118 MAANDAG 13 JULI 1925. De heer Baart meent, dat, als men de zaak zoo opvat, dat het georganiseerd overleg altijd moet aannemen wat Burgemeester en Wethouders aan het georganiseerd overleg voorleggen, en als dat niet gebeurt, dan wordt gezegd, dat het de schuld van het georganiseerd overleg is, indien een bepaalde regeling niet totstandkomt, die opvatting niet de juiste is. Het georganiseerd overleg heeft ten volle het recht iets af te wijzen en andere regelingen voor te stellen. Aan dit instituut wordt zijn oordeel gevraagd en als het een beslissing neemt, dan doet het dat met volle overtuiging. De Voorzitter meent, dat de heer Baart de zaak niet juist voorstelt. Er bestaat zekere toestand; Burgemeester en Wethouders stellen voor om dien te verbeteren, maar die verbetering wordt geweigerd door het georganiseerd overleg. Dat is dus geheel iets anders. Zooals gezegd, a. s. Donderdag komen Burgemeester en Wethouders weder bijeen en dan zal de zaak aan de orde komen. Misschien zal de heer Baart uitgenoodigd worden om daarbij tegenwoordig te zijn. De Voorzitter doet hierop de deuren sluiten. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat en stelt de Voorzitter opnieuw aan de orde: XIV. Voorstel tot verhooging van het bij Raadsbesluit van 26 Januari 1925 aan de Woningbouwvereeniging »OnsDoel" toegekend voorschot, in verband met den bouw van 29 be neden- en 31 bovenwoningen en 2 winkelwoningen op een terrein beoosten de Heerenstraat en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (Zie lng. St. No. 169.) Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Buiten de agenda om werd nog behandeld een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhandsche opdracht van het maken van een nieuwen gewapend betonvloer in het gezellenlokaal van het Openbaar Slachthuis, aan de Breda'sche Beton-Maatschappij voorheen H. Vriens te Breda (blz. 116). Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 12