MAANDAG 22
DECEMBER 1924.
345
over de uitbouwsels van de Hoogewoerd, waar men
slechts één zijde heeft en waar het zeer onveilig is door de
vele vrachtautomobielen, die daar zelfs stationneeren, daar
de parliculiere stoepen het zich in veiligheid brengen belem
meren.
Daarom vraagt spreekster om verder te gaan dan haar
voorstel en ook die ijzeren palen en hekken te doen weg
nemen. Mochten Burgemeester en Wethouders daartoe het
recht niet hebben, dan vertrouwt spreekster, dat de desbe
treffende menschen een zoodanig verzoek wel zullen inwilligen.
Dit alles is echter heden nog slechts toekomstmuziek.
De Voorzitter verzoekt mevrouw van Itallie-van Embden
zich te beperken tot het aan de orde zijnd praeadvies en
niet plotseling met iets geheel nieuws te komen, zooals het
opruimen van die ijzeren hinderpalen op den Nieuwen Rijn.
Mevrouw van Itallie—van Embden zegt, dat dit slechts
een verkennen van het terrein was en dat zij later met voor
stellen dienaangaande zal komen.
De heer van den Heuvel zegt, dat de door mevrouw van
Itallievan Embden aangevoerde argumenten ook gelden
voor het aanleggen van trottoirs langs de Oude Vest. Daar
langs rijden vele automobielen, omdat de beurtschippers
daar aanleggen. Bovendien rijden deze voertuigen vaak op de
voor de voetgangers bestemde ruimte. Door het aanleggen
van trottoirs zal dit gevaar verdwijnen en zal de veiligheid
zeer bevorderd worden.
Hetzelfde geldt voor de Haven. Spreker gelooft niet, dat
de kosten zoo groot zullen zijn, dat daarop het plan moet
afstuiten, en zou daarom gaarne zien, dat Burgemeester en
Wethouders het voorstel van den heer van der Reijden en
hem overnamen en, als dat niet mogelijk was, er praeadvies
over uitbrachten.
De heer Groeneveld zegt, dat het hem genoegen doet,
dat Burgemeester en Wethouders overtuigd zijn geworden
van de noodzakelijkheid om langs de Breestraat trottoirs aan
te leggen. Het spijt hem echter, dat wordt voorgesteld de
houten tentjes, voor de café's opgebouwd, te laten staan.
Vooreerst hebben die café's openslaande deuren, zoodat zij,
die aan de straat willen zitten, dat toch kunnen doen, maar
bovendien zullen die tentjes, wanneer de trottoirs klaar zijn,
zoo hatelijk worden voor het publiek, dat zij niet te hand
haven zullen zijn. De winkeliers zouden ook wel uitstallingen
willen maken op de trottoirs. Men moet die dingen niet
toegeven. Spreker ziet niet in, waarom die tentjes vóór »de
Harmonie" en vóór café »Centraal" moeten blijven staan.
Ook de gemetselde bordes vóór de sociëteit »Minerva" zal, al
wordt het daar eenigszins lastiger, moeten verdwijnen, te
meer omdat die met het oog op het verkeer op den hoek
BreestraatVrouwensteeg zeer hinderlijk is en veel gevaar
oplevert. De trappen kunnen naar binnen worden gebouwd.
Mevrouw van Itallievan Embden heeft haar eigen voorstel
grootendeels afgebroken. Zij vindt de voorstellen wel goed,
maar wil zich voor het andere eind van de Breestraat tevreden
stellen met het wegnemen van de afscheidingen tusschen de
stoepen. Dat is geen oplossing. Vooreerst schept het een ge
vaarlijken toestand, omdat de stoepen verschillend van hoogte
zijn, maar bovendien zullen eigenaren van particuliere woon
huizen de winkeliers zullen het wel doen weigeren die
hekjes weg te nemen. Wil men trottoirs aanleggen, dan moet
men het op afdoende wijze doen.
In verband met een verzoek, door den Algemeenen Neder-
landschen Wielrijdersbond per adres tot den Raad gericht,
om in de stad rijwielpaden te maken, geeft spreker in over
weging de klinkerbestrating, welke langs de Breestraat ligt,
voor de wielrijders te bestemmen. Spreker weet wel, dat
Burgemeester en Wethouders niet erg sympathiek staan
tegenover de wielrijders, maar waar te Leiden een kleine
20000 wielrijders zijn, dient toch ook met hun belangen
rekening te worden gehouden.
De heer Knuttel zegt, dat men zich misschien verbeeldt
grootsteeds te handelen, maar acht het zeer kleinsteeds om
van het betrekkelijk geringe verkeer in Leiden zulk een
ophef te maken.
Het is niet noodig om voor het, behoudens op een paar
uren van den dag, geringe verkeer in de Breestraat het
Hollandsche karakter van die straat op te offeren en die
straat te verminken met een karakterlooze navolging van
sommige groote steden. Men schijnt er zich niet om te
bekommeren, dat na het wegnemen van de stoep, hetgeen
waarschijnlijk zonder onteigening toch niet mogelijk zal zijn,
van »Minerva" een ridicuul gebouw overblijft.
