GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
63
DleEKOIIGir STUKKEN.
N°. 115. Leiden, 15 Mei 1925.
Ingevolge artikel 6 der voorwaarden, waaronder Gede
puteerde Staten aan onze gemeente vergunning hebben
verleend voor den aanleg en de exploitatie van een hoog
spanningslijn, uitgaande van het transformatorstation voor
den Wassenaarschen Polder in de gemeente Leimuiden tot
aan het transformatorstation te Nieuwveen, wordt de ver
gunning geacht niet gegeven te zijn, indien niet binnen drie
maanden na de dagteekening van het besluit van Gede
puteerde Staten door Uwe Vergadering eene verklaring is
ingezonden, houdende dat de Baad der Gemeente Leiden
de vergunning onder de daarbij gestelde voorwaarden
aanvaardt.
Aangezien o. i. tegen die aanvaarding geen bezwaar bestaat,
geven wij U in overweging tot het inzenden van die ver
klaring te besluiten.
De betreffende vergunning gelieve U in de Leeskamer
aan te treffen.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 116. Leiden, 15 Mei 1925.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te
geven, ter voldoening aan het voorschrift, vervat in artikel
11 van het Koninklijk Besluit van 19 November 1900
(Staatsblad No. 202), laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk
Besluie van 4 Februari 1921 (Staatsblad No. 48), aan Gede
puteerde Staten het volgende verslag uit te brengen aan
gaande de wijze, waarop het voor de gemeentebegrooting voor
1924 voor schoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag
is besteed.
„Van de op de begrooting voor het dienstjaar 1924 voor
schoolkindervoeding en -kleeding uitgetrokken som van
27435.werd een bedrag van 20825.uitgegeven en
als subsidie uitgekeerd aan de Vereeniging „Schoolkinder
voeding en Schoolkinderkleeding", die zich het verstrekken
van voeding en kleeding aan kinderen ten doel stelt, zulks
ter bevordering van schoolbezoek.
Het winterseizoen 19231924 eindigde den 3en Mei,
tot welken datum door 544 kinderen deelgenomen werd aan
de maaltijden.
Voor het ontvangen van voedsel gedurende de zomer- en
wintermaanden werden aanvankelijk ingeschreven resp. 388
en 274 kinderen, welke aantallen later stegen tot resp. 400
en 422 kinderen.
Tot de aanneming der leerlingen werd in den regel niet
overgegaan dan nadat de aanvragen door den Armenraad
waren onderzocht.
De kinderen, die voedsel ontvingen, zijn als volgt over
de verschillende scholen te verdoelen:
De maaltijden bestonden -gedurende de zomermaanden
wekelijks uit tweemaal vermicellisoep, tweemaal stamppot,
éénmaal rijstepap en éénmaal gort met rozijnen en gedurende
de wintermaanden uit erwtensoep, vermicellisoep, stamppot,
rijstepap, gort met rozijnen en bruine boonen met spek.
De verstrekking van de maaltijden had rechtstreeks aan de
kinderen plaats en wel in het gebouw der Vincentius-Ver-
eeniging en in lokalen van de openbare scholen aan het
Plantsoen.
De navolgende kleedingstukken werden uitgereikt: 946
paar kousen, 518 hemden, 516 broeken, 169 schorten, 188
blouses, 204 jurken, 32 manchester jongenspakjes; verder
werden 1764 paar klompen verstrekt. Voor een nauwgezette
controle op een behoorlijk gebruik der kleedingstukken werd
vanwege de vereeniging zorg gedragen.
De inkomsten der vereeniging bedroegen ƒ21623.10, n.l.
aan gemeentelijk subsidie 20825.aan contributiën 546.75,
aan collecten, bijdragen, giften enz. 225.66, aan boetegelden
3.75 en aan ontvangsten van verschillenden aard 21.94,
terwijl verder nog kon worden beschikt over het batig saldo
van het vorige jaar ad f 71.58.
Uitgegeven werd een bedrag van ƒ21680.05 te specifi-
ceeren als volgt: voedsel 14751.20, kleeding ƒ5573.55 en
uitgaven van allerlei aard, als: loonen, drukwerken, adver-
tent-iën, materialen, meubilair, enz. 1355.30. Het voordeelig
saldo ten bedrage van ƒ14.63 wordt gereserveerd voor het
jaar 1925.
