348
MAANDAG 22 DECEMBER 1924.
Spreker zou dit toch in elk geval doen. Burgemeester en
Wethouders schijnen te meenen, dat de melk op Zondag
geregeld op bestelling wordt bezorgd, maar als een melk-
verkooper op Zondag bij zijn klanten komt vragen, hoeveel
melk er noodig is, dan is dat toch tegelijkertijd melk verkoop.
In dien zin genomen zou het dus wel degelijk vallen onder
de Zondagswet. Achten Burgemeester en Wethouders dit niet
juist, dan is het beter een stap verder te gaan en de melk-
bezorging op Zondag te verbieden.
Burgemeester en Wethouders voeren als argument aan,
dat melk een zeer aan bederf onderhevig artikel is en het
vooral in de zomermaanden moeilijk is om haar des Zondags
goed te houden.
Spreker heeft, hoewel hij nog nooit des Zondags den melk
boer aan de deur heeft gehad, nog nooit last van bedorven
melk gehad. Het is dan ook zeer eenzijdig om te zeggen,
dat melk zoozeer aan bederf onderhevig is, dat de verkoop
niet aldus mag beperkt worden. Er kunnen zich natuurlijk
gevallen voordoen, dat men zich moet kunnen voorzien;
voor die weinige gevallen kan men de melk wel aan den
winkel halen.
De heer van Stralen zegt met genoegen gehoord te hebben,
dat de sociaal-democraten bij deze aangelegenheid op den steun
van den heer Wilbrink kunnen rekenen. De bezwaren van
Burgemeester en Wethouders tegen inwilliging van het ver
zoek zijn zoozeer uitgemeten, dat van overdrijving kan worden
gesproken.
Spreker meent, dat Burgemeester en Wethouders het bezwaar
van het verlies van den vrijen Zondag te licht hebben opgevat.
De beschouwing, of van den vrijen Zondag wel een gewenscht
gebruik wordt gemaakt, doet niet ter zake.
Het gaat er om, of de menschen Zondag vrij zijn of achter
den melkwagen moeten loopen. Het is in het belang van het
gezinsleven, dat des Zondags niet wordt gewerkt.
Ook gaat niet op het argument van het College, dat tegenover
het sociale bezwaar van adressant staat het oneindig veel
grooter nadeel voor het overgroote deel der burgerij bij verbod
van melkbezorging op Zondag. Het staat vast, dat het over
groote deel der burgerij thans reeds op Zondag geen melk
thuis bezorgd krijgt.
Het College zegt, dat velen niet gaarne de melk op Zondag
zouden willen missen, maar daarvan is geen sprake, want
men zal toch in staat zijn om dan de melk te halen in den winkel.
Verder is er geen sprake van, dat de melk in verschen
toestand moet worden verbruikt, zooals in het praeadvies
staat. De melk wordt in verschen toestand of gepasteuriseerd
ontvangen en daarna eventueel gekookt.
Het argument, dat groote overlast aan tal van ingezetenen
zou aangedaan worden, klinkt wel wat vreemd,als men weet,
dat thans reeds gedurende 5 jaren een regeling bestaat, onder
welke het overgroote deel der burgerij op Zondag geen melk
thuis bezorgd krijgt.
Wat betreft het hygiënisch bezwaar moet spreker doen
opmerken, dat de controle op de melk des Zondags wel niet
zoo scherp zal zijn als op andere dagen, aangezien des Zon
dags de keuringsambtenaren vrij hebben.
Volgens Burgemeester en Wethouders zouden er zoovele
uitzonderingen gemaakt moeten worden ten aanzien van hotels,
café's, restaurants, enz. Zeker, maar adressant begrijpt
zelf, dat de mogelijkheid open zal moeten blijven voor bepaalde
gevallen, dat op Zondag melk bezorgd wordt. Dat staat geheel
buiten de quaestie van de melkbezorging bij particulieren.
Voor de melkbezorging aan die inrichtingen zal met één
man kunnen worden volstaan.
Door afwijzing van dit verzoek zal de melkbezorging op
Zondag aan huis belangrijk toenemen.
De tegenwoordige regeling, dat op Zondag geen melk
rondgebracht wordt, werkt reeds sinds 10 November 1919.
Spreker heeft van de zijde van het publiek, dat altijd zoo
spoedig reageert, geen klachten vernomen over deze regeling.
Ook in andere plaatsen, waar een verbod van melkbezorging
bestaat, is nooit een klacht ingekomen. De in Leiden bestaande
regeling, dat niet bezorgd werd, werkte zeer goed, maar enkele
menschen zonder gemeenschapsgevoel zijn begonnen met
melk rond te brengen op Zondag; toen moesten wel meerderen
daartoe overgaan om hun klanten niet te verliezen. Twee
van de drie hier bestaande melkslijtersvereenigingen betuigen
haar adhaesie met het door den Centralen Bond van Transport
arbeiders ingediende adres, terwijl een van hen nog verder
wil gaan en ook den winkelverkoop wil regelen.
Men heeft het hier dikwijls over het particuliere initiatief,
dat uit eigen beweging met bepaalde maatregelen moet komen,
waaraan dan de overheid sanctie moet verleenen. Hier heeft
men nu zulk een gevalDeze regeling is door concurrentiezucht
in gevaar gekomen; laat de Raad haar bestendigen!
Bovendien komt anders de bedrijfsvrede in gevaar; de
arbeiders zullen natuurlijk trachten hun vrijen Zondag te
behouden. Niet alleen om redenen van godsdienstigen aard,
maar ook om redenen van algemeen belang moet dit verzoek
ingewilligd worden.
