32 MAANDAG 9 MAART 1925. van de zijde van sprekers richting komt, ter visie gelegd moet worden en dat andere stukken rondgezonden worden. De Voorzitter zegt, dat hij het reeds twee malen heeft uitgelegd en dat hij het niet voor den derden keer zal doen. Da heer Groeneveld verwondert er zich over, dat de heer Uittenbroek uit Rotterdam de interpretatie van Burgemeester en Wethouders direct heeft gesnapt. Er moet geen verschil gemaakt worden ten opzichte van wien dan ook. Spreker en de zijnen zullen in het vervolg rekening houden met het medegedeelde en dergelijke stukken voortaan aan de Raads leden adresseeren. De Voorzitter zegt, dat als een stuk niet urgent is, het ter visie gelegd wordt. Is het urgent, dan wordt het aan de Raadsleden gezonden. Men moet niet zeggen, dat er met twee maten gemeten wordt. De heer Groeneveld houdt vol, dat dit geschiedt. De Voorzitter noemt het absoluut onwaar. Spreker verklaart, aangezien niemand het woord meer ver langt, de interpellatie voor gesloten. Hierop stelt de Voorzitter den heer Heemskerk in de gele genheid aan Burgemeester en Wethouders de volgende vragen te stellen »Zijn Burgemeester en Wethouders bereid mede te deelen, of aanstaande Woensdag eene vergadering zal plaats vinden, uitgeschreven door den Wethouder belast met de zaken dei- brandweer, met het personeel der brandweer, e. v. toegan kelijk voor hoofdbestuurders der organisatiën Is deze vergadering bedoeld als voorloopige bespreking, alvorens de te behandelen zaken in de Oommissie voor Geor ganiseerd Overleg worden behandeld, dan wel is het de bedoeling alleen genoemde vergadering te houden en bedoelde Commissie voor Georganiseerd Overleg te passeeren?" waartoe de Raad hem eveneens in den aanvang der zitting verlof heeft verleend. De heer Heemskerk, heeft deze vragen gesteld, omdat het eenige bevreemding gewekt beeft in de kringen der organi satie's, dat deze vergadering a. s. Woensdag zal plaatshebben. Ook op de Raadsleden, die lid zijn van de commissie voor georganiseerd overleg, heeft het een vreemden indruk ge maakt. De heer Mulder kan de vraag van den heer Heemskerk, of er a. s. Woensdag een vergadering gehouden zal worden met het personeel der brandweer, tevens toegankelijk voor het hoofdbestuur der betreffende organisatie's, bevestigend beantwoorden. De volgende vraag luidt Is deze vergadering bedoeld als voorloopige bespreking, alvorens de te behandelen zaken in de Commissie voor Ge organiseerd Overleg worden behandeld, dan wel is het de bedoeling alleen genoemde vergadering te houden en de be doelde Commissie voor Georganiseerd Overleg te passeeren? Op die vraag kan spreker antwoorden met neen! De be doeling is om eerst de zaak te bespreken met het peisoneel van de brandweer, waarbij de menschen van het hoofdbe stuur der organisatie tegenwoordig kunnen zijn. Het is den menschen bekend, want verleden jaar heeft spreker hun reeds toegezegd, dat, als de zaak aan de orde kwam, datgene wat in het georganiseerd overleg thuis behoorde er ook zou komen, natuurlijk na deze vergadering. Het georganiseerd overleg behoudt dus alle vrijheid om over de zaak te spreken, die daar aan de orde komt. De heer Reimeringer zegt, dat deze kwestie eigenlijk in een dienstcommissie thuis behoort, maar dat het met het oog op het gering aantal brandweerlieden niet mogelijk is een dienstcommissie voor dien tak van dienst in het leven te roepen. Er moeten twee organisatie's zijn en van elk van die twee vijf leden: dan stellen Burgemeester en Wethou ders, als het gevraagd wordt, een dienstcommissie in. Heden middag heeft spreker er nog over gesproken met den heer Baart. Om nu toch zooveel mogelijk te werken, alsof er een dienstcommissie bestond, en om in diezelfde lijn door te gaan, is bepaald, dat hoofdbestuurders, ook van elders, van de orga nisatie's, waarvan de menschen lid zijn, aan de vergadering zullen mogen deelnemen. De heer Heemskerk zegt tevreden gesteld te zijn. De heer Kooistra zegt, in tegenstelling met den heer Heemskerk, niet tevreden te zijn. Naar zijn meening heeft alleen de commissie voor georganiseerd overleg de bevoegd heid dergelijke zaken te bespreken. Het is hier geen gewoonte, dat het personeel van een onderdeel