De voorwaarden, bedoeld in art. 10 van het Koninklijk
Besluit van 19 November 1900 (Staatsblad No. 202), laatstelijk
gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 4 Februari 192L
(Staatsblad No. 48) werden door de vereeniging behoorlijk
nageleefd."
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 117.
Leiden, 15 Mei 1925.
In het hierachter afgedrukte adres vraagt een aantal be
woners van den Ouden Singel U, verandering te willen
brengen in den toestand, welke voor en tijdens de uren,
waarop de veemarkt wordt gehouden, vóór hunne woningen
pleegt te heerschen en welken toestand de adressanten,
voornamelijk uit hoofde van de verontreiniging door het
vee van den openbaren weg en de belemmering van het
verkeer ter plaatse, als onhoudbaar kenschetsen.
Deze aangelegenheid heeft reeds meermalen in Uwe Ver
gadering een punt van bespreking uitgemaakt. In de zitting
toch van 25 Februari 1924 vestigde Uw medelid, de heer
Witmans, de aandacht op den bovenbedoelden toestand op
den Ouden Singel, terwijl deze ook in Uwe Vergadering
van den 16den Februari jh, toen het onderhavige adres in
onze handen werd gesteld om praeadvies, even ter sprake
kwam.
Wat de klacht over den onderbonden overlast betreft,
niet te ontkennen valt, dat die op zich zelf voor een groot
deel gegrond is te noemen, maar onze Voorzitter merkte
het ten vorigen jare reeds op een veemarkt, die, zooals
hier te Leiden, in het centrum van de stad en op of aan
den openbaren weg wordt gehouden, brengt naast voor-
deelen voor de gemeente en in het bijzonder voor de nering
doenden, nu eenmaal ook vuil, verkeersbelemmering en
andere ongeriefelijkheden mede.
Niettemin hebben wij nauwgezet onderzocht of, en op
welke wijze, aan de klachten van de omwonenden tegemoet
gekomen zou kunnen worden. Daarbij is ons gebleken, dat
het, gegeven de omstandigheden, waaronder hier ter stede
de veemarkt wordt gehouden, uiterst moeilijk is, om in den
tegenwoordigen toestand zoodanige verandering te brengen,
dat het ongemak, waarover de adressanten klagen, geheel
zou worden opgeheven. Zoo is het met name niet mogelijk
om gelijk ons reeds eerder door de omwonenden was
verzocht het vee op de booten in plaats van bij de
ingangen der markt te laten keuren, terwijl evenmin het
aanvangsuur van de veemarkt gedurende de tijden van
drukken aanvoer vervroegd kan worden (gesteld, dat dit
zou helpen), omdat de wet niet toestaat de aanvangsuren
vóór zonsopgang te stellen. Het zou ons te ver voeren, een
en ander hier in den breede te bespreken en wij verwijzen
U mitsdien naar de ter visie liggende stukken, waarin ook
deze quaestie uitvoerig wordt behandeld.
Zoolang derhalve de veemarkt gehouden wordt ter plaatse
waar dit thans geschiedt, is het, gezien de wettelijke voor
schriften, die op dit punt van kracht zijn, niet mogelijk in
den bestaanden toestand algeheele verandering te brengen.
Niettemin meenen wij in tegenstelling met hetgeen in
het adres wordt voorspeld te mogen verwachten, dat de
inmiddels van hooger hand goedgekeurde en binnenkort in
te voeren nieuwe regeling van de aanvangsuren der vee-
AANDUIDING DER SCHOLEN
O. L. Sohool aan het Plantsoen
Schuttersveld
de Duivenbodestraat
V Ha verstraat
a Paul Krugerstraat
a den Zuidsingel
a de Medusastraat
a a a a a Vrouwenkerksteeg
Centrale School voor het 7e leerjaar
School voor Buitengewoon L. O. aan de Caeoiliastraat
Bijzondere Bohool aan de Middelstegracht
a a a a Pieterskerkgracht
a a Oosterstraat
a n a Pasteurstraat
a a a Lusthoflaan
a a a a Stadhouderslaan
a R.K. Jongensschool aan de Pelikaanstraat
a a Meisjesschool Oude Vest
a a a a a Hoogewoerd
Voeding gedurende
de zomermaanden
Voeding gedurende
de wintermaanden
38
16
9
37
46
16
36
25
26
42
46
19
20
53
72
15
10
12
24
17
18
4
4
3
33
19
1
3
1
35
34
28
41
8
11