260
MAANDAG 10 NOVEMBER 1924.
ontslag als lid der Commissie van toezicht op het Middelbaar
Onderwijs.
(Zie Ing. St. No. 278.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
IV. Praeadvies op het verzoek van Dr. G. G. Kloeke, om
eervol ontslag als leeraar aan het Gymnasium,
(Zie Ing. St. No. 279.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
V. Praeadvies op het verzoek van I. J. Huijgens, om eervol
ontslag als concierge van de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes.
(Zie Ing. St. No. 280.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
VI. Benoeming van twee leden der Commissie van toezicht
op het Middelbaar Onderwijs.
(Zie Ing. St. No. 281.)
De Voorzitter verzoekt den heeren Oostdam, Eikerbout,
Eerdmans en van den Heuvel hel stembureau uit te maken.
Achtereenvolgens worden benoemd: de heer Prof. Dr. A.
W. Bijvanck met 27 stemmen; de heer Dr. C. de Boer ver
kreeg 2 stemmen, terwijl twee biljetten in blanco waren.
Mej. L. C. Bolle met 23 stemmen; Mej. Dr. C. llovens
Greve verkreeg 7 stemmen, terwijl één biljet in blanco was.
VII. Benoeming van twee leden van het Burgerlijk Arm
bestuur.
(Zie Ing. St. No. 277.)
Achtereenvolgens worden benoemd: Mej. C. Korsse met23
stemmen; de heer T. Groeneveld verkreeg 1 stem, terwijl 7
biljetten in blanco waren
de heer J. Karstens met 20 stemmende heer P. J. Gijsman
verkreeg 3 stemmen, terwijl 8 biljetten in blanco waren.
VIII. Benoeming van een Directeur van het Bouw- en
Woningtoezicht.
(Zie Ing. St. No. 282.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Huurman zegt, dat hem, ofschoon hij weet dat
het samenstellen van een voordracht voor een benoeming
voor Burgemeester en Wethouders een van de moeilijksteen
onaangenaamste bezigheden is, naar aanleiding van deze
voordracht toch iets van het hart moet. Het heeft zijn aan
dacht getrokken, dat, terwijl zich onder de 36 sollicitanten
slechts 3 genie-officieren bevinden, de voordracht uit 2 van
deze 3 bestaat. Zooals uit de stukken blijkt, zijn er onder de
sollicitanten meerdere, die zeer zeker geschiktheid voor deze
functie bezitten. Het wekt nu den schijn alsof men genie-
officier moet wezen om Directeur van Bouw- en Woning
toezicht te kunnen worden. Het spijt spreker op grond van
een ingesteld onderzoek te moeten constateeren, dat het
advies van de Commissie van Fabricage anders luidde en
dat daarin naast een officier werd aanbevolen iemand uit de
burgermaatschappij t.w. een civiel-ingenieur, die zelfs twee
jaar bouwkundig ingenieur heeft gestudeerd. Te beoordeelen
naar de teekeningen van dien sollicitant, welke in grooten
getale in de Leeskamer aanwezig zijn, en naar zijn verdere
stukken, zou hij zeker als Hoofd van Bouw- en Woningtoezicht
een goed figuur maken. Burgemeester en Wethouders moeten
wel een bijzondere reden hebben gehad om twee officieren
op de voordracht te plaatsen.
Waar het een voordracht geldt, is de Raad verplicht daaruit
een keuze te doen en spreker zal zich daaraan ook houden,
maar hij hoopt, dat Burgemeester en Wethouders in het
vervolg rekening zullen houden met zijn wensch om niet
alleen genie-officieren voor bouwkundige betrekkingen voor
te dragen.
De Voorzitter zegt, dat het geenszins de bedoeling van
Burgemeester en Wethouders is geweest speciaal genie
officieren voor te dragen. Zij hebben zich in hoofdzaak aan
het advies van de Commissie van Fabricage gehouden en
hebben de naar hun oordeel drie meest gescbikten laten
overkomen. Bij die gelegenheid is ook de Commissie van
Fabricage uitgenoodigd en is omtrent de voordracht overeen
stemming verkregen. Van die drie personen vonden Burge
meester en Wethouders, die natuurlijk ook een eigen opinie
hebben, de twee door hen voorgedragenen de besten, ook op
grond van de omtrent hen verkregen inlichtingen. Het eenige
verschil is, dat Burgemeester en Wethouders zich verplicht
hebben geacht den heer Kok als No. 2 No. 1 is van de
Commissie van Fabricage overgenomen op de voordracht
te plaatsen, afgezien van de vraag of deze genie-officier was
of niet.
Als Burgemeester en Wethouders een voordracht opmaken,
zullen er altijd wel leden zijn, die zeggen dat zij het anders
zouden hebben gedaan, maar dat is nu ten slotte een kwestie
van verantwoordelijkheid.
Wordt benoemd, met ingang van een door Burgemeester
en Wethouders te bepalen tijdstip, met 19 stemmen de heer
G. F. E. Kiers; de heer J. Kok verkreeg 10 stemmen,terwijl
3 biljetten in blanco waren.
(De heer Knuttel was inmiddels ter vergadering gekomen).
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
IX. Rekening, dienst 1923, van het Leidsch Muziekcorps.
(Zie Ing. St. No. 290.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wördt tot
goedkeuring van deze rekening besloten.
(De heeren Sanders, Eerdmans, Sijtsma en van Hamel hadden
gedurende de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk
verlaten.)
X. Suppletoire begrooting, dienst 1923, van het Geref.
Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
(Zie Ing. St. No. 290.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van deze suppletoire begrooting besloten.
XI. Rekening, dienst 1923, van het Geref. Minne- of Arme
Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
(Zie Ing. Sf. No. 290.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van deze rekening besloten.
XII. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 12 October 1905 (Gem. blad No. 25), op het Bouwen en
Sloopen.
(Zie Ing. St. No. 288.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening
wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld.
XIII. Voorstel tot het aangaan van eene overeenkomst be
tredende de levering van electriciteit in de gemeente Zoeter-
woude, door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 285).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIV. Voorstel tot het aangaan van eene overeenkomst
betreffende de levering van electriciteit in de gemeente
Leiderdorp, door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 286.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
"besloten.
XV. Voorstel tot wijziging van de op 14/18 April 1910 met
de gemeente Leiderdorp gesloten overeenkomst, regelende
de levering van gas in de gemeente Leiderdorp door de
Stedelijke Gasfabriek te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 286).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVI. Voorstel tot vaststelling van de vergoeding, bedoeld
bij art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1922
uit te keeren aan de besturen van bijzondere scholen.
(Zie Irig. St. Nis. 292 en 294.)