66 jare op ons voorstel besloot (zie Ingek. Stukken No. 196 van 1924), kan derhalve thans worden vervangen door een plan van definitieven straataanleg ter plaatse. Op de overgelegde situatieteekening zijn de straten, welker aanleg wij wenschelijk achten, in roode kleur aangegeven. De kosten van dezen aanleg, die gepaard zal gaan met slootdemping, het maken van een erfscheiding, enz., worden geraamd op ongeveer ƒ20.500.De bij Uw besluit van 14 Juli 1924 voor de bovenbedoelde voorloopige verbinding met de Waardstraat toegestane som van ƒ6500.behoeft bij uitvoering van den thans voorgestelden definitieven straataanleg natuurlijk niet te worden uitgegeven. Aangezien het land, waarop de straten zullen worden aangelegd, inge bracht is in het Grondbedrijf, zal een gedeelte van de kosten van straataanleg, ten bedrage van ƒ8340.ten laste van het Grondbedrijf moeten komen. Verhuring van het aangekochte land kan naar onze meening beter achterwege blijven. Ten eerste zal het terrein na de voltooiing van den straataanleg niet onbelangrijk kleiner zijn geworden en daarbij in tweeën zijn gesplitst, maar bovendien zal het voorloopig goed dienst kunnen doen als opslagplaats voor materialen e.d., terwijl het na den voor genomen straataanleg als bouwterrein kan worden geëxploi teerd. Op deze wijze bespaart de gemeente tevens de vrij aanzienlijke kosten van afrastering langs den openbaren weg. In verband met het bovenstaande zij voorts opgemerkt, dat de N.V. Gebr. van Hoeken's Houthandel, alhier, zich tot Uwe Vergadering heeft gewend met het verzoek mede te willen werken tot de totstandkoming van een ruiling van grond in voege als in haar adres omschreven en op de teekening verduidelijkt is. De naamlooze venhootschap stelt voor, het aan de gemeente toebehoorende perceel Sectie K, No. 3518, op de teekening geel gekleurd, te ruilen tegen het in groen aangeduide perceel K No. 3519, hetwelk het eigendom der naamlooze vennootschap is. Inderdaad zal beider bezit na deze ruiling, welke zonder bijbetaling van de eene of andere zijde kan plaats vinden, op voordeeliger en doelmatiger wijze begrensd zijn, dan thans het geval is en wij hebben tegen deze transactie dan ook geenerlei bezwaar. Het bouwblok aan de Verlengde Ooster straat zal daardoor kunnen worden voltooid. Evenmin ontmoet het o. i. bedenking te voldoen aan het verzoek van meergenoemde vennootschap, om de richting van den nieuwen dwarsweg tusschen de Verlengde Ooster straat en de van Speijkstraat zoodanig te wijzigen, dat deze dwarsweg rechthoekig op de beide gemelde straten komt te staan (zie de roode stippellijn op de teekening). Met een geringe wijziging van de rooilijn kan dit doel worden bereikt. Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Ver gadering, overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage en van de Commissie van Beheer over het Grondbedrijf, in overweging te besluiten: a. tot intrekking van Uw besluit van 14 Juli 1924 tot beschikbaarstelling van 6500.ten behoeve van den aanleg van een verbindingsweg van de van Speijkstraat en de Verlengde Oosterstraat naar de Waardstraat; b. ten behoeve van den aanleg van straten ter verbinding van de Verlengde Munnikenstraat, de Verlengde Oosterstraat en de van Speijkstraat met de Waardstraat een bedrag van 20.500.te onzer beschikking te stellen e. tot verstrekking aan het Grondbedrijf van een kapitaal, groot ƒ8340.in verband met de door dit bedrijf te ver- leenen bijdrage in de kosten van den sub b bedoelden straataanleg d. tot vaststelling van de hiernevens overgelegde begrootings- regelingen, houdende wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1924 en dienst 1925, en van de begrooting van het Grondbedrijf, dienst 1925; e. tot ruiling, met de N.V. Gebr. van Hoeken's Hout handel, alhier, en zonder eenige kosten voor de gemeente, van het aan de gemeente toebehoorende, op de overgelegde teekening met gele kleur aangeduide, perceel kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie K No. 3518, tegen het op de teekening in groen aangegeven perceel, kadastraal bekend alsvoren No. 3519; tot wijziging van de bij Raadsbesluit van 27 Novem ber 1922 vastgestelde rooilijn van de op de teekening rood