84
3°. dooi' vermindering van:
Volgn. 535. Onvoorziene Uitgaven met. 37420.18
(Op dezen post is thans nog 58597.25s be
schikbaar.)
Door hoogere ontvangsten kan dns gedekt
worden een bedrag van 72153.21
door overschotten op uitgaafposten 45740.57s
en door afschrijving van den post voor On
voorziene Uitgaven37420.18
Te zamen ƒ155313.965
Voorts moest in verband met de wijziging van de Lager
Onderwijswet 1920 als voorschot over 1923 op de vergoeding
bedoeld bij art. 101, lid 9, dier wet, voor de vakonderwijzers
aan bijzondere scholen alhier een bedrag van 15378.
worden uitgekeerd, waarvan ten behoeve van het Lager
Onderwijs 14201.en ten behoeve van het Uitgebreid
Lager Onderwijs 1177.Deze betalingen konden niet op
den dienst 1923 plaats hebben, omdat bij de sluiting van
dien dienst de aan de schoolbesturen uit te keeren bedragen
nog niet bekend waren. Op den post „Onvoorziene uitgaven"
werd evenwel een bedrag van 20000.gereserveerd (Zie
Ingekomen Stukken No. 226 van 1924), teneinde tot de dek
king van de bovenbedoelde uitgaven te kunnen dienen.
In verband met de administratieve voorschriften behoort
dus volgn. 4 „Achterstalligen uitgaven van vorige dienstjaren
met 15378.te worden verhoogd, terwijl tot dekking van
dit bedrag volgn. 535 „Onvoorziene Uitgaven'''1 met 15378.
kan worden verminderd.
Op dezen post is, na vermindering van de hierboven
genoemde som van 37420.18, nog een bedrag van
21177.076 beschikbaar.
Vervolgens moeten nog eenige wijzigingen op den kapitaal-
dienst worden aangebracht.
Door P. J. Dingjan, alhier, is 100.bijgedragen in de
kosten van vervanging van een steenen muur aan den
Hoogen Eijndijk door een ijzeren hek in verband met de
verbetering van den Hoogen Eijndijk.
Toevoeging aan Hoofdstuk VI van een nieuw volgnummer
557q Overige inkomsten ter zake van Hoofdstuk VImet 100.
wordt voorgesteld en vermindering van volgn. 556 „Geld-
leening overgebracht van Hoofdstuk XVU' met eveneens 100.
Verder werd bij Eaadsbesluit van 21 Juni 1921 een totaal
bedrag van 107.000.— beschikbaar gesteld voor de ver
sterking enz. van de Kraaierbrug, de Pauwbrug en de
Leiderdorpsche brug.
Van deze bruggen ligt de Leiderdorpsche brug buiten
het grondgebied der gemeente Leiden en moet derhalve
geacht Avorden te behooren tot de niet openbare eigendommen,
waarvan de buitengewone kosten moeten Avorden gebracht
ten laste van Hoofdstuk VII, „Eigendommen niet voor den
openbaren dienst bestemd
Bij het sluiten van den dienst 1923 was het nog niet
mogelijk eene zuivere verdeeling van de kosten der drie
bruggen te maken, nl. welk gedeelte hiervan zou moeten
komen ten laste van Hoofdstuk VI „Openbare werken",
voor de kosten van versterking van de Kraaierbrug en de
PauAvbrug en welk gedeelte ten laste van Hoofdstuk VII
voor de kosten van versterking van de Leiderdorpschebrug.
In verband hiermede werd, aangezien het grootste
gedeelte der uitgaven ter zake voor „openbare werken"
jdaats had, het bij het sluiten van den dienst 1923 onver
werkt gebleven gedeelte van de in totaal beschikbaar
gestelde som op Hoofdstuk VI „Openbare werken" over
gebracht, met de bedoeling om zoo spoedig mogelijk tot
rectificatie van deze onvermijdelijke niet geheel juiste boeking
over te gaan.
Het blijkt thans, dat de uitgaven voor versterking enz.
van de Leiderdorpsche brug hebben bedragen ƒ46256.755,
weshalve wij U voorstellen een nieuAV volgnr. 557r. Terug
gaaf door Hoofdstuk VII van den Kapitaaldienst van
de kosten van versterking van de Leiderdorpsche brug met
ƒ46256.755 :ian hoofdstuk VI toe te voegen, waartegen
over volgn. 556 van dat hoofdstuk „Geldleening overgebracht
van Hoofdstuk XVImet ƒ46256.755 kan worden verlaagd.
Aan Hoofdstuk VII moet in verband hiermede eveneens
een nieuw volgnummer worden toegevoegd n.l. volgn. 565d
„Uitkeering aan Hoofdstuk VI van den Kapitaaldienst van
de kosten van versterking enz. van de Leiderdorpsche brug
met 46256.75s, welk bedrag gedeeltelijk wordt gedekt
1° door de „Bijdrage van de provincie in de kosten van
verbreeding enz. van de Leiderdorpsche brug" ad ƒ23500.
2°. door de van de Naaml. Vennootschap Holl. Constructie
Werkplaatsen ontvangen som van ƒ335.07 wegens restitutie
van te veel uitgekeerde gelden voor vernieuwing van de
Leiderdorpsche brug. Voor het restant ƒ46256.755 23835.07
23500.— ƒ335.07) 22421.685 moet volgn. 560. Geld
leening overgebracht van Hoofdstuk XVI worden verhoogd.
Dan is nog door de Gasfabriek in verband met eene
buitengeAvone afschrijA-ing op fabrieksgrond in 1924 een
bedrag van ƒ90307.855 extra afgelost. Dientengevolge moet
een nieuAve ontvangstpost volgn. 605a. Buitengewone aflossing
op het door het bedrijf aan de gemeente verschuldigd kapitaal
met 90307.855 aan Hoofdstuk XIII 1 worden toegevoegd
en moet volgn. 607a der uitgaven „Bijdrage aan Hoofdstuk
VII van den Kapitaaldienstmet 90307.855 worden ver
hoogd. Bovendien moet deze buitengewone aflossing nog op
Hoofdstuk VII worden geregeld door verhooging van volgn.
563b der ontvangsten „Bijdragen van andere Hoofdstukken van
den Kapitaaldienstmet 90307,855 en van volgn. 565 der
uitgaven Aankoop van rentegevend goedmet dat bedrag.
"Eindelijk moeten nog op de begrooting, dienst 1924, wor
den geregeld de kosten ad 6355.van het sluiten der
geldleening onder hypothecair verband van de van gemeente-
Avege gebouAvde 162 woningen op een terrein benoorden
den Heerensingel (Eaadsbesluit 25 Februari 1924) en ad
4960.03 van het sluiten der geldleening onder hypothe
cair verband van de door de Woningbouwvereeniging „de
Eendracht" gestichte Avoningen op een terrein aan den
Lagen Eijndijk (Eaadsbesluit 16 Juni 1924). Deze kosten,
tezamen 11315.03 bedragende, moeten door geldleening
worden gedekt en ingevolge de administratieATe voorschriften
ten laste ATan Hoofdstuk XVI, volgn. 652 „Kosten van het
sluiten van geldleeningenworden gebracht.
Ten slotte hebben wij op verzoek van Gedeputeerde
Staten voor het wegens retributie ingevolge art. 28e der
Stoomwet over 1924 betaalde bedrag alsnog een verzamel-
post op Hoofdstuk II ingesteld.
Wij geven U thans in overweging door vaststelling van
den hierbijgaanden begrootingsstaat, model D, tot de voor
gestelde wijzigingen te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
