84 MAANDAG 25 MEI 1925. van de gemeente uitgaat, een dergelijke enormiteit verkon digd wordt. De heer Mulder kan zich niet vereenigen met den aan drang om het rij vlak van deze brug breeder te maken dan het College voorstelt. De heer Groeneveld zegt, dat men niet kan voorspellen of over een brug een drukker rijverkeer zal komen. Dit is tot zekere hoogte waar, maar hier is het nog al duidelijk. De Langegracht zal toch wel nog gedurende een reeks van jaren de smalle Langegracht blijven, tenzij men haar zou gaan dempen, wat tamelijk ondenkbaar is. Er komt nog dit bij. In het begin der volgende maand zal plaats hebben de aanbesteding van de brug over den singel bij de gasfabriek. Daaraan zit vast de verbreeding over eenige jaren van den verbindingsweg door de Huig straat daarheen, en tengevolge daarvan zal de passage over deze brug niet vermeerderen maar verminderen. Met een zekere minachting spreekt de heer Groeneveld over deze »halve" brug. Het is geen halve brug; de heer Groeneveld overdrijft. Wat betreft de vraag, waarom deze brug zooveel duurder zal zijn dan de brug bij het Utrechtsche Veer, dat is nogal eenvoudig. Daar is de doorvaartwijdte slechts 8 M. en dat scheelt altijd eenige duizenden guldens, en de oude onder bouw. De heer Wilbrink is opgekomen tegen hetgeen het College geschreven heeft in zake het passeeren van schepen van 300 ton en van schepen van 600 ton. Dat er op dit oogenbiik geen schepen van 600 ton aan de Lichtfabrieken kunnen komen, weet iedereen. De heer Wilbrink voegt spreker toe: in Leiden niet! Maar dat is wel het geval, want, zooals den heer Wilbrink bekend is, bestaan er plannen om de doorvaartdiepte te vergrooten. Kunnen er geen schepen komen van 600 ton, dan misschien wel schepen van 500 ton, maar die kunnen hier toch niet komen, ook al wordt deze brug verbouwd, omdat eerst de doorvaart wijdte van de Schrijversbrug moet worden vergroot. Binnen een jaar of tien zal dat ongetwijfeld gebeuren moeten. Het zou een dwaasheid zijn om alleen ter verkrijging van die meerdere doorvaartwijdte deze brug te vernieuwen, omdat grootere schepen toch niet de Schrijversbrug kunnen passeeren, maar de vernieuwing moet plaats hebben met het oog op het verkeer. Werd de nieuwe brug geschikt gemaakt voor het dubbele rijverkeer, dan zouden de totale onkosten stijgen tot 74000. dus met ƒ12000.—. Het staat als een paal boven water, dat de Lichtfabrieken niet van die verhoogde som 70 voor haar rekening zouden nemen, omdat zij wel belang hebben bij de doorvaartwijdte, niet bij het rijverkeer. Men zou naar sprekers overtuiging dat bedrag van 12.000.niet goed besteden, want den heel enkelen keer, dat er twee auto mobielen nabij de brug waren, zou er één zonder bezwaar even kunnen wachten. De heer Splinter zegt, dat de Commissie van Fabricage wel degelijk de vraag heeft overwogen of het wenschelijk was een breede brug te bouwen. Spreker is in het algemeen voor breede bruggen, maar het is absoluut onnoodig gebleken er hier een te maken. Daarbij kwam het kostenverschil van 12000.—, zoodat de Commissie heeft voorgesteld een brug volgens het ingediende plan te bouwen. Wat betreft het feit, dat deze brug 62000.zal moeten kosten tegen de brug aan het Utrechtsche Veer slechts 52000.—, dat verschil is niet alleen hieraan toe te schrijven, dat een doorvaartwijdte van 10 M. de brug duurder maakt, omdat de constructie zwaarder moet worden, maar ook aan de omstandigheid, dat van de brug aan het Utrechtsche Veer de onderbouw gedeeltelijk niet is vernieuwd, terwijl bij deze brug een geheel nieuwe onderbouw zal moeten worden gemaakt. De heer Groeneveld blijft bij zijn voorstel om een brug te bouwen, welke in het verkeer uit beide richtingen zal kunnen voorzien. Volgens den Wethouder zullen de kosten van zulk een brug 12000.