gekleurde straat, welke de Verlengde Oosterstraat met de Van Speijkstraat verbindt, in voege als op die teekening met een roode stippellijn is aangegeven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 124. Leiden, 20 Mei 1925. In verband met de ziekte van mej. H. Ph. Mesenig werd door ons College, met ingang van 26 Februari j.l., mej. G. J. Fermin te 's Gravenhage benoemd tot tijdelijk leerares in de Fransche taal aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus. Aangezien deze vervanging langer dan drie maanden zal moeten duren, geven wij Uwe Vergadering, in overeenstem ming met de adviezen van den Inspecteur van- en de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, in overweging, deze tijdelijke benoeming tot wederopzeggens te verlengen, doch uiterlijk voor den verderen duur van den loopenden cursus, derhalve tot 1 September 1925. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 125. Leiden, 20 Mei 1925. Blijkens haar in de Leeskamer ter inzage nedergelegd adres verzoekt Mej. W. H. Nederhoed, tijdelijk leerares in de Engelsche taal aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, haar een studieverlof te verleenen tot 15 Juli a.s. Uit het mede ter inzage gelegd schrijven van de Directrice dier inrichting zal U blijken, dat zij het verzoek van Mej. Nederhoed ondersteunt en bereid is de lessen van genoemde leerares tot dien datum zonder eenige vergoeding te geven. Aangezien onder deze bijzondere omstandigheden tegen inwilliging van het verzoek noch bij ons College noch bij den Inspecteur van- en de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs bezwaar bestaat, geven wij U mitsdien in overweging aan Mej. W. H. Nederhoed tot 15 Juli a.s. verlof te verleenen tot afwezigheid uit hare betrekking van leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 126. Leiden, 20 Mei 1925. Nu door Uwe Vergadering in de zitting van 6 April j.l., tengevolge van de uitbreiding van het getal kiezers in de buitenwijken en de vrij belangrijke verschuiving van kiezers in de binnenstad, eene nieuwe verdeeling van de gemeente in stemdistricten werd vastgesteld, waardoor het getal dier stemdistricten van 41 werd gebracht op 46, zal tevens moeten worden overgegaan tot de benoeming van de Voorzitters, leden en plaatsvervangende leden van de bureaux der vijf nieuwe stemdistricten. Intusschen is ook de bezetting van de in 1922 benoemde stembureaux vrij sterk gedund, deels door vertrek en over lijden, deels door bedanken, zoodat die bureaux noodzakelijk zullen moeten worden aangevuld. Het komt ons daarom niet wenschelijk voor, om al deze bureaux te gaan aanvullen en de nieuw ingestelde bureaux te benoemen, doch wij geven er de voorkeur aan, alle bureaux thans opnieuw te benoemen. En wij achten dit te meer gewenscht, omdat ook de nummering van de stemdistricten bij de laatste verdeeling van de gemeente is gewijzigd, zoodat sommige districten volgens de tegenwoordige verdeeling van de gemeente niet dezelfde zijn als volgens de oude verdeeling, krachtens het raadsbesluit van 26 April 1920. Wij hebben *nu, evenals vroeger, aan een groot aantal personen vooraf gevraagd, of zij bereid waren eene eventu- eele benoeming tot lid of plaatsvervangend lid van een der stembureaux voor den tijd van vier jaren te aanvaarden en voegden daaraan toe het verzoek om, bij aldien zij daartoe niet bereid waren, ons daarvan vóór een bepaalden datum bericht te zenden. Aangezien de onderstaande personen ons een dergelijk bericht niet inzonden, mogen wij verwachten dat zij inder daad een 3-tal dagen in het eerstkomend vierjarig tijdvak voor het verkiezingswerk zullen over hebben en ons niet nog ter elfder ure zullen teleurstellen. Zooals U bekend is, treedt de Burgemeester, krachtens het bepaalde bij art. 60 der Kieswet, op als Voorzitter van het stembureau in het eerste stemdistrict in den eersten kieskring en kan hij zich als zoodanig, bij tijdelijke ver hindering, laten vervangen door een lid van den Gemeente raad, door Uwe Vergadering aan te wijzen. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging tot de aanwijzing van 2 plaatsvervangers van den Burgemeester

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 4