van een tak van dienst eerst zijn reglement en zijn arbeidsvoorwaarden bespreekt, alvorens die dingen in het georganiseerd overleg worden behandeld. Spreker had dan ook verwacht, dat van de tafel van Burgemeester en Wethouders zou zijn medegedeeld om welke redenen een bespreking tusschen de twee Wethouders en de brandweerlieden moest voorafgaan. De besturen, op genomen in de commissie voor georganiseerd overleg, hadden het wenschelijker gevonden, dat deze zaak in haar geheel in die commissie was gebracht, aangezien de werklieden, aan de brandweer verbonden, zijn ondergebracht in de organisatie van de gemeentewerklieden. Spreker is dus niet tevreden met het gegeven antwoord en zou gaarne zien, dat het personeel van de brandweer niet een afzonderlijke commissie voor georganiseerd overleg had en men de aangelegenheden van dat personeel direct bracht in de commissie, bij welke zij behooren. De heer Mulder begrijpt niet, dat in dit geval verzet komt. Het is toch in het belang van het personeel om deze bespreking te houden en deze regeling te treffen. Indien spreker namens Burgemeesler en Wethouders had verklaard, dat deze aan gelegenheid niet in het georganiseerd overleg besproken zou worden, dan kon men daarop aanmerking maken. Het komt volledig tot zijn recht. Alleen wordt een bespreking gehouden met de menschen, die over de technische aangelegenheden kunnen oordeelen, dus met bevoegden, wat in het belang van het betrokken personeel is. De heer Kooistra meent, dat het dan meer wordt een individueele quaestie van het personeel onderling. Dat zou zoodoende zijn eigen arbeidsvoorwaarden bepalen en dat moet toch gebeuren in het georganiseerd overleg als zoodanig. De Voorzitter zegt, dat het beter is om de technische quaestie's door het personeel zelf te doen behandelen en dan te komen in het georganiseerd overleg zonder die technische détails. In het georganiseerd overleg toch zitten menschen, die van technische zaken der brandweer niets afweten. De heer Kooista blijft er bij, dat die zaken in het georga niseerd overleg thuis behooren. Het georganiseerd overleg is een zelfstandig iets en daaronder behoort de rechtspositie van de ambtenaren. De Voorzitter meent, dat men toch van te voren aaneen ander advies mag vragen. De heer Kooistra zegt, dat het meer individueele op zoo'n vergadering door die menschen wordt vastgelegd en dan is er geen sprake van, dat daarin in het georganiseerd overleg eenige verandering gebracht wordt. De heer Wilbrink wil als lid van de commissie van het georganiseerd overleg vragen, of bij die bespreking a.s. Woensdag voorloopig over de toekomstige dienstvoorwaarden wordt gesproken, of wordt daar alleen behandeld de mogelijk heid om tot een goede dienstregeling te komen en geschiedt dan de vaststelling daarvan in het georganiseerd overleg? De heer Mulder zegt, dat de vaststelling aan den Raad is en dat het georganiseerd overleg adviseert. Spreker kan overigens mededeelen, dat de brandweerlieden weten, dat deze handelwijze zal gevolgd worden en dat men er hoogst tevreden mede is. De heer Deumer meent, dat de hier gevolgde handelwijze aansluit aan het bedrijfsleven. Men zal nu in de eerste plaats onderhandelen met de betrokkenen, waarna in tweede instantie overlegd en onderhandeld zal worden met de menschen, die er meer aansprakelijk voor zijn. De Voorzitter verklaart hiermede de interpellatie voor gesloten en geeft het woord aan den heer van den Heuvel. De heer van den Heuvel herinnert er aan, dat blijkens zijn hedenmiddag ingekomen schrijven zijn Raadslidmaatschap spoedig zal eindigen. In den betrekkelijk korten tijd, dat hij lid van den Gemeenteraad is geweest, heeft hij ervaren, dat, hoe ver schillend ook de inzichten van de onderscheidene leden in de maatschappelijke verhoudingen zijn, bij de beraadslagingen steeds de opvattingen van ieder worden gewaardeerd. Bij het scheiden doet het hem genoegen dat te kunnen uitspreken. Op den korten tijd, dat spreker lid van den Raad is geweest, en op de wijze, waarop hij zijn functie heeft kunnen waarnemen, zal hij steeds met genoegen terug zien. Hij hoopt, dat het niet alleen de gemeente Leiden, maar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 20