— meer bedragen, maar daarom mag men niet nalaten een brug te maken, welke aan alle eischen voldoet. Het zal een onzinnige vertooning zijn, indien bij deze geheel nieuw gebouwde brug de rijtuigen op elkander zullen moeten wachten, teneinde de brug te kunnen passeeren. Wordt sprekers denkbeeld niet gevolgd, dan zal het met deze brug weieens kunnen gaan als met de Havenbrug, welke,- hoewel zij nog niet zoo oud is, reeds moet worden afgebroken en vernieuwd. De heer Schüller meent, dat men ook het oog op de toekomst gevestigd moet houden. Men moet nu anders han delen dan geschied is wat betreft de Kraaierbrug, die veel te smal is. Het is onbegrijpelijk, hoe de Raad er toe is kunnen komen om dergelijk miniatuurbruggetje te doen bouwen, want het kan aanleiding geven tot allerlei ongelukken. Men bouwt niet alleen voor het heden, maar ook voor de toekomst. Het verkeer per as moge over deze brug nu nog niet zoo druk zijn, het is te voorzien, ook blijkens het rapport van de Directie der Lichtfabrieken, dat dat op den duur anders zal worden. Het is dus wenschelijk, dat de Raad het voorstel van den heer Groeneveld aanneemt. De heer Witmans wijst er op, dat men thans weder niet moet vervallen in de fout, die vroeger gemaakt is, nl. dat men bruggen maakt die voor het verkeer op dat oogenbiik voldoende zijn maar later, bij uitbreiding van het verkeer, niet meer. Voor het voorstel van den heer Groeneveld is dan ook, al zouden de kosten van een nieuwe brug daardoor f 12.000. hooger worden, alles te zeggen. Op den duur zal men daar mede voor de gemeente zeer vele kosten uithalen. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van den heer Groeneveld wordt met 16 tegen 14 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Heemskerk, Witmans, Bergers, Deumer, Mevrouw van Itallie— van Embden, de heeren van Stralen, Schüller, Eikerbout, Mevrouw Dietrichde Rooy, de heeren Baart, Kooistra, Groeneveld, van Eek, Coster, Sijtsma en Dubbeldeman. Tegen stemmen: de heeren Mulder, Meijnen, Reimeringer, Sanders, Eerdmans, van Rosmalen, van Hamel, Splinter, van der Reyden, Wilmer, Knuttel, Oostdain, Spendel en Zuidema. (De heer Wilbrink had tijdens deze stemming de vergade ring tijdelijk verlaten). De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders alsnu den overgelegden begrootingsstaat, model D, in dien zin wijzigen, dat wordt voorgesteld in plaats van 62000. een bedrag van 74000.ten behoeve van de vernieuwing van de Verversbrug ter beschikking van Burgemeester en Wethouders te stellen, waarvan f 32000.te vinden uit leening. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop tot vaststelling van den aldus gewijzigden begrootingsstaat besloten. De heer Splinter geeft in overweging alsnog te trachten gedaan te krijgen, dat de Lichtfabrieken iets meer in de kosten bijdragen. XXIV. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten be hoeve van de meerdere kosten van verbouwing en inrichting van het schoolgebouw aan de Boom markt. (Zie Ing. St. No. 111.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXV. Bezwaar- en verzoekschriften tegen aanslagen in het schoolgeld Middelbaar- en Hooger Onderwijs, dienst 1924— 1925. (Zie Ing. St. No. 114.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be schikt op diverse bezwaar- en verzoekschriften, in zake schoolgeld Middelbaar- en Hooger Onderwijs, heffingsjaar 1924—1925, overeenkomstig het overgelegd advies van Bur gemeester en Wethouders. De Voorzitter schorst alsnu de vergadering tot des avonds te 874 uur. Voortzetting van de geschorste openbare vergadering des avonds te 8^ uur. Thans zijn afwezig mevrouw van ItallieVan Embden en de heeren Huurman en Verweij. Aan de orde is thans het verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond in zake de uitsluiting van bepaalde groepen van werkloozen van de steun verleening. De beraadslaging wordt geopend. De heer Sanders deelt mede, dat inderdaad, gelijk in dit request wordt ondersteld als het voornemen van Burgemeester

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 10