MAANDAG 24 AUGUSTUS 1925. 127
VII. Rekening, dienst 1924, van het Burgerlijk Armbestuur.
(Zie Ing. St. No. 201.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van deze rekening besloten.
(De heer Sanders had gedurende de behandeling van dit
punt de vergadering tijdelijk verlaten.)
VIII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting,
dienst 1924, van den Distriots-Keuringsdienst van Waren.
(Zie Irig. St. No. 201.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van dezen staat van af- en overschrijving
besloten.
IX. Balans en Verlies- en Winstrekening, dienst 1924, van
den Üistricts-Keuringsdienst van Waren.
(Zie lug. St. No. 201.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van deze stukken besloten.
X. Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar 1924, op
dat van 1925 van gelden in verband met de voldoening van
onbetaald gebleven vorderingen en het nog niet verwerkt of
verbruikt zijn van verleende credieten, alsmede tot overbrenging
van verschillende ontvang- en uitgaafposten van den Kapi-
taaldienst.
(Zie Ing. St. No. 199.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XI. Rekening van de Ontvangsten en Uitgaven der gemeente
over het jaar 1924, met inbegrip van die der Haarlemmer
trekvaart.
(Zie Ing. St. Nis. 185 en 200),
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten de rekening van de Haarlemmertrekvaart goed te
keuren en vervolgens de geheele gemeenterekening voorloopig
vast te stellen overeenkomstig het in Ingekomen Stukken
No. 185 opgenomen concept-besluit.
(De Wethouders worden geacht zich van medestemmen te
hebben onthouden).
XII. Voorstel tot aanvaarding van de voorwaarden, waar
onder door Gedeputeerde Staten vergunning is verleend voor
den aanleg en de exploitatie van een hoogspanningslijn, uit
gaande van een hoogspanningskabel in de gemeente Zeven
huizen, ten behoeve van de levering van draaistroom aan de
gemeente Moerkapelle, alsmede aan den polder »De Honderd
Morgen of Wilde Veenen."
(Zie Ing. St. No. 189.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIII. Voorstel:
a. tot goedkeuring van de bedragen over het jaar 1924
besteed voor normale uitbreidingen der Gasfabriek en
der Electriciteitsfabriek
b. tot aanvulling van het uitbreidingskapitaal der Electri
citeitsfabriek
c. tot vaststelling van den desbetreffenden begrootings-
staat.
(Zie Ing. St. No. 190).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIV. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst
betreffende de levering van electriciteit in de gemeente
Noord wij kerhout, door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te
Leiden.
(Zie Ing. St. No. 196.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XV. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst, betref
fende de levering van electriciteit in de gemeente Koudekerk,
door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden en tot
wijziging van de met de gemeente Koudekerk gesloten over
eenkomst betreffende de levering van gas in die gemeente
door de Stedelijke Gasfabriek te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 197.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVI. Praeadvies op het verzoek van de Nederlandsche Ver-
eeniging van Fabrikanten van Timmerwerken, in zake de
wijze, waarop de aanvragen en de toewijzing van timmer
werken geschieden.
(Zie Ing. St. No. 191.)
De heer Wilbrink wenscht ten bate van de gemeente
zoo spoedig mogelijk ook in dit bedrijf de vrije concurrentie
hersteld te zien. Wel kunnen Burgemeester en Wethouders
ontheffing verleenen van dien uitzonderingsmaatregel, maar
over het algemeen zal de gemeente voordeeliger uit zijn,
wanneer de aannemers vrijgelaten worden om hun timmer
werk buiten de gemeente te laten vervaardigen. Waar alle
andere categorieën van inwoners tegen buitenstaanders moeten
concurreeren, mag men voor een enkele groep geen uitzondering
maken.
De heer van Stralen meent, dat de uitzondering, die ten
opzichte van het timmerwerk gemaakt wordt, noodig is om
te voldoen aan de bepaling in de bestekken, dat de werk
zaamheden door Leidsche werkkrachten moeten worden uit
gevoerd. Het is dan ook een uitzonderingsmaatregel, waarvan
voorshands niet moet worden afgeweken.
De heer Splinter sluit zich bij den heer van Stralen aan
en zegt, dat de bepaling niet veel invloed uitoefent. Een aan
nemer vraagt in den regel ook prijsopgave van buiten de
stad aan; bij een te groot prijsverschil kunnen Burgemeester
en Wethouders dan ontheffing verleenen.
De heer Wilbrink wil doen opmerken, dat er toch tal
van bouwmaterialen hier ter stede aangevoerd worden, welke
elders gereed gemaakt zijn, zooals pannen, steenen, enz.
Men zegt, dat die materialen hier ter stede niet ver
vaardigd kunnen worden; maar er bestaat te Leiden toch
een basaltine-tegelfabriek en er wordt niet aan gedacht om
die een begunstigde positie te verschaffen. De handelaren in
bouwmaterialen hier ter stede genieten niet de voorkeur bij
aanbestedingen en er is dus geen aanleiding om ten opzichte
van het machinale timmerwerk een uitzondering te maken.
Als voor den een de vrije concurrentie geldt, dan moet zij
ook voor den ander gelden.
De heer Mulder meent, dat het praeadvies van Burge
meester en Wethouders glashelder is. Er staat gewoonweg
in, dat slechts bij hooge uitzondering gebruik gemaakt zal
worden van niet-Leidsche werkkrachten, doch dat allengs
weder een ruimer standpunt zal kunnen ingenomen worden.
Den heer van Stralen wil spreker doen opmerken, dat de
werkloosheid in den regel niet te vinden is bij de fabrieken,
welke deuren, ramen, kozijnen, e. d., maken. Overigens zal
men ook in het belang van de Leidsche zaken en Leidsche
werklieden een wat ruimer standpunt moeten gaan innemen,
want als Leiden alleen laat leveren door Leidsche fabrieken,
dan zou een andere gemeente wel eens kunnen gaan zeggen
wij gunnen ons werk alleen aan inrichtingen in onze ge
meente en wij sluiten Leidsche fabrieken uit.
Ook is het wel voorgekomen, dat een Leidsche timmer
fabriek moest leveren doch in gebreke bleef, omdat zij de
gevraagde hoeveelheid in het voorgeschreven tijdsbestek niet
kon leveren, zoodat toch gebruik gemaakt moest worden van
inrichtingen elders.
Burgemeester en Wethouders zijn er steeds op uit om
zooveel mogelijk het belang van de Leidsche ingezetenen te
bevorderen, maar dat mag niet gaan ten koste van het alge
meen belang. Het gemeentebestuur moet een ruimer stand
punt innemen. Dat zal zijn in het belang ook van de Leidsche
arbeiders.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten.
XVII. Voorstel:
a. tot nadere regeling van het verhaal van bijdragen voor
inkoop van diensttijd ingevolge de Pensioenwet 1922;
b. tot het verleenen van een tegemoetkoming in de bijdrage
voor inkoop van diensttijd voor pensioen aan thans in dienst