GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
21
IHeEKOIIM STI K li E>.
N°. 39. Leiden, 12 Februari 1925.
De heer J. Beyneveld alhier heeft, namens den heer
Prof. Mr. J. C. van Oven, thans nog wonende te Groningen,
aan ons College den wensch te kennen gegeven, een gedeelte
grond te koopen van het Baamland, ten Oosten van het
Zuidelijk einde der Cobetstraat gelegen en op de hierbij
overgelegde teekening met roode kleur aangegeven, ter
grootte van 480 M2. en uitmakende een gedeelte van
het kadastrale perceel gemeente Leiden Sectie M no. 867,
voor den bouw van een landhuis.
Belanghebbende is bereid voor den grond een koopprijs
van 9.per M2. te betalen en gaat accoord met de
gebruikelijke voorwaarden, aan den verkoop van bouwgrond
op het Baamland te verbinden.
Aangezien de prijs van ƒ9.per M2. voor dit gedeelte
van het Baamland aannemelijk is te achten, geven wij Uwe
Vergadering in overweging zulks in overeenstemming
met het advies der Commissie van Beheer voor het Grond
bedrijf te besluiten, aan den heer Prof. Mr. J. C. van
Oven te verkoopen het perceel bouwgrond op het Baamland,
ten Oosten van het zuidelijk einde der Cobetstraat, op de
hierbij overgelegde teekening met roode kleur aangegeven
ter grootte van 480 M2. en deel uitmakende van het kadas
trale perceel gemeente Leiden, Sectie M no. 867, tegen den
prijs van 9.per M2. en verder onder de navolgende
voorwaarden
a. dat de verkoop geschiedt ten behoeve van den bouw
van een landhuis op bedoelden grond, met welks bouw niet
mag worden aangevangen, voordat, behalve de vergunning
ingevolge de bouwverordening, op de plannen en de plaat
sing van het huis de goedkeuring van Burgemeester en Wet
houders is verkregen; gelijke goedkeuring is vereischt bij
herbouw of geheele of gedeeltelijke vernieuwing van het
landhuis
b. dat de tuin, van den openbaren weg af te scheiden
door een behoorlijk ijzeren hek op steenen voet, wordt aan
gelegd en in stand gehouden volgens nadere aanwijzing en
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders;
c. dat gebouwen of inrichtingen, waarvoor krachtens de
Hinderwet vergunning moet worden gevraagd, op den te
verkoopen grond niet worden opgericht;
d. dat de nakoming van de onder a, b en c genoemde
voorwaarden wordt verzekerd door het vestigen van een
servituut;
e. dat de kosten van opmeting en alle verdere kosten op
de overdracht vallende, komen ten laste van den kooper.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
17°. 40. Leiden, 16 Februari 1921.
Tegen den door Burgemeester en Wethouders voorgestelden
verkoop van strookjes grond bij het Bijksopvoedingsgesticht
aan den Staat der Nederlanden (Ingek. Stukken No. 30)
heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar.
Ook tegen den begrootingsstaat betreffende de kosten van
inrichting van den linkervleugel van het Militair Hospitaal
voor den Districts-Keuringsdienst van Waren, heeft de Com
missie geene bedenking, indien de Baad conform de daartoe
strekkende voordracht (Ingek. Stukken No. 31) tot het in
huur nemen van dit gedeelte van het Militair Hospitaal voor
het voormelde doel besluit.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 41. Leiden, 20 Februari 1925.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van mej.
L. G. A. Boelants om ontslag uit hare betrekking van onder
wijzeres aan de Meisjesschool voor U. L. O. bestaat bij ons
College geen bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
mej. L. C. A. Boelants eervol ontslag uit hare voornoemde
betrekking te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
16 Febr. 1925.
Aan het Gemeentebestuur van Leiden.
De ondergeteekende Louise Catharina Alexandrina Boelants,
Onderwijzeres aan de Meisjesschool voor U. L. O. te Leiden,
verzoekt beleefdelijk ontslag uit hare betrekking.
'tWelk doende
L. C. A. Boelants.
Kloksteeg 19, Leiden.
N°. 42. Leiden, 20 Februari 1925.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Mej.
G. J. M. Hoeks om ontslag uit hare betrekking van onder
wijzeres in het handteekenen aan de Meisjesschool voor
U. L. O. bestaat bij ons College geen bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
Mej. G. J. M. Hoeks eervol ontslag uit hare voornoemde
betrekking te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 5<!en Februari 1925.
Ondergeteekende, Hoeks, Geertruida Joh» Maria, onder
wijzeres in het handteekenen, aan de Openbare Meisjes
school voor U. L. O. aan de Breestraat alhier, heeft de eer
zich tot U te wenden met het beleefd verzoek haar met
ingang van 1 Mei a s. eervol ontslag te willen verleenen
uit bovengenoemde betrekking.
Met verschuldigde hoogachting heeft zij de eer te zijn
Uw dw. diende,
G. J. M. Hocks.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 43. Leiden, 27 Februari 1925.
Met verwijzing naar nevensgaande aanbeveling van de
Commissie voor de Bewaarscholen, bieden wij U de volgende
voordracht aan voor de benoeming van een lid dier Commissie,
ter voorziening in de vacature, welke is ontstaan tengevolge
van het aan Mevr. E. CosmanMendes da Costa verleend
eervol ontslag.
1°. Mej. C. J. M. COEBEEGH.
2°. Mej. TH. L. ELSHOF.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 1 Febr. 1925.
Ter voorziening in de vacature van Lid van de Commissie
voor de Bewaarscholen heeft deze Commissie de eer, bij U
aan te bevelen:
10. Mej. C. J. M. COEBEEGH, Bijnsburgerweg 82,
2°. Mej. TH. L. ELSHOF, Hoogewoerd 16a.
De Commissie voornoemd
J. A. van Hamel, Voorzitter.
M. van Wamelen, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
N°. 44. Leiden, 27 Februari 1925.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
J. den Duyn bestaat bij ons geen bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
den heer J. den Duyn eervol ontslag te verleenen als lid
der Commissie tot wering van schoolverzuim.
In verband met de vervulling van deze vacature bieden
wij U, in overeenstemming met het gevoelen der voornoemde
Commissie, hierbij aan eene aanbeveling, overeenkomstig het