DINSDAG 2 DECEMBER 1924. 309 geleden het salaris van den Directeur van Bouw- en Woning toezicht verhoogd is, waardoor het salaris van dezen ambte naar wederom in het gedrang is gekomen, terwijl het ver schil met den onder-Directeur vau Gemeentewerken, met wiens werkkring de zijne te vergelijken is, aanzienlijk hooger is. Een particulier architect zou zich voor het belangrijke werk, dat hij verricht, tweemaal zooveel laten betalen. Spreker stelt, voor, hem in te deelen als ingenieur tweede klasse, ge zien den aard van zijn werk. De verhooging zal aanvankelijk dan slechts drie- a vierhonderd gulden bedragen. Het voorstel van den heer Knuttel wordt voldoende onder steund en maakt mitsdien een onderwerp van beraadslaging uit. De Voorzitter zegt, dat de Raad een algemeene salarisregeling heeft vastgesteld, tengevolge waarvan Burgemeester en Wet houders ten deze geen zelfstandige bevoegdheid bezitten. De heer Knuttel zegt, dat het geen novum is. Een opzich ter bij de plantsoenen en een hoofdtimmerman zijn wegens verdienstelijk werken beiden tot technisch ambtenaar bevorderd. De Voorzitter zegt, dat de Raad iemand toch niet inge nieur kan maken; dit recht komt alleen aan de Technische Hoogeschool toe. Spreker schorst hierop de vergadering tot Woensdag 3 December 1924, des namiddags te 2 uur. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 17