36
MAANDAG 6
APRIL 1925.
Dit adres luidt als volgt:
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen.
Het bestuur van het R. K. Melkverkoopersgilde »St. Paschalis"
te Leiden.
Dat het kennis genomen heeft van de ontwerp-verorde-
ning, houdende wijziging van de verordening van 10 Juli
1913 op de Winkelsluiting.
Dat het hiermede zijn bezwaar te kennen geeft wat betreft
het mogen geopend zijn der winkels. De tijd van 772 tot
872 uur komt het bestuur te kort voor, omdat de meeste
versche melk eerst na 7x/a uur wordt aangevoerd. De tijd
van 12 tot 2 uur is overbodig, omdat dan geen versche melk
wordt aangevoerd en zoodoende dezelfde melk zou worden
verkocht, welke 's morgens ook verkrijgbaar is. Het komt
het bestuur dan ook rationeeler voor om 's morgens de
winkels te mogen openhouden tot 10 uur. Dan is er voor
de bevolking geen behoefte om tusschen 12 en 2 en 's avonds
van 6 tot 8 uur melk te kunnen verkrijgen. Trouwens verre
weg de meeste winkels waar melk wordt verkocht, worden
des morgens om 10 of 107* uur gesloten. Mocht de Raad
echter van meening zijn, dat 's avonds ook nog versche melk
verkrijgbaar moet zijn, dan meent het bestuur te mogen
opmerken, dat voor de enkelen, die daarvan gebruik zullen
maken een openingsuur van 7 tot 8 uur voldoende is, temeer
daar in den regel 's avonds voor 7 uur geen versche melk
wordt aangevoeld.
Verder meent het bestuur geen bezwaar te moeten maken
tegen het bezorgen van melk aan hotels, koffiehuizen en
melksalons.
't Welk doende enz.
N. Verberg, Voorzitter.
H. Compier, Secretaris.
Oude Vest 121.
Zal worden behandeld bij punt 23 der agenda.
7°. Verzoek van de afdeeling Leiden en omstreken van de
Nederlandsebe Vereeniging tot Bescherming van Dieren, om
het onderhoud van den stal op het woonwagenterrein aan den
Morschweg van gemeentewege te doen geschieden.
Aangezien het verzoek te laat is ingekomen, wordt de
beslissing omtrent de wijze van behandeling van het verzoek
tot de volgende vergadering aangehouden.
De Voorzitter deelt alsnog mede:
dat aan H. Hazelhorst, eervol ontslagen waag- en ijkmeester,
met ingang van 1 Juli 1922, een suppletie-pensioen is toegekend
ad ƒ91.'sjaars, zoolang het hem toegekend Rijkspensioen
bepaald blijft op ƒ798.
Aan de orde is alsnu
I. Praeadvies op het verzoek van Mevrouw A. M. C.
MullerVerdam, om eervol ontslag als Regentes van het
Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis.
(Zie Ing. St. No. 69.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
II. Praeadvies op het verzoek van B. J. H. Haitink, om
ontslag als Commissaris der gemeente bij de Leidsche
Duinwater Maatschappij.
(Zie Ing. St. No. 70.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
III. Benoeming van een Commissaris der gemeente bij de
Leidsche Duinwater Maatschappij.
(Zie Ing. St. No. 71.)
De Voorzitter verzoekt den heer Kooistra, mevrouw van
Itallievan Embden, den heeren Coster en van Rosmalen
het stembureau uit te maken.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Witmans zegt, dat het hem bevreemdt, dat slechts
één persoon voor dergelijke belangrijke functie wordt voor
gedragen. Er zullen in de gemeente Leiden toch nog wel
andere menschen zijn dan een Directeur van de Grofsmederij,
die daarvoor in aanmerking komen.
Spreker heeft gedachtbestaat er soms een onderling verband
tusschen het directorium van de Grofsmederij en het commis
sariaat bij de Leidsche Duinwater Maatschappij?