Trottoiraanleg op den Nieuwen Rijn en op den Ouden
Singel is niet noodig, omdat er daar geen verkeer is. Wel
geeft spreker toe, dat zulks noodig is op de Mare. Maar
overigens is het drukke verkeer in Leiden een hersenschim
en zijn trottoirs overbodig.
De heer Spendel wenscht in het bijzonder de aandacht te
vestigen op den toestand van de Mare, welke trottroiraanleg
noodig maakt.
Spreker vraagt zoo spoedig mogelijk verbetering van den
toestand, welke heerscht op den hoek bij «Minerva", welke
zeer gevaarlijk is, zoowel voor het verkeer als voor de voet
gangers.
De heer Heemskerk sluit zich bij den heer Spendel aan,
wat diens laatste opmerking betreft. Dit zou door een trottoir
tot aan de sociëteit te verbeteren zijn.
Spreker raadt aan het praeadvies van Burgemeester en
Wethouders aan te nemen en daarna Burgemeester en Wet
houders de bezwaren tegen de door den Raad uitgesproken
wenschen te doen mededeelen.
Spreker heeft nog een bijzonder bezwaar in verband met
»de Harmonie". Burgemeester en Wethouders zeggen wel,
dat daar ter plaatse de Breestraat zeer breed is, omdat de
Papenstraat er tegenover ligt, maar het gevaar bestaat hierin,
dat de menschen, aan »de Harmonie" komende, het trottoir
moeten verlaten en dan kans loopen een ongeluk te krijgen,
te meer omdat de ruimte tusschen het café en de tramrails
zeer gering is.
Wat het voorstel van de heeren van den Heuvel en van
dei' Reijden aangaat, spreker acht den aanleg van een trottoir
aan de Oude Vest allerminst noodig. Op het gedeelte van de
Pelikaanstraat tot de Koestraat is zoo goed als in het geheel
geen verkeer en op het gedeelte Mare tot de Pelikaanstraat
is het wel iets drukker, omdat daar de turfmarkt is, maar
er is ook daar geen reden voor het aanleggen van een trottoir.
Spreker zal dus zijn stem aan dit voorstel niet geven.
De heer Oostdam staat niet zoo afwijzend tegenover den
aanleg van trottoirs in de Breestraat als de heer Knuttel,
maar hij betreurt het wel, dat het cachet van de straat
dreigt verloren te gaan. Meerdere stoepen behooren uit een
architectonisch oogpunt bij de huizen, waarvóór zij liggen.
Zoo zijn b.v. de gevel van het huis van wijlen notaris Coebergh
met de stoep en de palen' door den architect blijkbaar als
één geheel bedoeld. Dergelijke huizen zijn er meer en daarom
zou spreker het ter wille van het aspect van de straat hoogst
wenschelijk vinden, dat dergelijke stoepen behouden bleven
en de trottoirs zoodanig werdeu aangelegd, dat zij er bij aan
sloten. Men zou dan de verbindingen tusschen de palen en
de huizen kunnen wegnemen, zoodat het verkeer daar tus
schen door kon plaats hebben. Als men de Breestraat geheel
egaliseert, zal men later spijt hebben zoo ruw te werk te zijn
gegaan. Waar blijkens de stukken de Directeur van Gemeen
tewerken het met spreker eens is, zou deze gaarne zien, dat
dien ambtenaar de vrije hand werd gelaten, opdat het cachet
van de Breestraat zooveel doenlijk behouden blijve.
De heer Huurman staat ook niet zoo afwijzend tegenover
het voorstel van Burgemeester en Wethouders als de heer
Knuttel, maar toch had hij liever gezien, dat het niet was
ingediend. Het verkeer in de Breestraat is niet zoo druk,
dat aanleg van doorloopende trottoirs noodig is.
Spreker is het niet eens met mevrouw van Itallievan
Embden, dat het wenschelijk is de getimmerten vóór »de
Harmonie" en «Centraal" op te ruimen. In andere gemeenten
hebben de café's de trottoirs over de volle breedte in gebruik.
Op het Damrak te Amsterdam b.v. heelt men 7 a 8 café's,
welke het geheele trottoir in beslag nemen, met uitzonde
ring van den trottoirband.
In den Haag wordt b.v. bij »Riche" en «Regina" op het
Buitenhof, waar het verkeer veel drukker is dan in de Bree
straat te Leiden, het trottoir over de volle breedte door deze
café's in beslag genomen. Hetzelfde treft men aan op de
Groenmarkt bij »Het Gouden Hoofd" en het nieuwe café »De
Kroon" op het Spui, terwijl het daar toch zeker drukker is
dan hier.
Is het op de Breestraat door het verkeer gevaarlijk, om
den bezoekers der café's gelegenheid te geven op het trottoir
te zitten?
De vergelijking van den heer Groeneveld met andere
winkels gaat naar sprekers meening niet op. Een café is nu
eenmaal geen winkel.
Spreker kan zich niet vereenigen met het voorstel van de
heeren van den Heuvel en van der Reijden. Als men in de
daarin genoemde straten trottoirs gaat leggen, dan kan men
heel Leiden daarvan wel voorzien.
De heer Coster zegt, dat de voor- en tegenstanders van
het praeadvies niet vrij zijn van overdrijving, volgens zijn
meening, daar de breedte van de trottoirs bij »de Harmonie"
1.10 Meter zal bedragen en in het breedere gedeelte nog