De heer Elkerbout spreekt zijn verwondering uit over
zulk een praeadvies. Allereerst, omdat het College overwegend
rechtsch is en dientengevolge de Christelijke beginselen moest
toepassen, vooral waar het nier Zondagsarbeid betreft.
Spreker mag te dien opzichte niet spreken van het geheele
College, en hij had dan ook van zijn partijgenoot verwacht,
dat deze een minderheidsgedachte kenbaar had gemaakt,
waaruit gebleken zou zijn, dat ook in het college het beginsel
ter sprake was gekomen.
Het praeadvies komt spreker onjuist voor. Er wordt daarin
gezegd, dat melkverkoop op Zondag geen straatverkoop is,
maar dat gaat niet op. Er wordt dan ook een zeer eigen
aardige definitie gegeven van het al dan niet verkoopen op
straat.
Ook wordt er in het praeadvies gezegd, dat men die zaak
niet te zwaar moet nemen, maar spreker meent, dat men de
quaestie van den Zondagsarbeid niet te licht moet opvatten,
en dat de Raad zich ernstig te beraden heeft, of men al dan
niet er toe moet medewerken, dat er op Zondag gewerkt
wordt. Behalve wanneer het beslist noodzakelijk is, is Zondags
arbeid uit den booze.
Er is geen quaestie van, dat het een ramp zou zijn, wanneer
men overging tot uitvaardiging van een verbod van melk
bezorging op Zondag. Voor het overgroote deel der bevolking
zou het absoluut geen ramp zijn, wanneer er op Zondag geen
melk bezorgd werd. Dat bij den een of den ander de melk
wel eens zuur wordt, kan geen reden opleveren, dat een aantal
personen op Zondag arbeid moet verrichten. In het aller
uiterste geval zou men dan nog wat melk bij dezen of genen
melkboer kunnen bekomen.
Wat de volksgezondheid met deze zaak te maken heeft,
ziet spreker niet in.
Men gebruikt dit argument dan ook pour le besoin de la
cause. Heeft men werkelijk dringend melk noodig, dan heeft men
wel maatregelen genomen om zich daarvan te kunnen voorzien.
Voor bakkerijen behoeft men dit verbod niet na te laten;
men heeft daar toch ook geen Zondagsarbeid meer! Het
bakken van brood voor Maandag begint ook zoo vroeg niet
meer; anders kunnen zij zich van te voren voorzien.
•Spreker begrijpt, dat Burgemeester en Wethouders, waar
zij blijkbaar op een dergelijke verordening niet gesteld zijn,
zeggen, dat het bij storm en dergelijke hen niet duidelijk is,
hoe ontheffingen verleend moeten worden; in dat geval wenscht
hij het College een duidelijk en ruim inzicht toe.
De heer Wilmer heeft niet door het praeadvies de over
tuiging gekregen, dat het verzoek niet ingewilligd zou kunnen
worden, maar ziet ook geen verschil in beginsel tusscher.
Burgemeester en Wethouders en de rechtsche leden van den
Raad, die zich niet met het College kunnen vereenigen, zelfs
geen verschil in geneigdheid om het gemeenschappelijk beginsel
in practijk te brengen.
Burgemeester en Wethouders zijn na ernstig beraad van
meening, dat het rondbezorgen van melk op Zondag nood
zakelijk is. De vorige spreker en spreker zelf meenen van niet.
Burgemeester en Wethouders willen te veel bewijzen; zij
zeggen, dat het in het algemeen belang is, dat men op
Zondag melk kan krijgen. Dit is zoo, maar het gaat er hier
om, of bezorging van melk op Zondag noodzakelijk is. Alleen
dan is een verbod ontoelaatbaar. Nu toonen Burgemeester en
Wethouders alleen aan, dat het noodig is zich ook op Zondag
van melk te kunnen voorzien. Maar dit kan men, ondanks
een verbod van melkbezorging, toch, hetzij door van te voren
in te slaan, hetzij, wanneer de melk bedorven is, doordat men
geen maatregelen heeft genomen of kunnen nemen, door naar
den winkel te gaan.
Als waar was wat Burgemeester en Wethouders zeggen,
namelijk dat, toegegeven dat het in het algemeen niet noodig
is dat op Zondag melk bezorgd wordt, er dan toch zoovele
uitzonderingen gemaakt zouden moeten worden, dat een ver
ordening niet samengesteld kan worden, dan zou men niet
zoodanige verordening moeten maken, want een verordening,
waarop zoovele uitzonderingen zijn, heeft in de practijk weinig
beteekenis, maar spreker gelooft niet, dat die uitzonderingen
noodig zijn.
Burgemeester en Wethouders, die blijkbaar de verordening
van Haarlem voor oogen gehad hebben, noemen ziekenhuizen,
allerlei gestichten, bakkerijen, hotels, café's, restaurants, lunch
rooms, maar ziekenhuizen, gestichten, hotels, enz. kunnen ge
voegelijk de benoodigde melk vooraf inslaan, en, als zich het
geval voordoet, dat men wat meer melk noodig heeft, dan
kan men alsnog de melk laten halen. En de bakkerijen vormen
toch niet zoodanig groote uitzondering, dat met het oog daarop
een verordening niet mogelijk zou zijn.
Bestaan er naar spreker meent geene bezwaren tegen een
dergelijke verordening, aan den anderen kant zijn er voordeelen