MAANDAG 10 NOVEMBER 1924.
267
liever een meer positief antwoord ontvangen. Men had aan
de Tramwegmaatschappij moeten vragen hoeveel zij minder
dan ƒ23000.wilde geven, indien zij zelve die onderhouds
kosten op zich nam. Voor het stellen van die vraag is het
thans te laat. Het antwoord van den Wethouder is geen
antwoord. Kunnen die onderhoudskosten niet uit dat subsidie
worden bestreden, dan verdient het de voorkeur de Maat
schappij dat geld te laten houden.
De Voorzitter wijst er op, dat de tram zeer veel onkosten
voor het verleggen van de baan er bij krijgt. De Trammaat
schappij had evengoed kunnen zeggenik wil wel de onder
houdskosten op mij nemen en de ƒ23000.houden, maar
dan moet de gemeente de verplaatsing van de geheele baan
bekostigen. Zij heeft er echter de voorkeur aan gegeven zelve
de baan te verplaatsen en een bijdrage te verleenen, als zij
dan maar van het onderhoud van de bestrating af was.
Het spijt spreker die zaken in het openhaar te moeten zeggen.
De heer Groeneveld: Ik begrijp, dat de tram gaarne van
dat onderhoud af is.
De Voorzitter antwoordt, dat de heer Groeneveld zal be
grijpen, dat de Maatschappij ten slotte liever had gewild,
dat de weg in het geheel niet werd veranderd.
De heer Mulder herhaalt, dat wat betreft het onderhoud
der bestrating de gemeente vastzit aan dit plan; er is niets
aan te doen. Het heeft heel wat werk gekost eer men tot
deze oplossing is gekomen.
De heer Dubbeldeman vraagt, wat verstaan wordt onder
het onderhoud.
De heer Mulder antwoordt, dat bedoeld wordt het her
straten. Als de rails eens verlegd mochten worden en er
moet opnieuw bestraat worden, dan heeft de gemeente daar
mede niets te maken; wel natuurlijk met het onderhoud.
De heer Dubbeldeman vraagt, voor wiens rekening de
kosten komen als de rails verzakt zijn.
De Voorzitter antwoordt: voor rekening van de gemeente.
De heer Dubbeldeman acht dat het gevaarlijke. Het zal
jaarlijks een kapitaal vorderen, vooral in het begin.
De Voorzitter zegt, dat het zoo in plaatsen, waar een gemeente
tram is, zooals b.v. te Amsterdam, uit den aard der zaak altijd
moet gaan.
De heer Dubbeldeman wijst erop, dat daar de gemeente
althans ook de winst van de tram krijgt als deze winst maakt.
De heer van Eck zegt, dat hij nog niet bevredigd is door
het antwoord van den Wethouder in zake de aansluiting
van de huizen aan de rioleering.
De heer Mulder meent, dat er een oplossing gevonden zal
moeten worden, maar men kan op het oogenblik die bewoners
niet verplichten om hunne huizen aan het riool aan te sluiten.
Nu kan men zeggen: die menschen kunnen het wel betalen,
maar er zijn meer menschen, die het kunnen betalen doch
die zeggen: ge nopdzaakt mij ertoe, ik bedank er voor; en
dan moet de gemeente het betalen. Het komt in elk geval in
de toekomst terecht.
De beraadslaging wordt gesloten, waarna zonder hoofdelijke
stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders wordt besloten.
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders
bereid zijn praeadvies uit te brengen over het door de heeren
Huurman, Zuidema en Spendel ingediend voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten dit
voorstel in handen te stellen van Burgemeester en Wet
houders om praeadvies.
XXI. Voorstel in zake het aangaan van eene overeenkomst
met de vereeniging „Zomers Buiten'', betreffende de huur
van een 4-tal huisjes te Katwijk, voor de huisvesting van
zwakke gezinnen.
(Zie Ing. St. No. 289.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Spendel gelooft niet, dat den Raad ooit zulk een
enghartig voorstel heeft bereikt als bij deze gelegenheid.
Het voorstel strekt om in een viertal huisjes te Katwijk op
kosten van de gemeente Leiden verschillende gezinnen, welke
behoefte hebben aan versche lucht enz., onder te brengen,
Tegen dat principe heeft spreker geen bezwaar, omdat hij
alles wat strekken kan tot bevordering van de volksgezond
heid wil steunen, maar wel heeft hij er bedenking tegen,
vooreerst dat de toepassing van den maatregel zal worden
beperkt tot de minvermogenden, dus tot een zeer engen kring,
en in de tweede plaats dat die kring nog wordt verengd,
omdat de huisjes zoo klein zijn, dat zij ten hoogste een pa'ar
ouders en drie, misschien vier kinderen kunnen bevatten,
en dientengevolge groote gezinnen zijn uitgesloten. Men heeft
het geluk te Leiden verschillende groote gezinnen te hebben,
waaronder er zijn, die ook behoefte hebben aan versche lucht
en wat meer levensvreugde. Bovendien zijn spreker dergelijke
gezinnen bekend, waarvan de kinderen in het belang van
hun gezondheid eens naar buiten moesten worden gezonden.
