebouw aan de Oude Vest, in verband met de
vestiging van de centrale school voor het 7e leerjaar;
12°. ten behoeve van het aanbrengen van eenige veran-
ringen in het schoolgebouw aan het Plantsoen en het aan
vullen van den inventaris;
13°. ten behoeve van de kosten van vernieuwing en ver
betering van de stookinrichting van het Volks- en Schoolbad
aan de van der Werffstraat;
14°. ten behoeve van de aanvulling van het uitbreidings
kapitaal der Electriciteitsfabriek
15°. ten behoeve van de kosten van vernieuwing en ver
plaatsing van de Janvossenbrug.
2°. Dispositie van Gedeputeerde Staten, ten geleide van het
goedgekeurd raadsbesluit tot overbrenging van het dienstjaar
1924 op dat van 1925 van gelden, in verband met de vol
doening van onbetaald gebleven vorderingen en het nog niet
verwerkt of verbruikt zijn van verleende credieten, alsmede
tot overbrenging van verschillende ontvang- en uitgaafposten
van den Kapitaaldienst.
3°. Dispositie van Gedeputeerde Staten, ten geleide van het
goedgekeurd raadsbesluit tot verlenging van den termijn van
ontruiming van verschillende onbewoonbaar verklaarde
woningen.
4°. Mededeeling van Dr. J. A. J. Barge en Dr. G. J.
Boekenoogen, dat zij hunne benoeming tot lid van de Commissie
voor het Stedelijk Museum »de Lakenhal" aannemen.
5°. Mededeeling van Dr. J. G. van der Sluijs, dat hij zijne
benoeming tot lid van het Bestuur der Stedelijke Werk
inrichting aanneemt.
6°. Mededeeling van Mr. F. J. J. Trapman, dat hij zijne
benoeming tot lid van het Bestuur der Vereeniging tot
Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen aanneemt.
7°. Mededeeling van Dr. B, D. Eerdmans, dat hij de benoeming
tot lid en Voorzitter der Commissie van onderzoek der bezwaar
schriften tegen aanslagen in het Vergunningsrecht aanneemt.
8°. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verordening,
houdende wijziging van de verordening op het Rijden.
9°. Mededeeling van Dr. L. C. Bolle, dat zij de benoeming
tot lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar
Onderwijs aanneemt.
10°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van het Koninklijk
Besluit van 15 September j.l. No. 7, houdende goedkeuring
van de verordening, tot wijziging van die, regelende het
schoolgeld aan het Gymnasium en de beide Hoogere Burger
scholen.
11°. Mededeeling van Gedep. Staten, dat de beslissing op
het Raadsbesluit van 24 Augustus j.l., in zake de regeling van
het verhaal van bijdragen voor inkoop van diensttijd ingevolge
de Pensioenwet 1922 wordt verdaagd.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van Dr. M. D. Horst e. a., om wijziging van
art. 37bis der verordening op de Straatpolitie.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
2°. Adres van den Leidschen Bestuurdersbond, in zake de
verstrekking van gratis brandstoffen aan daarvoor in aan
merking komende werklooze hoofden van gezinnen en kost
winners.
Zal worden behandeld bij punt 24 der agenda.
3°. Verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond om het
volgen van de cursussen in elementair vakonderwijs aan de
werklooze arbeiders niet verplichtend te stellen.
4°. Adres van den Christelijken Besturenbond, houdende
een 2 tal bezwaren tegen het voorstel, in zake het volgen van
cursussen in elementair vakonderwijs door werklooze arbeiders.
5°. Adres van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken
Volksbond, afdeeling Leiden, houdende bezwaren tegen het
voorstel, in zake het volgen van cursussen in elementair
vakonderwijs door werklooze arbeiders.
Dit adres luidt als volgt:
Den Raad der gemeente Leiden
te Leiden.
Geven eerbiedig te kennen ondergeteekende J. H. Nijhuis
en W. C. H. van Kesteren resp. Voorzitter en Secretaris v/d
Ned. R. K. Volksbond afd. Leiden;
dat zij hebben kennis genomen van het voorstel een cursus
te geven voor arbeiders, die in hun vak weinig bekwaam en
daardoor ook in meer normale tijden een grooter werkloos
heidsrisico dragen;
dat zij ten zeerste met het doel van dit voorstel instemmen
dat het hun echter gewenscht voorkomt de aanwijzing voor
deelname aan dezen cursus geschiedt door den directeur van
de gemeentelijken dienst voor sociale zaken in overleg met
de betrokken vakcentrale of vakorganisatie;
dat het hun niet gewenscht voorkomt, dat personen, die
niet als werkloos staan ingeschreven bij de gemeentelijke
arbeidsbeurs kunnen worden verplicht (onder straffe van uit
sluiting van steun bij toekomstige werkloosheid) aan dezen
cursus deel te nemen;
dat het hun wel gewenscht voorkomt, dat zij die aan dezen
cursus deelnemen den cursus tot het einde toe te volgen.
Redenen waarom zij U beleefd verzoeken het voorstel te
willen aannemen, na dat het gewijzigd is overeenkomstig de
hier bovengenoemde wenschen.
't Welk doende enz.
J. H. Nijhuis, Voorzitter.
W. v. Kesteren. Secr.
Zullen worden behandeld bij punt 25 der agenda.
6°. Verzoek van J. van Ek e.a., allen bewoners van de
Prins Frederikstraat, in zake den vervuilden toestand van de
sloot achter hunne woningen.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
7°. Advies van de Gezondheidscommissie op het voorstel
in zake het dempen en rioleeren van een slootgedeelte langs
de Os- en Paardenlaan.
Dit advies luidt als volgt:
Leiden den 26 Sept. 1925.
In antwoord op Uw schrijven dd 23 September 1925 No. 8/220
onderwerp slootdemping heb ik de eer U namens de Gezond
heidscommissie mede te deelen dat door genoemde commissie
kan worden gesteund Uw voorstel om tot demping der in
Uw schrijven bedoelde sloot over te gaan en in de plaats van
de sloot een riool te leggen.
Namens de Gezondheidscommissie voornoemd
de voorzitter
P. C. Flu-.
Aan Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Zal worden behandeld bij punt 16 der agenda.
Ten slotte deelt de Voorzitter nog mede:
dat op 25 September j.l. heeft plaats gehad de opneming
van de boeken en kas van den Gemeente-ontvanger, waarvan
proces-verbaal in duplo is opgemaakt, dat aan de Gedep. Staten
is toegezonden en in de Leeskamer ter inzage nedergelegd.
De Voorzitter zegt, dat hij in verband met de benoe
mingen, welke moeten plaats hebben, geperforeerde lijsten
heeft laten neerleggen. Teneinde alle misverstand te voor
komen, doet hij opmerken, dat de leden op die lijsten ook
de namen van andere personen kunnen vermelden, behalve
natuurlijk wanneer het voordrachten geldt, want daaraan is
men gebonden.
Spreker deelt verder mede, dat punt 2 der agenda: «Benoeming
van een tijdelijk leeraar in de Wiskunde aan het Gymnasium"
moet worden ingetrokken, en stelt voor de benoemingen sub
3°, 4°, 5° en 6° tegelijkertijd te doen plaats hebben.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
De Voorzitter wijst er nog op, dat men, indien men zijn
stem op no. I van de lijst wil uitbrengen, de andere namen
niet behoeft door te schrappen, omdat het Reglement van
Orde voorschrijft, dat, wanneer op een stembriefje meer
namen zijn vermeld dan er personen te verkiezen zijn, de
stem wordt toegekend aan diegenen, die in volgorde het
eerst op het stembriefje genoemd zijn.