MAANDAG 6 APRIL 1925. 51 De heer Sijtsma heeft met genoegen kunnen opmerken, dat de trottoiraanleg in de Breestraat bij vele menschen bijzonder in den smaak valt, omdat zij ervaren, dat de toestand er veel door zal verbeteren, en vraagt daarom, ol het niet mogelijk is het thans niet bij de helft te laten, maar er mede voort te gaan en over de geheele Breestraat het trottoir te verbreeden. De Voorzitter brengt in herinnering, dat onlangs besloten is eerst het volgend jaar trottoirs te doen aanleggen op het gedeelte tusschen de Koornbrugsteeg en het Steenschuur en op het gedeelte tusschen Vrouwensteeg en Koornbrugsteeg geen trottoirs te doen aanleggen. Van dit besluit kan thans niet worden afgeweken. Bovendien wint het stadsschoon niet met dien trottoiraanleg, zooals men kan zien o.a. bij het Museum van Oudheden en bij het huis van de Vries en Stevens. De Voorzitter doet hierop de deuren sluiten. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat en, niemand meer het woord verlangende, door den Voorzitter gesloten. Buiten de agenda om werden nog behandeld: 1°. een interpellatie van den heer Knuttel in zake de werk staking aan de Stedelijke Werkinrichting (blz. 47); 2°. een interpellatie van den heer van Stralen in zake het voorstel van de Commissie van Advies voor Sociale Zaken, om bepaalde groepen werkloozen van de steunverleening uit te sluiten (blz. 49). Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 17