Spreker kan zich er niet mede vereenigen, dat slechts één
persoon wordt voorgedragen, te meer waar indertijd de heer
Bosch, toen lid van den Gemeenteraad, jarenlang commissaris
van de gemeente bij de maatschappij is geweest en die functie
geheel belangloos heeft waargenomen. Nu komt er nog bij,
dat er thans nog een bedrag van ƒ700.aan traktement
wordt betaald.
Spreker heeft dus bezwaar tegen deze voordracht, ook
omdat de heer van Ginkel, evenals de heer Haitink voorheen,
Directeur van de Grofsmederij is.
De Voorzitter zegt, dat de heer Witmans geheel in dwa
ling verkeert. Het geldt hier niet een voordracht, maar een
aanbeveling, zoodat de Raadsleden, indien zij zulks wenschen,
gerust op een ander dan den aanbevolene kunnen stemmen.
Burgemeester en Wethouders hebben gezocht naar iemand,
die, verstand hebbend van commerciëele en technische zaken,
de Leidsche Duinwater Maatschappij kan controleeren.
Wat betreft de vraag waarom slechts één persoon is aan
bevolen, het geldt hier een zoo buitengewoon ambt met
ambtenaar zijn heeft het niets te maken dat Burgemeester
en Wethouders een aanbeveling van één persoon voldoende
achtten. Men moet al blij zijn, als men een geschikt persoon
als de heer van Ginkel bereid vindt deze functie waar te
nemen.
Verband met het Directeurschap van de Grofsmederij be
staat niet.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt benoemd, met ingang van 1 Mei 1925, met 14
stemmen de heer N. C. F. van Ginkel, Directeur van de
Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij; de heer Spendel
verkreeg 3 en de heer Witmans 2 stemmen, terwijl 8 bil
jetten in blanco waren.
IV. Benoeming van een lid van het Bestuur der vereeni
ging »de Ambachtsschool."
(Zie Ing. St. No. 74.)
Wordt benoemd met 20 stemmen de heer Ph. Rosdorff;
5 biljetten waren in blanco en 2 van onwaarde.
V. Benoeming van 4 schoolartsen, voor het tijdvak 1 April
1925—1 April 1926.
(Zie Ing. St. No. 78.)
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten de benoe
mingen van de vier schoolartsen op één stembiljet te doen
plaats hebben.
De heeren H. P. Veldhuyzen, H. W. Blote, J. A. Schreuder
en Dr. W. Th. M. Weebers worden elk met 26 stemmen
weder benoemd tot schoolarts en wel voor het tijdvak van
1 April 19251 April 1926; 3 biljetten waren in blanco.
(De heeren Baart en Splinter waren inmiddeJs ter verga
dering gekomen.)
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
VI. Voorstel tot overplaatsing van den onderwijzer A. van
der- Hoogt van de school aan de Duivenbodestraat A naar
de Leerschool aan de Oude Vest.
(Zie Ing. St. No. 64.)
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethou
ders hun voorstel in dien zin wijzigen, dat in plaats van
»1 April a.s." wordt gelezen: »een nader door Burgemeester
en Wethouders te bepalen datum."
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Sijtsma zegt, dat dit voorstel hem niet erg bevallen
heeft.
Spreker heeft zich niet verzet, toen voorgesteld werd om
Mej. Groen van de Leerschool naar de Meisjesschool voor
uitgebreid lager onderwijs te verplaatsen, in de overtuiging, dat
het een zeer bijzonder geval betrof, maar thans lijkt het wel
alsof het langzamerhand een systeem wordt.
Overplaatsing naar een gelijksoortige school, terwijl het
salaris hetzelfde blijft, acht spreker niet zoo erg, maar in dit
geval is aan de overplaatsing promotie verbonden. De wedde
van den betrokken onderwijzer wordt met ƒ250.verhoogd