Is dus als principe aangenomen, dat dit gedeelte van de
bevordering der volksgezondheid binnen den kring der over
heidsbemoeiing zal worden getrokken, dan gebeure het royaal
en stelle men een ieder, die daarvoor ia de termen valt, in
de gelegenheid van dezen maatregel gebruik te maken. Dit is
het standpunt vau spreker en meerderen van zijn fractie-
genooten. Spreker kan zich met dit voorstel niet vereenigen
en geeft Burgemeester en Wethouders in overweging met een
ander voorstel te komen, volgens hetwelk de nieuwe maat
regel op ruimer basis zal kunnen worden toegepast.
De heer Eerdmans ziet in het verzoek van deze vereeniging
iets, dat niet regelrecht ligt op den weg van den gezond
heidsdienst. De huisjes der vereeniging, welke bestemd zijn
om in den vacantietijd menschen te herbergen, zullen gebruikt
worden om er zwakke gezinnen in onder te breDgen. De heer
Spendel heeft laten doorschemeren, dat het niet de bedoeling
is er enkele leden van een gezin heen te zenden, maar ouders
met kinderen. Nu rijst de vraag of er veel voorbeelden zijn,
dat alle leden van een gezin aan dat buitenverblijf behoefte
hebben, en die vraag meent spreker ontkennend te moeten
beantwoorden, zoodat hij in den opzet van de zaak iets ziet,
dat in strijd is met de werkelijkheid. Het komt wel voor,
dat kinderen of oudere menschen behoefte hebben aan
buitenlucht.
De heer Groeneveld zegt den heer Spendel thans een rede
te hebben hooren uitspreken, welke spreker zeker van hem
niet zou verwacht hebben. Spreker heelt nooit bemerkt, dat
de heer Spendel zulke vooruitstrevende denkbeelden had.
Spreker geeft toe, dat de stap, dien het gemeentebestuur
hier wil doen ten bate van zwakke gezinnen, zeer klein is,
maar het is in eik geval een stap in de goede richting.
De heer Spendel acht deze huisjes te klein, maar ze zijn
toch niet kleiner dan de vele honderden huizen, welke onder
verantwoordelijkheid van de Gemeente hier in het belang
van de volkshuisvesting zijn gebouwd en waarin ook die
groote gezinnen opgeborgen worden, Die gezinnen zullen dus
ook wel in die huisjes in Katwijk kunnen verblijven.
De heer Kooistra acht die huisjes te Katwijk niet zoo
klein. Ze bevatten een woonkamer, een keuken en drie slaap
kamers, en de z.g. gemeentewoningen bevatten niet veel meer
ruimte. Die huisjes zijn voor niet te groote gezinnen zeer
goed voor bewoning geschikt.
Mocht de heer Spendel willen voorstellen dat van gemeente
wege te Katwijk huizen geplaatst zullen worden om die ge
zinnen op te nemen, dan zullen spreker en de zijnen daaraan
gaarne steun verleenen.
De heer Heemskerk juicht het voorstel van Burgemeester
en Wethouders zeer toe, aangezien hem in de practijk ge
bleken is, dat het zeer gewenscht kan zijn dat zwakke kinderen
gedurende eenigen tijd naar buiten gestuurd worden en dat
onderwijl de ouders op hen toezicht kunnen blijven oefenen.
Spreker doet voor den heer Spendel niet onder in waar
deering van groote gezinnen, maar moet ontraden om tegen
dit voorstel te stemmen, omdat men thans nog niet meer
kan krijgen dan wat Burgemeester en Wethouders aanbieden.
Het moge waar zijn, dat deze huisjes niet voor groote ge
zinnen geschikt zijn, door dit voorstel wordt toch een weldaad
bewezen aan de gezinnen, die er dan wel gebruik van zullen
kunnen maken. Men kan dan later zien, wat eventueel voor
die groote gezinnen gedaan zou kunnen worden.
De heer Wilbrink meent, dat de geneeskundige dienst in
dezen niet een taak heeft te vervullen, omdat het hier een
deel van armenzorg betreft. Men wil menschen in hun onderhoud
helpen voorzien en dan bestaan daarvoor verschillende
commissie's.
Spreker vraagt voor wie deze huisjes zijn bestemd, voor
hen, die bij den geneeskundigen armendienst zijn onder
gebracht, dan wel voor allen, die zich er voor aanmelden. Is