126 MAANDAG 24 AUGUSTUS 1925. 3°. Verzoek van de Naamlooze Vennootschap Ontginnings maatschappij »Het Lantschap Drenthe", om beschikbaarstelling van een scheeps- of spoorlading compost, ten behoeve van het in cultuur brengen van woeste gronden in Drenthe. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethou ders voor, om Burgemeester en Wethouders te machtigen aan de maatschappij te antwoorden, dat geen compost be schikbaar is. De compost, in het verzoek bedoeld, bestaat toch uit een mengsel van huisvuil, beerstoffen of baggerspecie. Aangezien het huisvuil hier ter stede ongesorteerd wordt verbrand en de Reinigingsdienst over beerstoffen of baggerspecie niet be schikt, is het niet mogelijk aan het verzoek te voldoen. De heer Deumer zou, in verband met de door den Minister van Binnenlandsche Zaken aan de gemeente 's Gravenhage gerichte circulaire, deze zaak gaarne nader onderzocht zien. De Voorzitter zegt, dat het adres met deze zaak niets te maken heeft. In den Haag wilde men de vuilverbranding gaan uitbreiden tot al het vuil van de geheele gemeente, waarop de Minister in overweging gaf' om het vuil te ge bruiken voor de bemesting van woeste gronden. Blijkens zijn woorden wil de heer Deumer de geheele gemeentereiniging anders inrichten, hetgeen hij bij de begrooting ter sprake kan brengen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 4°. Verzoek van de Woningbouwvereniging »de Eendracht", om haar te verkoopen een tweetal terreinen aan de Driftstraat en haar een woningvoorschot toe te kennen voor de stichting op die terreinen van 134 woningen en 3 winkels. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 5°. Oproeping van Gedep. Staten tot de openbare zitting van dat College op 7 September a. s., waarin verslag zal worden uitgebracht in zake de door het Bestuur der vereeniging tot oprichting en instandhouding van scholen voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs op Gerefor meerden grondslag, het Bestuur der Roomsch-Katholieke Jongensscholen onder Roomsch-Katholiek Parochiaal Kerk bestuur en het Bestuur der Inrichting van Liefdadigheid voor Roomsch-Katholieken ingestelde beroepen, tegen het raadsbe sluit van 10 November 1924, waarbij de vergoeding ex artikel 101 der Lager-Onderwijswet 1920, over 1922 voor verschil lende bijzondere scholen werd vastgesteld. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten de oproeping aan te nemen voor kennisgeving. Ten slotte deelt de Voorzitter mede, dat van den heer D. J. J. de Koster een schrijven is ingekomen van den vol genden inhoud Leiden, Augustus 1925. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren. Reeds meerdere malen is het maken van een wandelpark ter sprake gekomen. Een besluit tot het inrichten van een dergelijk park werd echter belet door den slechten financieelen toestand van de gemeente. Ten einde na verloop van jaren tot verwezenlijking van het denkbeeld te geraken, heb ik besloten een bedrag van 11.500.aan de gemeente te schenken, als een kleine bijdrage voor aankoop en aanleg, onder bepaling, dat genoemd bedrag wordt gestort in een fonds, te beheeren door een te vormen stichting, waarvan het bestuur wordt gevoerd dooi den Burgemeester en de Wethouders van Leiden en een tweetal ingezetenen dezer gemeente, door Burgemeester en Wethouders te benoemen volgens in de stichtingsakte te bepalen wijze. In die akte zal tevens dienen te worden omschreven, op welke wijze genoemd bedrag, en eventueele andere aan het fonds te schenken giften moeten worden belegd, teneinde op een door bestuurders der stichting te bepalen tijdstip te worden bestemd voor het beoogde doel. Hoogachtend J. de Koster. De Voorzitter zegt, dat den heer de Koster groote dank toekomt voor het initiatief, dat hij in deze heeft genomen om de gemeente in het bezit te stellen van een wandelpark en dat dit mild geschenk getuigt van waren burgerzin. Spreker spreekt de hoop uit, dat het fonds spoedig in grootte moge toenemen door giften als anderszins, zoodat hetgeen de heel de Koster beoogt binnen niet al te langen tijd zal worden verwezenlijkt. Teekenen van instemming De Voorzitter vestigt er de aandacht op, dat bij punt V van de agenda van heden, de benoeming van 9 leden der Commissie tot wering van Schoolverzuim, in afwijking van de tot dusver gevolgde handelwijze, een proef genomen zal worden, mede met het oog op de vele benoemingen in de vergadering van 1 September a.s., om de benoeming van alle 9 leden gelijktijdig te doen plaats hebben. Daartoe worden aan de leden briefjes verstrekt, waarop alle 9 aanbevelingen voorkomen en die door hen ingeleverd moeten worden. Intusschen moet de Raad verlof geven om op deze ver eenvoudigde wijze, waarop hij trouwens meermalen heeft aangedrongen, de stemming te doen plaats hebben, en spreker verzoekt derhalve den Raad om zich in deze uit te spreken. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten om de stemming voor de benoeming van 9 leden der Commissie tot wering van Schoolverzuim op 1 stembriefje te doen plaats hebben. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Hoogduitsche taal aan het Gymnasium, voor den cursus 19251926. (Zie Ing. St. No. 193.) De Voorzitter verzoekt den heeren Oostdam, van Stralen, Coster en Witmans het stembureau uit te maken. Wordt benoemd tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den cursus 19251926, met 19 stemmen de heer B. H. D. von Arnim; 2 biljetten waren in blanco en 2 van onwaarde. II. Benoeming van eerie tijdelijke leerares in het Nederlandsch aan de Hoogere Burgerschool met 5 jarigen cursus, voor den cursus 19251926. (Zie Ing. St. No. 187.) Wordt benoemd voor den cursus 19251926 met algemeene (23) stemmen Mej. Dr. S. Hofker. III. Benoeming van eene tijdelijke leerares in het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor den cursus 19251926. (Zie Ing. St. No. 187.) Wordt benoemd voor den cursus 19251926 met alge meene (23) stemmen Mejuffrouw E. A. W. Broes van Dort. IV. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de plant- en dierkunde aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor den cursus 19251926. (Zie Ing. St. No. 198.) Wordt benoemd voor den cursus 1925—1926 met 15 stem men de heer Dr. J. A. W. Groenewegen; de heer C. F. Cammel verkreeg 9 stemmen. (De heer Huurman was inmiddels ter vergadering gekomen.) V. Benoeming van 9 leden der Commissie tot wering van Schoolverzuim. (Zie Ing. St. No. 188.) Worden benoemd met 24 stemmen de heeren W. F. de Bree, D. Bosnia, M.J.B. Herfst, R. G. M. Hueber, Ph. Rank A.Jzn., J. Schouten Az. en N. B. M. Vreeburg; met 23 stemmen de heer A. J. den Hollander, en met 22 stemmen de heer P. G. Hoeks; de heer Jac. Zitman verkreeg 2 stemmen en de heer E. Engberts 1 stem. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. VI. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1924, van het Grondbedrijf. (Zie Ing. St. No. 201.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze stukken besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 2